ECLI:NL:RBNNE:2022:1594

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 mei 2022
Publicatiedatum
19 mei 2022
Zaaknummer
18/950069-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van meerdere oplichtingen (subsidiefraude) door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van meerdere oplichtingen, specifiek gericht op subsidiefraude. De verdachte, geboren in 1957, heeft samen met anderen gedurende een periode van meerdere jaren onterecht subsidies aangevraagd en verkregen van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten valse documenten hebben ingediend en onjuiste informatie hebben verstrekt om subsidies te verkrijgen voor projecten die in werkelijkheid niet zijn uitgevoerd of waarvoor de kosten niet subsidiabel waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, waarbij de ernst van de fraude en het benadelen van gemeenschapsgeld zwaar hebben meegewogen in de beslissing. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, het SNN, toegewezen tot een bedrag van € 284.744,00, ter vergoeding van de materiële schade die het SNN heeft geleden door de frauduleuze handelingen van de verdachte.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Groningen
parketnummer 18/950069-16
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 12 mei 2022 in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1957 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 april 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr J.S. Özsaran, advocaat te Groningen.
Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
(Zaaksdossier ZD-003; [bedrijf 1] ) hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 juni 2011 tot en met 1 mei 2015 te Groningen en/of Hijken en/of Assen en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(e) natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] , althans een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
(een of meer medewerkers van) het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft bewogen tot
  • de afgifte van 12.500 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22120255,en/of
  • de afgifte van 48.062 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 21110328,althans (telkens) een hoeveelheid geld, en/of
  • het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaanvan een schuld, te weten het verlenen en/of voorschieten en/of vaststellen van subsidie in het kader van de regeling Noordelijke Innovatie Faciliteit (NIOF) met betrekking tot projectnummer(s) 22120255 en/of 221110328,
immers heeft verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, met vorenomschreven oogmerk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven dat SNN benaderd en/of aan dat SNN een of meer documenten doen/laten toekomen, te weten ten aanzien van projectnummer 22120255:
  • een aanvraag voor subsidie en/of een projectbeschrijving en/of een begroting vanonderzoekskosten en/of periode, en/of
  • een vals/vervalst rapport, zogenaamd opgemaakt door dat CBS, en/of
  • een valse factuur vanwege Centraal Bureau Schimmelcultures (CBS) voor een bedrag van 25.000 euro, voorzien van de projectomschrijving en een onjuiste factuurdatum (dossierpagina 263/1224), en/of
ten aanzien van projectnummer 22110328:
  • een aanvraag voor subsidie en/of een projectbeschrijving en/of een begroting vanonderzoekskosten, en/of
  • een vals/vervalst eindrapport met als onderzoeker [naam 1] , en/of
  • een valse urenspecificatie en/of activiteitenoverzicht van dat onderzoek, en/of
  • een of meer valse factuur/facturen vanwege het bedrijf [bedrijf 2] , voorzien van deprojectomschrijving en een onjuiste factuurdatum (dossierpagina 161 ev),
en/of
  • ( telkens) bij dat SNN de indruk gewekt dat de aanvraag van die NIOF-subsidie, en/of andereverzoeken en/of toelichting/correspondentie omtrent die NIOF-subsidieprocedure, aan de NIOFvoorwaarden voldeed/voldeden, terwijl het in werkelijkheid (hoofdzakelijk) andere, niet-subsidiabele, uitgaven/kosten betrof, en/of
  • ( aldus) zich (telkens) voorgedaan als bonafide aanvrager(s) van subsidie bij SNN,
waardoor (die medewerker(s) van) dat SNN (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n) en/of het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld;
2.
(Zaaksdossier ZD-001; [bedrijf 3] )
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 januari 2013 tot en met 1 januari 2017 te Groningen en/of Hijken en/of Assen en/of Delfzijl en/of Farmsum en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(e) natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] en/of [bedrijf 3] , althans een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een of meer medewerkers van) het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft bewogen tot
  • de afgifte van 29.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22130462,en/of
  • de afgifte van 40.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22130286,althans (telkens) een hoeveelheid geld, en/of
  • het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaanvan een schuld, te weten het verlenen en/of vaststellen van een of meer subsidies in het kader van de regeling Noordelijke Innovatie Faciliteit (NIOF) met betrekking tot projectnummer(s) 22130462 en/of 22130286,
immers heeft verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, met vorenomschreven oogmerk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven dat SNN benaderd en/of aan dat SNN een of meer documenten doen/laten toekomen, te weten
ten aanzien van projectnummer 22130462:
  • een aanvraag voor subsidie en/of een projectbeschrijving en/of een begroting vanonderzoekskosten, en/of
  • een verzoek om een voorschot, en/of
  • een vals rapport werkzaamheden en/of urenoverzicht onderzoek, en/of
  • een verzoek om vaststelling van subsidie,
  • een of meer valse factuur/facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien vanprojectomschrijving, (dossierpagina 754 ev), en/of
ten aanzien van projectnummer 22130286:
  • een aanvraag voor subsidie en/of een projectbeschrijving en/of een begroting vanonderzoekskosten, en/of
  • een verzoek om een voorschot, en/of
  • een verzoek om vaststelling van subsidie, en/of
  • een vals eindrapport, en/of
  • een of meer valse factuur/facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien vanprojectomschrijving (dossierpagina 542/587 ev),
en/of
  • ( telkens) bij dat SNN de indruk gewekt dat de aanvraag van die NIOF-subsidie, en/of andereverzoeken en/of toelichting/correspondentie omtrent die NIOF-subsidieprocedure, aan de NIOFvoorwaarden voldeed/voldeden, terwijl het in werkelijkheid (hoofdzakelijk) andere, niet-subsidiabele, uitgaven/kosten betrof, en/of
  • ( aldus) zich (telkens) voorgedaan als bonafide aanvrager(s) van subsidie bij SNN,
waardoor (die medewerker(s) van) dat SNN (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n) en/of het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld;
3.
(Zaaksdossier ZD-002; [bedrijf 4] )
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 september 2013 tot en met 1 januari 2017 te Groningen en/of Hijken en/of Assen en/of Scheemda en/of Winschoten en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(e) natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] en/of [bedrijf 4] , althans een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een of meer medewerkers van) het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft bewogen tot
  • de afgifte van 28.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22130109,en/of
  • de afgifte van 31.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22130620,althans (telkens) een hoeveelheid geld, en/of
  • het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaanvan een schuld, te weten het verlenen en/of vaststellen van een of meer subsidies in het kader van de regeling Noordelijke Innovatie Faciliteit (NIOF) met betrekking tot projectnummer(s) 22130109 en/of 22130620,
immers heeft verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, met vorenomschreven oogmerk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven dat SNN benaderd en/of aan dat SNN een of meer documenten doen/laten toekomen, te weten
ten aanzien van projectnummer 22130109:
  • een aanvraag voor subsidie en/of een projectbeschrijving en/of een begroting vanonderzoekskosten, en/of
  • een vals rapport werkzaamheden en/of urenoverzicht onderzoek, en/of
  • een valse urenspecificatie van (zogenaamde) onderzoekers, en/of
  • een of meer valse factuur/facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien vanprojectomschrijving (dossierpagina 333 ev), en/of
ten aanzien van projectnummer 22130620:
  • een projectbeschrijving en/of een begroting van onderzoekskosten, en/of
  • een vals rapport werkzaamheden, en/of
  • een of meer valse factuur/facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien vanprojectomschrijving (dossierpagina 467 ev),
en/of
  • ( telkens) bij dat SNN de indruk gewekt dat de aanvraag van die NIOF-subsidie, en/of andereverzoeken en/of toelichting/correspondentie omtrent die NIOF-subsidieprocedure, aan de NIOFvoorwaarden voldeed/voldeden, terwijl het in werkelijkheid (hoofdzakelijk) andere, niet-subsidiabele, uitgaven/kosten betrof, en/of
  • ( aldus) zich (telkens) voorgedaan als bonafide aanvrager(s) van subsidie bij SNN,
waardoor (die medewerker(s) van) dat SNN (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n) en/of het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld;
4.
(Zaaksdossier ZD-004; [bedrijf 5] en/of [bedrijf 6] )
hij (op verschillende tijdstippen) in de periode van 1 juni 2010 tot en met 1 augustus 2014 te Groningen en/of Hijken en/of Assen en/of Vriescheloo en/of Nunspeet en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(e) natuurlijke persoon/personen en/of rechtspersoon/rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] en/of [bedrijf 5] en/of
[bedrijf 6] , althans een ander, althans alleen,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een of meer medewerkers van) het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft bewogen tot
  • de afgifte van 50.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22100378,en/of
  • de afgifte van 50.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22100588,en/of
  • de afgifte van 50.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22100486,althans (telkens) een hoeveelheid geld, en/of
  • het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaanvan een schuld, te weten het verlenen en/of vaststellen van een of meer subsidies in het kader van de regeling Noordelijke Innovatie Faciliteit (NIOF) met betrekking tot projectnummer(s) 22100378 en/of 22100588 en/of 22100486,
immers heeft verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n), althans alleen, met vorenomschreven oogmerk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven dat SNN benaderd en/of aan dat SNN een of meer documenten doen/laten toekomen, te weten
ten aanzien van projectnummer 22100378:
  • een aanvraag voor subsidie en/of een projectbeschrijving en/of een begroting vanonderzoekskosten, en/of
  • een verzoek om een voorschot, en/of
  • een vals rapport werkzaamheden en/of urenoverzicht onderzoek, en/of
  • een valse urenspecificatie van (een) (zogenaamde) onderzoeker(s), en/of
  • een verzoek om vaststelling van subsidie, en/of
  • een of meer valse factuur/facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien vanprojectomschrijving (dossierpagina 878 ev), en/of
ten aanzien van projectnummer 22100588:
  • een aanvraag voor subsidie en/of een projectbeschrijving en/of een begroting vanonderzoekskosten, en/of
  • een verzoek om vaststelling van subsidie, en/of
  • een of meer valse factuur/facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien vanprojectomschrijving (dossierpagina 1594 ev), en/of
ten aanzien van projectnummer 22100486:
  • een aanvraag voor subsidie en/of een projectbeschrijving en/of een begroting vanonderzoekskosten, en/of
  • een verzoek om vaststelling van subsidie, en/of
  • een of meer valse factuur/facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien vanprojectomschrijving (AH-019-06-20),
en/of
  • ( telkens) bij dat SNN de indruk gewekt dat de aanvraag van die NIOF-subsidie, en/of andereverzoeken en/of toelichting/correspondentie omtrent die NIOF-subsidieprocedure, aan de NIOFvoorwaarden voldeed/voldeden, terwijl het in werkelijkheid (hoofdzakelijk) andere, niet-subsidiabele, uitgaven/kosten betrof, en/of
  • ( aldus) zich (telkens) voorgedaan als bonafide aanvrager(s) van subsidie bij SNN,
waardoor (die medewerker(s) van) dat SNN (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n) en/of het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feiten 1, 2, 3 en 4.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen bewijsverweren gevoerd en zij heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten kunnen worden bewezenverklaard.
Oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij de ten laste gelegde handelingen heeft uitgevoerd, maar hij heeft het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling niet ondubbelzinnig bekend. De rechtbank acht de feiten niettemin in al hun onderdelen wettig en overtuigend bewezen en past (zakelijk weergegeven) de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten.
1
Aangifte
Op 31 augustus 2016 heeft [naam 2] , namens Samenwerkingsverband Noord-Nederland (hierna: SNN), aangifte gedaan van valsheid in geschrift en oplichting.
2Deze aangifte houdt, voor zover hier van belang, het navolgende in.
Het SNN is een samenwerkingsverband van de drie Noordelijke provincies, met onder meer als taak het uitvoeren van subsidieregelingen. Een van de subsidieregelingen die SNN heeft uitgevoerd is de Noordelijke Innovatie Faciliteit (NIOF). Een van de activiteiten die gesubsidieerd werd onder deze regeling, was het doen van een ontwikkelingsproject bij een bedrijf. In dat kader kon een onderneming uit het MKB subsidie krijgen voor onder meer een haalbaarheidsonderzoek of het maken van een prototype. Op grond van de regeling moest deze ondernemer een onafhankelijke derde inhuren, die deskundigheid moet hebben op het onderwerp van het project. De kosten van inhuur van die deskundige kon gesubsidieerd worden. Conform het subsidierecht worden subsidies op grond van de NIOF eerst verleend en wordt na het afronden van het project en een controle een subsidie vastgesteld.
De aangifte richt zich op bedrijven en personen, waarbij [verdachte] de verbindende factor is in diverse subsidieverleningen waarvan SNN van mening is dat die zijn verkregen door frauduleuze handelingen. De heer [verdachte] heeft gedurende jaren opgetreden namens subsidieaanvragers. In sommige gevallen was [bedrijf 1] of [bedrijf 7] de aanvrager en is een andere onderneming de ingehuurde deskundige en in andere gevallen was dat andersom.
Kort samengevat gebeurt het volgende:
Een ondernemer vraagt subsidie bij het SNN voor het doen van een onderzoek en huurt [bedrijf 1] of [bedrijf 7] in als deskundige voor dit onderzoek. De kosten van het onderzoek bedragen rond de € 100.000. Het maximum van de te verkrijgen subsidie is 50% van dit bedrag (€ 50.000). Tijdens de uitvoering van het project kan de ondernemer een voorschot krijgen op het subsidiebedrag. Na enige tijd doet de ondernemer een verzoek tot vaststelling van de subsidie. Hierbij wordt het onderzoeksrapport ingeleverd, alsmede facturen, betalingsbewijzen en een controleverklaring van een onafhankelijk accountant. Daarna wordt de subsidie, wanneer er geen bijzonderheden zijn op basis van de ontvangen documentatie, vastgesteld en krijgt de ondernemer zijn 50% subsidie.
Ondertussen is, naar inmiddels is gebleken, door [bedrijf 1] of [bedrijf 7] een onderzoeksrapport opgesteld dat geen waarde vertegenwoordigt, of in ieder geval in het geheel niet de waarde die uit de factuur van [bedrijf 1] of [bedrijf 7] naar voren komt. Het lijkt erop dat er onderzoeksrapporten worden gemaakt waar geen daadwerkelijk onderzoek aan ten grondslag ligt. Uit de gegevens, dat wil zeggen de facturen met leveringen aan subsidieontvangers waarbij de factuur naar [bedrijf 1] is gestuurd en overzichten waarin het verband wordt gelegd tussen inkopen van [bedrijf 1] en verkopen van [bedrijf 1] aan de subsidieontvangers die het SNN via het informatieplein heeft ontvangen, blijkt dat tegenover de betaling van de ondernemer aan [bedrijf 1] of [bedrijf 7] niet alleen een fictief onderzoeksrapport staat, maar vooral levering van machines en apparatuur. Aankoop van machines en apparatuur is op grond van de subsidieregeling niet subsidiabel. De ondernemer koopt een machine of apparatuur. Deze machine wordt afgeleverd (en geïnstalleerd) bij de ondernemer en de factuur van de leverancier wordt in overleg met [verdachte] gestuurd naar [bedrijf 1] of [bedrijf 7] . [bedrijf 1] of [bedrijf 7] op haar beurt stuurt een factuur naar de ondernemer. Op deze factuur staat niet de levering van de apparatuur maar worden de kosten omschreven als onderzoekskosten dan wel de kosten voor het opstellen van een onderzoeksrapport. De ondernemer betaalt vervolgens een bedrag voor het fictieve onderzoeksrapport aan [bedrijf 1] of [bedrijf 7] . SNN is echter op basis van de informatie uit de administratie van [bedrijf 1] gebleken dat de ondernemer betaalt voor de levering van de machines of apparatuur doordat in overzichten in de administratie van [bedrijf 1] de koppeling wordt gelegd tussen de inkopen van [bedrijf 1] en de facturen aan de andere partijen.
Het resultaat is dat er een subsidiebedrag is betaald door het SNN voor een niet uitgevoerd onderzoek, terwijl dat geld door de ondernemer feitelijk wordt gebruikt voor inkoop van machines/apparatuur. [bedrijf 1] ontvangt van de ondernemer een deel van de subsidie voor het (initiëren en) faciliteren van deze constructie. In een aantal gevallen is [bedrijf 1] de aanvrager van de subsidie en zijn het andere bedrijven die de rol van deskundige op zich nemen.
De rechtbank zal hierna per feit de bewijsmiddelen behandelen, waarbij ten aanzien van sommige feiten wederom zal worden verwezen naar de aangifte van SNN.
Feit 1 ( [bedrijf 1] )
Projectnummer 22120255
Door de politie zijn in het zaakdossier de onderliggende stukken van de subsidieaanvraag bij SNN beschreven en daarvan is een analyse gemaakt.
3
Uit de documenten ontvangen van de aangever SNN blijkt dat, op 3 april 2012, [bedrijf 1] een aanvraag voor subsidie ingediend heeft bij SNN voor een haalbaarheidsonderzoek.
4Het project met nummer 22120255 betreft een haalbaarheidsonderzoek naar een innovatieve methode/techniek voor het kunnen maken van een duurzaam product in het bestrijden van schimmelgroei in proceswater. De projectbeschrijving geeft aan dat de kosten worden begroot op € 98.750 exclusief BTW op basis van 790 werkuren en een tarief van € 125 per uur.
5Het Centraalbureau voor Schimmelcultures zal het onderzoek uitvoeren. Er wordt uitgegaan van een periode van onderzoek van maart 2012 tot december 2012.
Het vaststellingverzoek dat op 10 november 2014 bij SNN is ingediend, bevat onder andere een verslag van resultaat.
6Hierin staat dat de startdatum van het project 2 mei 2012 en de einddatum van het project 4 september 2014 is geweest. De uiteindelijke arbeidstijd is 206 uren ad € 125 per uur geweest met een totaalbedrag van € 25.750 waarvoor een factuur van € 25.000 in rekening is gebracht. Deze bijgevoegde factuur
7met als omschrijving: “1e termijn Haalbaarheidsonderzoek naar innovatieve techniek voor kunnen maken van een duurzaam product in bestrijden van schimmelgroei in proceswater” zou volgens het bijgevoegde bankafschrift
8op 18 juli 2012 door [bedrijf 1] zijn betaald aan het Centraalbureau voor Schimmelcultures.
Uit de documenten die in beslag zijn genomen tijdens de huiszoeking in 2016 te Hijken blijkt dat er een brief gedateerd op 11 september 2012, is gemaakt gericht aan dhr./mevr. [naam 3] van het Centraalbureau voor Schimmelcultures en afkomstig van [bedrijf 1] uit naam van [naam 4] .
9De brief is een reactie op een bericht over openstaande facturen. In de brief wordt verzocht om de in het verleden gemaakte kosten te verrekenen met een op verzoek van [bedrijf 1] opgestelde factuur van € 25.000 in verband met de ontvangst van een noordelijke subsidie. In deze brief wordt de heer ir. [verdachte] aangeduid als projectleider en contactpersoon.
Daarnaast zijn er 12 facturen van het Centraalbureau voor Schimmelcultures aan [bedrijf 1] t.a.v. dhr. [verdachte] , in beslag genomen.
10De facturen dateren van 25 mei 2011 tot aan 7 mei 2012. Er zijn twee versies van factuurnummer 1033312: één met de referentie “mail verzoek 25 april” en één zonder referentie.
Er zijn ook aantekeningen in beslag genomen van een opsomming van een 13-tal factuurnummers, data en bedragen.
11Deze gegevens hebben verband met de hierboven genoemde facturen van het CBS. 8 factuurnummers komen namelijk overeen met de gegevens van de in beslag genomen 12 facturen.
De eerste 10 factuurnummers met een totaalbedrag van € 16.700 worden op de aantekeningen met een accolade gekoppeld aan de tekst: “aanmaning 1-sept 2012”. Op de aantekeningen is een roze post-it geplakt met daarop de tekst: “Alles is betaald op 18-7-2012 met 25000,- NIOF project”.
Uit de bankrekeninggegevens van ING-rekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1] komt naar voren dat er in de periode 13 april 2011 t/m 18 juli 2012 in totaal 7 transacties plaats hebben gevonden, met een totaalbedrag van € 27.100, van [bedrijf 1] naar Centraal Bureau voor de Schimmel Cultures.
12Al deze betalingen hebben betrekking op de betaling van facturen, waarvan op 18 juli 2012 voor factuurnummer 1033312 een bedrag van € 25.000,00.
Op 16 april 2015 wordt er een bedrag van € 12.500 ontvangen afkomstig van Provincie Groningen met als omschrijving: “DEF VASTST.NIOF//2010PR022120255”.
Uit de gevorderde gegevens van het CBS blijkt dat er 24 facturen zijn verstuurd naar [bedrijf 1] , waarvan er 11 zijn betaald met een totaalbedrag van € 29.300. De resterende 13 facturen zijn gecrediteerd voor een totaalbedrag van € 25.700. De laatste verstuurde factuur betreft het factuurnummer en bedrag dat ook is ingediend bij SNN.
Getuige [naam 5] , voormalig hoofd van de afdeling dienstverlening toegepast onderzoek bij het Centraalbureau voor Schimmelcultures, heeft het volgende over het rapport verklaard.
13
V: Wanneer is de opdracht van [bedrijf 1] aan uw onderzoeksinstituut verleend voor het uitvoeren van het “Haalbaarheidsonderzoek naar innovatieve techniek voor kunnen maken van een duurzaam product in bestrijden van schimmelgroei in proceswater”?
A: Ergens in de periode 2010-2011.
V: Ik toon u het eindrapport (AAN-001-040-01). Wat vindt u van dit rapport?
A: Rapporten die door ons worden opgesteld zien er niet zo uit. Ik kan me niet voorstellen dat wij dit hebben opgesteld. Ik zie ook dat het rapport uit 2014 zou moeten zijn, terwijl het onderzoek al veel eerder is geweest.
V: Waarom is er een behoorlijk verschil in de begrootte arbeidsuren t.o.v. de werkelijke arbeidsuren? Ik toon u de “Verantwoording uitgevoerde werkzaamheden” (AAN-001-040-01).
A: Zo’n overzicht komt mij niet bekend voor. Wij nemen een dergelijk overzicht echt nooit op in een eindrapport.

Verdachte heeft bij de politie verklaard over dit projectnummer.14

V: De enige ingediende factuur bij SNN (AAN-001-040-02) voor dit project toont een andere omschrijving dan de omschrijving van de factuur zoals het Centraal Bureau voor Schimmelcultures heeft opgesteld (BOB-010-03~03). Hoe kunt u dit verklaren?
A: Ja ja ja. Feitelijk door fout bezig te zijn. lk heb het 1 in lijn gebracht met het ander om daar mee te doen voorkomen dat het project werd betaald met een juiste factuur. Ik heb de factuur gemanipuleerd.
V: In een mailwisseling tussen [bedrijf 1] en CBS (BOB-010-03-28) wordt er door [bedrijf 1] aangevoerd wat de omschrijving op de factuur moet zijn en benadrukt dat dit in belang van de subsidie-eisen is. Wat kunt u hierover verklaren?
A: Ja ik heb deze mailwisseling gevoerd. Ik weet dat ik de factuur uiteindelijk heb aangepast en dat dit behoorlijk fout is geweest van mij. Het is aangepast om de subsidie te krijgen. Anders was de subsidie niet toegekend.
V: Als ik dan vertel dat wat u net heeft verklaard dat dit in juridische zin oplichting betreft, wat is dan uw reactie?
A: Dat is correct.
V: Ik toon u aantekeningen (AH-019-01-12). Hierop staat een post-it met de tekst: “Alles is betaald op 18-7-2012 met 25000 NIOF project”. Wie heeft deze aantekeningen geschreven?
A: Dat heb ik geschreven. Ook de post-it.
V: Wat kunt u over deze aantekeningen vertellen?
A: Dat ze betrekking hebben op alle openstaande facturen van het schimmelinstituut.
V: Ik toon u alle facturen die er door CBS zijn opgesteld voor [bedrijf 1] (BOB-010-03-01). In dit overzicht is te zien dat er 13 facturen met factuurdata van voor de subsidieaanvraag zijn gecrediteerd met een totale waarde van € 25.700. Wat kunt u hierover vertellen?
A: Ja dit klopt helemaal. Deze hebben betrekking op in het verleden uitgevoerde werkzaamheden.
V: De onderzoeksleider dhr. [naam 5] heeft verklaard dat de betrokken onderzoekers bij het onderzoek voor [bedrijf 1] , het bij SNN ingeleverde eindrapport niet hebben geschreven. Hoe kunt u dit verklaren?
A: Dan heb ik dat dus zelf gedaan o.b.v de informatie uit het verleden. Dan heb ik gebruik gemaakt van informatie die niet van hen afkomstig is.
Projectnummer 22110328
Door de politie zijn in het zaakdossier de onderliggende stukken van de subsidieaanvraag bij SNN beschreven en daarvan is een analyse gemaakt.
15
Uit de documenten ontvangen van de aangever SNN blijkt dat [bedrijf 1] een aanvraag voor subsidie bij SNN heeft ingediend.
16Het project met het nummer 22110328 betreft een haalbaarheidsonderzoek naar een concept voor een high performance laboratorium-productoven met programmeerbare sample-invoer/uitvoer. De projectbeschrijving geeft aan dat de kosten worden begroot op € 97.500 exclusief BTW op basis van 780 werkuren en een tarief van € 125 per uur.
17[bedrijf 2] zal het onderzoek gaan uitvoeren in een periode van mei 2011 tot december 2011.
Het overzicht van besteedde uren per activiteit die is bijgevoegd bij het vaststellingsverzoek, toont een onderzoeksperiode van 2 juni 2011 tot 1 december 2012 en als onderzoeker [naam 1] .
18De gerealiseerde uren zijn 811 uren en de kosten € 101.375 excl. BTW. Vanwege een in het document aangeduide afspraak heeft [bedrijf 2] echter € 96.125 in rekening gebracht, middels 4 facturen, bij [bedrijf 1] .
19In het eindrapport staat een andere startdatum in de periode van uitvoering, namelijk: 2 juni 2010 tot 1 december 2012.
20
Bij het vaststellingsverzoek zijn 4 facturen met een totaalbedrag van € 96.125 van [bedrijf 2] aan [bedrijf 1] gevoegd.
21Opmerkelijk is dat de laatste 2 facturen dezelfde factuurdatum hebben.
Uit de documenten die in beslag zijn genomen blijkt dat er een volledig geprint stageonderzoek van een bachelorstudent van de Katholieke Hogeschool Limburg, is aangetroffen.
22Hiervan komt de volledige inhoud, zowel tekst als figuren, grotendeels (met enkele aanpassingen in woordkeuze) overeen met het bij SNN ingediende rapport voor vaststelling.
23
In twee geprinte mailwisselingen gedateerd in de periode van 27 juli 2011 tot 12 augustus 2011, tussen [emailadres] @hotmail.nl en [emailadres] wordt er vanuit de naam [naam 6] een factuur van
[bedrijf 8] van € 29.000 gericht aan [bedrijf 2] met als omschrijving “Betreft Advies en onderzoek [bedrijf 9] 2e termijn advies en onderzoek” gestuurd.
24Op de tweede mailwisseling zijn
handgeschreven aantekeningen gemaakt met de tekst: “Nr 9010-1017/2011 29.000,00 netto [bedrijf 2] --> 30.250, = -> [bedrijf 1] Inno (242 uur)”. Deze gegevens komen overeen met de bij de mail gevoegde en geprint aangetroffen factuur van [bedrijf 8] . Vervolgens wordt er als antwoord op deze mail op 11 augustus 2011 gestuurd: “ [naam 6] , Dat is correct. Wil je daar 30.250,00 netto van maken voor [bedrijf 2] naar [bedrijf 1] , door te splitsen in 2 facturen: 4.500,00 als 13e termijn op project “Ontwikkeling methode/techniek voor het bepalen van hitteresistentie van kunststoffolies”; 25.750,00 als 2e termijn op project “Haalbaarheidsonderzoek naar nieuw concept high performance laboratorium-productoven met de feature voor programmeerbare invoer/uitvoer van samples”. Wil je mij die facturen mailen. De originals graag sturen naar [bedrijf 1] , adres bekend.” Het bericht wordt afgesloten met: “Groet, [verdachte] ”. Op 12 augustus 2011 komt hierop het antwoord vanuit [bedrijf 2] met het bericht: “Daar zijn ze!! Met vriendelijke groet, [naam 6] ”. Bij deze mail zijn 2 bijlagen gevoegd en geprint aangetroffen, en betreffen 2 facturen met factuurdatum 25 juli 2011 van [bedrijf 2] aan [bedrijf 1] met de factuuromschrijvingen en bedragen zoals in voorgaande mail geïnstrueerd is. Eén van deze facturen komt geheel overeen met één van de facturen,
25factuurnummer 110533, die voor het project 22110328 is ingediend bij SNN.
Een derde geprinte mailwisseling vanuit de account [emailadres] @hotmail.nl gedateerd op 23 januari 2012, stuurt een mail door afkomstig van [emailadres] , waarin staat: “Hoi [verdachte] , deze factuur ontvangt [bedrijf 2] nog, voor doorberekening op project “oven” naar ons op het jaar 2011 gr. bw”. Het bericht wordt doorgestuurd, met de tekst: “ [naam 6] , hierbij factuur, ontvang je ook per post. Wil jij deze doorrekenen als 4e termijnfactuur en op 23-12-2011 zetten, project haalbaarheidsonderzoek .. .laboratorium product oven .... “ Voor bedrag 14.375,00 excl. btw. Ik heb van [bedrijf 8] begrepen dat ze op 2011 geen factuur sturen.” De in deze mail genoemde factuurgegevens komen overeen met één van de facturen,
26factuurnummer 41110724 met factuurdatum 23 december 2011, die is ingediend bij SNN.
Uit de bankrekeninggegevens van ING-rekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1]
27blijkt dat in de periode van 23 juni 2011 t/m 28 februari 2012, de 4 facturen die zijn ingediend voor het subsidieproject zijn betaald aan [bedrijf 2] .
28
Op 3 mei 2012 wordt er € 39.000 en op 16 april 2015 wordt er € 9.062,50 ontvangen van de Provincie Groningen.

Getuige [naam 1] heeft verklaard over het rapport.29

V: Ik toon u het onderzoeksplan (AAN-001-039-05), herkent u dit onderzoek? Wat kunt u hierover vertellen?
A: Ik ken deze formulieren niet, het gaat over de oven maar de rest zegt mij niets.
V: Ik toon u het conceptrapport (AAN-001-039-02), herkent u deze? Wat kunt u hierover vertellen?
V: Heeft u dit rapport geschreven?
A: Nee
V: Ik toon u het eindrapport (AAN-001-039-04), herkent u deze? A: Dit is voor mij nietszeggend hier weet ik niets van.

Verdachte heeft bij de politie verklaard over dit projectnummer.30

O: De rest zijn projecten met [bedrijf 2] als onderzoekende partij.
A: De subsidieaanvraag is later gedaan en het onderzoek was toen al uitgevoerd of al lopende. Daardoor voldeed de subsidieaanvraag niet aan de vereisten van SNN.
V: Wat was de gedachten hierachter?
A: Wij deden werk voor [bedrijf 9] in Veendam. We zijn in 2009, tot aan 2011 bezig met onderzoeken verrichten voor [bedrijf 9] . Vanaf het moment 2010 viel [bedrijf 9] niet meer onder de MKB-regeling en kon daardoor geen subsidie ontvangen.
A: We beginnen met een onderzoek voor [bedrijf 9] , voordat het onderzoek afloopt, doen wij de aanvraag voor subsidie. Op ongeveer het moment dat de aanvraag is gedaan zijn de meeste kosten al betaald tussen alle partijen. Dan vervolgens moet voor de subsidieaanvraag [bedrijf 1] [bedrijf 2] betalen. Vervolgens komt [bedrijf 8] meneer [naam 23] erbij, deze partij was nodig om de financiële cirkel rond te krijgen. Omdat wij bankafschriften moeten indienen bij SNN van de betaalde kosten na de subsidieaanvraag.
Feit 2 ( [bedrijf 3] )
Projectnummer 22130462

In de aangifte wordt nader ingegaan op dit projectnummer.31

Ten behoeve van dit project is een voorschot verstrekt van € 39.000 aan [bedrijf 3] BV.
Uit de administratie van [bedrijf 1] blijkt dat het onderzoek naar ‘opwerken afvalolie’ bestaat uit uren gemaakt door [bedrijf 1] en in de administratie zijn een viertal facturen aangetroffen.
Eén van de facturen is van [bedrijf 10] (Peugeotdealer) gericht aan [bedrijf 1] voor de levering van een bedrijfsauto (Peugeot Partner). Deze bedrijfsauto is vervolgens door [bedrijf 1] gefactureerd aan [bedrijf 3] .
De relatie tussen de aankoop van de bedrijfsauto door [bedrijf 1] en de verkoopfactuur aan [bedrijf 3] blijkt uit de eerste pagina van dit document (afkomstig uit de administratie van [bedrijf 1] ). In dit document staat dat de auto bedoeld is voor “transport van fracties afvalolie”. Op de verkoopfactuur van [bedrijf 1] met nummer 20131259 staat dat de factuur is bedoeld voor “ontwikkelen van productietechniek voor opwerken van waterhoudend afvalolie tot hoogwaardig fluxolie”. Deze factuur is door [bedrijf 3] bij SNN ingediend om subsidie over te ontvangen.
Een andere factuur is van [bedrijf 11] voor een termijnbetaling van [bedrijf 12] . Op de website van [bedrijf 11] blijkt dat dit software is voor het administreren en volgen van afvalstromen. Dit is geen onderdeel van het onderzoek naar de wijze van afvalscheiding.
Uit het projectplan van [bedrijf 3] , offerte van [bedrijf 1] en het activiteitenverslag van [bedrijf 1] , welke door [bedrijf 3] bij SNN zijn ingediend ten behoeve van de subsidie, blijkt dat er uitsluitend uren zijn gemaakt door [bedrijf 1] voor het onderzoek. Dat uit de administratie van [bedrijf 1] blijkt dat aan de projectkosten voor het grootste deel externe kosten ten grondslag liggen is niet in overeenstemming met de ontvangen informatie door SNN van [bedrijf 3] . Indien deze informatie bij het verzoek tot vaststelling zou zijn verstrekt aan SNN dan had SNN de verleningsbeschikking ingetrokken.
De door [bedrijf 3] verstrekte gegevens zijn onjuist en misleidend. [bedrijf 3] behaalt hiermee een financieel voordeel waarop geen recht bestaat op grond van de subsidieregeling.
Door de politie zijn in het zaakdossier de onderliggende stukken van de subsidieaanvraag bij SNN beschreven en daarvan is een analyse gemaakt.
32
Uit de documenten blijkt dat SNN op 26 november 2013 een subsidieaanvraag heeft ontvangen namens [bedrijf 3] .
33De subsidieaanvraag heeft betrekking op een ontwikkelingsproject. Bij het aanvraagformulier zitten diverse bijlagen, namelijk een openingsbalans uit de jaarrekening 2013 van [bedrijf 3] , een organogram van [bedrijf 3] , een uittreksel van de Kamer van Koophandel, een NIOF 2013 machtigingsformulier, een projectbeschrijving (offerte) en een ondernemingsbrochure.
In het aanvraagformulier staat als contactpersoon van [bedrijf 3] de heer [naam 7] beschreven en van [bedrijf 1] de heer [verdachte] met de functie ‘consult/onderzoek’.
Het machtigingsformulier
34is op 20 augustus 2013 met de naam van [naam 7] getekend, zijnde algemeen directeur van [bedrijf 3] . De machtiging is met de naam van [bedrijf 3] afgegeven aan [bedrijf 1] waardoor [bedrijf 1] een volmacht kreeg om aanvragen voor de NIOF 2013 in te kunnen dienen en verdere correspondentie hierover te voeren.
De ondertekening van het aanvraagformulier vindt op 25 november 2013 plaats met de naam van ir. [verdachte] .
Door [bedrijf 1] is een offerte opgesteld over de uit te voeren werkzaamheden.
35Dit document bevat een vijftal subactiviteiten die ertoe moeten leiden dat er een advies kan worden gegeven over de mogelijke oplossingsrichtingen. De werkzaamheden zijn begroot op 780 uur onderzoek met een minimaal budget van € 97.500. De offerte is meegestuurd bij de aanvraag ter beoordeling van SNN.
De offerte is de basis voor de uit te voeren werkzaamheden en de uiteindelijke eindrapportage. Uit de offerte blijkt niet dat een auto wordt aangeschaft. In de offerte staat dat het project door eigen medewerkers van [bedrijf 1] zal worden uitgevoerd en dat er geen actieve betrokkenheid van derden plaatsvindt.
Op 20 mei 2014 heeft SNN aan [bedrijf 1] Administration om aanvullende informatie bij [bedrijf 3] gevraagd. Op 10 juni 2014 heeft de SNN een schriftelijke reactie ontvangen.
36In de brief wordt antwoord gegeven op de door SNN gestelde vragen.
Op 14 juli 2014 bericht de SNN aan [bedrijf 3] dat de aanvraag wordt toegekend.
37De subsidiabele onderzoekskosten zijn in de beschikking gemaximeerd op
€ 97.500. Op grond van de subsidievoorwaarde kan [bedrijf 3] tot maximaal 50% hiervan verleend krijgen, zijnde € 48.750.
Op 23 juli 2014 is een voorschotformulier ontvangen door SNN voor het project 22130462.
38Bij de ondertekening van het formulier staat [naam 7] , directeur, met een handtekening. In dit voorschotformulier staat dat € 109.250 aan onderzoekskosten zijn gemaakt. Bij het voorschotformulier zijn gevoegd:
• Rapport van lopend onderzoek werkzaamheden gedateerd 18 juli 2014.
• Een overzicht van het aantal uren, zijnde 777 uur, dat besteed is aan het onderzoek door [bedrijf 1]
.
• Vier facturen van [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] met als omschrijving/kenmerk BO 2013-
142.002/Ontwikkelen productietechniek voor opwerken van waterhoudend afvalolie tot hoogwaardige fluxolie.
• Drie kopieën van bankafschriften waaruit blijkt dat de facturen 20131266/10051123/20131259(inclusief btw) zijn betaald aan [bedrijf 1] . De betalingen zijn afgeschreven van rekening [rekeningnummer] t.n.v. [bedrijf 3] .
Op grond van het voorschotformulier kent SNN een voorschot van € 39.000 toe.
39Op 11 augustus 2014 is dit overgemaakt naar bankrekening [rekeningnummer] van [bedrijf 3] .
Op 22 maart 2016 is een vaststellingsformulier door SNN ontvangen.
40Als bijlagen bij het vaststellingsverzoek is het volgende gevoegd:
• Rapport ‘Ontwikkelen productietechniek voor opwerken waterhoudende afvalolie tothoogwaardige fluxolie’, datum 14 november 2014.
[…]
• Vijf facturen van [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] met als omschrijving/kenmerk BO 2013-142.002/
Ontwikkelen productietechniek voor opwerken van waterhoudend afvalolie tot hoogwaardige fluxolie, met de volgende factuurnummers 20131259, 20131258, 10051123, 10051115, 20131266.
Factuurnummer 20131258 heeft als omschrijving “Ontwikkelen van scheidingstechniek om metalen in oplossing uit chemisch verontreinigd afvalwater te krijgen”.
• Vier details van banktransacties waaruit blijkt dat de negen facturen betaald zijn door [bedrijf 3] vanrekening [rekeningnummer] aan [bedrijf 1] op rekening [rekeningnummer] .
[…]
De vier facturen die bij het voorschot- en vaststellingsformulier zijn gevoegd (factuurnummer: 20131259, 20131266, 10051115, 10051123,) betreffen facturen opgesteld door [bedrijf 1] en zijn geadresseerd aan [bedrijf 3] .
41De facturen hebben als kenmerk Ontwikkelingsproject 802013142.002/”Ontwikkelen productietechniek voor opwerken van waterhoudend afvalolie tot hoogwaardige fluxolie”. Als omschrijving staat op de eerste factuur ‘Starttermijn netto’ op de volgende facturen staat ‘volgtermijn netto’. Op de nota’s staan geen uren vermeld voor uitgevoerde onderzoekwerkzaamheden. Het totaalbedrag van de facturen exclusief btw bedraagt € 109.250.
[naam 7] heeft verklaard dat alle nota’s van [bedrijf 1] waren voorzien van specificaties en dat hij alle [bedrijf 1] facturen voor dit project, heeft geaccordeerd en betaald.
42SNN heeft deze specificaties niet ontvangen. Zij kregen alleen de nota’s die door [bedrijf 1] waren opgesteld. Uit deze facturen is niet op te maken waar de kosten concreet betrekking op hebben.
Op basis van de facturen die door [bedrijf 3] zijn aangeleverd bij SNN bij het voorschot- en vaststellingsverzoek is onderstaand overzicht gemaakt.
Factuurdatum
Factuurnummer
Bedrag excl. btw
Bedrag incl. btw
27-11-2013
20131259
€ 26.000,00
€ 31.460,00
31-12-2013
20131266
€ 28.750,00
€ 34.787,50
15-01-2014
10051115
€ 25.125,00
€ 30.401,25
31-01-2014
10051123
€ 29.375,00
€ 35.543,75
In het (eind)rapport dat ter verantwoording aan de SNN is aangeleverd, is een bijlage bijgevoegd met de bestede activiteiten/uren (14 november 2014). Hierin wordt verantwoord dat 778 uren onderzoek en/of advies werkzaamheden zijn verricht door [bedrijf 1] voor het project. Op 25 april 2016 wordt een aanvullend verzoek ingestuurd. Hierin wordt verzocht om € 12.000 mee te nemen van factuur 10051123. Als reden wordt aangegeven dat het onduidelijk was hoe de € 12.000 gedeclareerd moest worden. Als bijlage worden de bestede activiteiten/uren bijgevoegd met kosten middelen. Dit bedrag komt overeen met de doorbelaste facturen, die betaald zijn door [bedrijf 3] van rekening
[rekeningnummer] aan [bedrijf 1] . De gerapporteerde onderzoekskosten worden hierdoor € 109.250. Dit bedrag was bij de bevoorschotting ook als subsidiabele kosten opgevoerd.
Op 27 oktober 2016 heeft een doorzoeking ter inbeslagname plaatsgevonden op het kantooradres van [bedrijf 1] (in Assen) en op het woonadres van verdachte [naam 4] (Hijken). Tijdens de voornoemde doorzoeking zijn diverse administratieve goederen in beslag genomen die te relateren zijn aan project 22130462.
Allereerst is er een overeenkomst in beslag genomen.
43Als partijen in de overeenkomst staan [bedrijf 3] en [bedrijf 1] beschreven, respectievelijk vertegenwoordigd door [naam 7] en [naam 4] . In deze overeenkomst staat het volgende:
• [ [bedrijf 1] is gevraagd om project subsidieaanvragen NIOF te doen.
• [ De grootte van de subsidieaanvraag is indicatief € 100.000 per project.
• [ [bedrijf 1] ontvangt 15% van de subsidie zodra een voorschot betaling door [bedrijf 3] is ontvangen.
• [ € 2.500 voor het opleveren van de noodzakelijke projectadministratie en € 800 voor decontrolekosten van de accountant.
• [ Projectmedewerkers zullen in dienst worden genomen bij [bedrijf 1] t.b.v. de werkzaamheden van[bedrijf 3] .
• [ [bedrijf 3] zal te allen tijde de personele verplichtingen voldoen aan [bedrijf 1] .
De overeenkomst is op 26 augustus 2013 overeengekomen en getekend met de namen van [naam 4] en [naam 7] .
Ten tweede zijn er facturen in beslag genomen. De facturen, met logo van [bedrijf 1] , zijn hetzelfde als de facturen die aan SNN zijn verantwoord. De facturen dienen ter onderbouwing van de onderzoeksuren. Achter elke factuur opgesteld door [bedrijf 1] en gefactureerd aan [bedrijf 3] zaten één of meerdere facturen van derden en specificaties van loonkosten.
44Deze specificaties zijn niet aan SNN verantwoord.
[naam 7] heeft verklaard dat hij de facturen met specificaties wel heeft ontvangen. Op basis hiervan heeft hij de [bedrijf 1] facturen ook betaald.
45
Van de aangetroffen facturen uit voornoemde doorzoeking is onderstaand overzicht gemaakt.
De ING-rekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1] is nader geanalyseerd.
46[bedrijf 3] heeft vanaf bankrekeningnummer [rekeningnummer] meerdere betalingen verricht aan [bedrijf 1] . De betalingen hebben omschrijvingen die overeenkomen met de hierboven genoemde factuurnummers. Het totaal van deze betaalde facturen bedraagt € 132.192,50, waarvan € 109.250 exclusief btw, conform bedrag eindrapport.
Uit analyse van ING-rekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1] blijkt tevens dat [bedrijf 1] meerdere betalingen heeft verricht aan derden. Deze betalingen komen overeen met de facturen van derden zoals aangetroffen tijdens voornoemde doorzoeking. Uit de analyse van de bankrekening blijkt dat de nota’s van derden gelijktijdig of net iets later betaald werden dan dat [bedrijf 3] de nota aan [bedrijf 1] had betaald. Uit de analyse kwam een steeds terugkerende betalingsmethodiek naar voren. [bedrijf 1] ontvangt van een derde een factuur. Vervolgens factureert [bedrijf 1] dit bedrag, verhoogd met btw, door aan [bedrijf 3] . [bedrijf 3] betaalt vervolgens de factuur aan [bedrijf 1] en deze betaalt de derde. Dezelfde systematiek zien we bij het door factureren en betalen van de loonkosten van derden. Er is hierdoor een direct verband tussen de facturen en/of loonkosten van derden en de betalingen van [bedrijf 3] aan [bedrijf 1] . Zie de uitgebreide uitwerking hieronder van de specifieke facturen en tabel 5 voor een schematisch overzicht van het onderstaande.
Factuur 20131259 heeft als factuurdatum 27 november 2013. De achterliggende factuur/specificatie geeft aan dat dit een tweetal nota’s van facturen van derden betreffen.
47Te weten [bedrijf 10] ad € 12.000 en [bedrijf 13] ad € 13.898,10. [bedrijf 1] heeft een nota van € 101,90 aan [bedrijf 3] verstuurd. Gebroeders [bedrijf 3] heeft deze nota voldaan op 29 november 2013.
Factuur 20131266 heeft als factuurdatum 31 december 2013. De achterliggende facturen/specificaties geven aan dat de nota van een derde, zijnde [bedrijf 11] ad € 25.000 is betaald.
48Daarnaast is een bedrag van € 3.750 meegenomen die niet is gespecificeerd met een achterliggende factuur. [bedrijf 3] heeft de nota op 10 januari 2014 voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 10051115 heeft als factuurdatum 4 oktober 2013. De achterliggende facturen/specificaties betreffen de loonkosten van [naam 8] , [naam 9] , [naam 10] en [naam 11] over de maand januari 2014.
49Met inbegrip van de [bedrijf 1] kosten van € 29,98 bedraagt de nota € 25.125. Opmerkelijk is dat de nota al in 2013 is opgemaakt. Op 7 februari 2014 is nota voldaan aan [bedrijf 1] door [bedrijf 3]
.
Factuur 10051123 heeft als factuurdatum 31 januari 2014. De achterliggende facturen/specificaties geven aan dat dit personeelskosten betreffen van [naam 8] , [naam 9] , [naam 10] , [naam 11] , [naam 12] en [naam 13] .
50Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 29.375 exclusief btw. En inclusief een nota van [bedrijf 1] van € 29,98. Op 14 februari 2014 heeft [bedrijf 3] de nota 10051123 voldaan aan [bedrijf 1] .
De politie heeft getuigen gehoord over de achterliggende facturen.
Getuige [naam 14] is werkzaam bij [bedrijf 13] en heeft het volgende verklaard over het onderhavige project.
51
V: Wat is jullie product geweest?
A: Het opbouwen van een aanvraag waarop je uiteindelijk een beschikking krijgt.
V: Is er door u specifiek onderzoek geweest naar ‘Ontwikkelen productietechniek voor opwerken van waterhoudende afvalolie tot hoogwaardige fluxolie?’
A: Nee. Wij hebben de input geleverd voor iemand anders om een besluit te kunnen nemen om verder te ontwikkelen. Ik heb geen rapport geleverd.
Getuige [naam 15] is werkzaam bij [bedrijf 10] . Hij heeft het volgende verklaard over de aankoop van de auto’s.
52
V: In november 2013 zijn een tweetal auto’s met kenteken [kenteken] en [kenteken] aan [bedrijf 3] verkocht. Hoe is deze verkoop tot stand gekomen?
A: In eerste instantie heb ik een koopcontract opgesteld en dit afgestemd met [naam 7] . Op het moment van tekenen zei [naam 7] dat het even anders moest. Hij zei dat een ander bedrijf de aankoop van zijn auto’s deed i.v.m. subsidie.
Met betrekking tot de personeelskosten heeft getuige [naam 8] het volgende verklaard.
53
V: U heeft een gesprek met [naam 7] over de arbeidsvoorwaarden en de te verrichten werkzaamheden. U heeft een contract van [bedrijf 1] terwijl u daar niet mee gesproken heeft.
A: Klopt.
V: In het organogram staan onderstaande personen. Weet u ook wie deze mensen zijn? [naam 11] , [naam 9] , [naam 10] , [naam 12] , [naam 16] , [naam 17] en [naam 13] .
V: Wat deden deze mensen inhoudelijk voor werk? Waren zij onderzoekers?
A: Nee, zij deden niks aan onderzoek.
V: Heeft u in het verleden werkzaamheden verricht als onderzoeker?
A: Nee.
Projectnummer 22130286
Door de politie zijn in het zaakdossier de onderliggende stukken van de subsidieaanvraag bij SNN beschreven en daarvan is een analyse gemaakt.
54
De aangever heeft bij en in aanvulling op haar aangifte documenten met betrekking tot project 22130286 verstrekt. Uit de documenten blijkt dat SNN op 28 augustus 2013 een subsidieaanvraag heeft ontvangen van en namens [bedrijf 3] .
55De subsidieaanvraag heeft betrekking op een ontwikkelingsproject. Bij het aanvraagformulier zitten diverse bijlagen: een openingsbalans uit de jaarrekening 2013 van [bedrijf 3] , een organogram van [bedrijf 3] , een uittreksel van de Kamer van Koophandel, een NIOF 2013 machtigingsformulier, een projectbeschrijving en een ondernemingsbrochure.
In het aanvraagformulier staat als contactpersoon voor [bedrijf 3] de heer [naam 7] beschreven en voor [bedrijf 1] de heer [verdachte] met de functie ‘consult/onderzoek’.
Het machtigingsformulier is op 20 augustus 2013 ondertekend door [naam 7] , algemeen directeur van [bedrijf 3] . De machtiging is door [bedrijf 3] afgegeven aan [bedrijf 1] waardoor [bedrijf 1] een volmacht kreeg om aanvragen voor de NIOF 2013 in te kunnen dienen en verdere correspondentie hierover te voeren.
De ondertekening van het aanvraagformulier vindt op 28 augustus 2013 plaats door ir. [verdachte] .
In de projectbeschrijving staan het doel en de uit te voeren activiteiten omschreven. Als doel staat omschreven: “een onderzoek naar het vinden van een procesmethode/techniek voor het isoleren van gesuspendeerde- en in oplossing zijnde (zware) metalen uit proceswater”. Het totaal te verrichten onderzoek wordt hierbij begroot op 810 uren á € 125, zijnde € 101.250. Uit de projectbeschrijving kan blijken dat [bedrijf 1] het onderzoek verricht.
Op 22 januari 2014 heeft SNN aanvullende informatie bij [bedrijf 3] opgevraagd. Op 18 februari 2014 heeft de SNN een schriftelijke reactie ontvangen.
56In de brief wordt antwoord gegeven op de door SNN gestelde vragen. Op 21 maart 2014 bericht de SNN aan [bedrijf 3] en [bedrijf 7] hierop dat de aanvraag wordt afgewezen, waarop de SNN op 15 april 2014 een brief ontvangt met nadere uitleg over het geleverde prototype door [bedrijf 1] .
57
Uit de beschikking van 13 juni 2014 blijkt dat de SNN op 3 juni 2014 een bedrijfsbezoek heeft gebracht aan [bedrijf 3] en dat er op 10 juni 2014 nogmaals aanvullende informatie is geleverd.
58Op grond daarvan heeft SNN beschikt dat ter ondersteuning van de ontwikkeling en bouw van een prototype reinigingsinstallatie € 50.000 wordt verleend.
Op 2 juli 2014 is een voorschotformulier ingediend voor het project.
59In dit voorschotformulier staat dat € 88.500 aan onderzoekskosten zijn gemaakt. Bij het voorschotformulier zijn gevoegd:
• Rapport van lopend onderzoek werkzaamheden gedateerd 30 juni 2014.
• Een overzicht van het aantal uren dat besteed is aan het onderzoek door [bedrijf 1] .
• Zeven facturen van [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] met als omschrijving/kenmerk ‘BD 2013-105.o01
Ontwikkelen van scheidingstechniek om metalen in oplossing uit chemisch verontreinigd afvalwater te krijgen’.
• Vijf kopieën van bankafschriften waaruit blijkt dat de facturen (inclusief btw) zijn betaald aan [bedrijf1] . De betalingen zijn afgeschreven van rekening [rekeningnummer] t.n.v. [bedrijf 3] .
Op grond van het voorschotformulier kent SNN een voorschot van € 40.000 toe.
60Op 1 augustus 2014 is dit overgemaakt naar bankrekening [rekeningnummer] van [bedrijf 3] .
61
Op 22 februari 2016 is een vaststellingsformulier ingediend.
62Als bijlagen bij het vaststellingsverzoek is het volgende gevoegd:
• Rapport ‘Ontwikkelen scheidingstechniek om metalen die opgelost zijn in chemisch verontreinigdafvalwater te isoleren’, datum 16 december 2014. Op pagina 12 hiervan staat als bestede activiteiten 907 tot 16 december 2014/ [naam 4] - [naam 10] - [naam 11] .
[…]
• Negen facturen van [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] met als omschrijving /kenmerk ‘BD 2013-105.o01 Ontwikkelen van scheidingstechniek om metalen in oplossing uit chemisch verontreinigd afvalwater te krijgen’, met de volgende factuurnummers 20131225, 20131223, 20131235, 20131238, 20131240, 20131258, 20131259, 20131245.
• Negen details van banktransacties waaruit blijkt dat de negen facturen betaald zijn door [bedrijf 3]van rekening [rekeningnummer] aan [bedrijf 1] op rekening [rekeningnummer] .
[…]
De negen facturen die bij het voorschot- en vaststellingsformulier zijn gevoegd (factuurnummer: 20131225, 20131223, 20131235, 20131238, 20131240, 20131258, 20131259, 20131245) betreffen facturen opgesteld door [bedrijf 1] en zijn geadresseerd aan [bedrijf 3] .
63De facturen hebben als kenmerk ‘Ontwikkelingsproject BD 2013-105.o01/Ontwikkelen van scheidingstechniek om metalen in oplossing uit chemisch verontreinigd afvalwater te krijgen. Als omschrijving staat op de eerste factuur ‘Starttermijn netto’ op de acht volgende facturen staat ‘volgtermijn netto’. Op de nota’s staan geen uren vermeld voor uitgevoerde onderzoekwerkzaamheden. Het totaalbedrag van de facturen exclusief btw bedraagt € 139.375. Opmerkelijk is dat factuur 20131259 met pen is doorgekrast. Als deze factuur niet wordt meegenomen bedraagt het totaalbedrag van de facturen € 113.375 (zie tabel 1).
Op basis van de facturen die door [bedrijf 3] zijn aangeleverd bij SNN bij het voorschot- en vaststellingsverzoek is onderstaand overzicht gemaakt.
In het (eind)rapport ‘ontwikkelen scheidingstechniek om metalen die opgelost zijn in chemisch verontreinigd afvalwater te isoleren’ die ter verantwoording aan de SNN is aangeleverd staat op pagina 12 geschreven ‘besteedde activiteiten/uren tot 16 december 2014/ [naam 4] - [naam 10] [naam 11] 907 uren onderzoek/advies’. Hieruit kan blijken dat in het rapport verantwoord wordt dat [naam 4] , [naam 10] en [naam 11] 907 uren onderzoek en/of advies werkzaamheden hebben verricht voor het project tot ontwikkeling van eerder genoemde scheidingstechniek.
Op 27 oktober 2016 heeft een doorzoeking ter inbeslagname plaatsgevonden op het kantooradres van [bedrijf 1] (Assen) en op het woonadres van verdachte [naam 4] (Hijken). Tijdens de doorzoeking zijn diverse administratieve goederen in beslag genomen die te relateren zijn aan project 22130286.
Allereerst is er een overeenkomst in beslag genomen.
64Als partijen in de overeenkomst staan [bedrijf 3] en [bedrijf 1] beschreven, respectievelijk vertegenwoordigd door [naam 7] en [naam 4] . In deze overeenkomst staat het volgende:
• [ [bedrijf 1] is gevraagd om project subsidieaanvragen NIOF te doen.
• [ De grootte van de subsidieaanvraag is indicatief 100.000 per project.
• [ [bedrijf 1] ontvangt 15% van de subsidie zodra een voorschot betaling door [bedrijf 3] is ontvangen.
• [ € 2.500 voor het opleveren van de noodzakelijke projectadministratie en € 800 voor decontrolekosten van de accountant.
• [ Projectmedewerkers zullen in dienst worden genomen bij [bedrijf 1] t.b.v. de werkzaamheden van[bedrijf 3] .
• [ [bedrijf 3] zal te allen tijde de personele verplichtingen voldoen aan [bedrijf 1] .
De overeenkomst is op 26 augustus 2013 overeengekomen en getekend door [naam 4] en [naam 7] .
Ten tweede zijn er facturen in beslag genomen. Deze facturen betreffen specificaties van facturen van derden en specificaties van loonkosten.
65Deze facturen zijn in de administratie van [bedrijf 1] aangetroffen achter elke factuur zoals deze aan SNN is verantwoord en aangeleverd bij de voorschoten vaststellingsformulieren.
66Achter elke factuur opgesteld door [bedrijf 1] en gefactureerd aan [bedrijf 3] zaten één of meerdere facturen van derden en specificaties van loonkosten. Alleen achter factuur 20131258 zat geen andere factuur geplaatst. Het totaalbedrag van de facturen exclusief btw bedraagt € 113.375. Op basis van de aangetroffen facturen uit voornoemde doorzoeking is onderstaand overzicht gemaakt.
De ING-rekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1] is nader geanalyseerd.
67[bedrijf 3] heeft vanaf bankrekeningnummer [rekeningnummer] meerdere betalingen verricht aan [bedrijf 1] . De betalingen hebben omschrijvingen die overeenkomen met de hierboven genoemde factuurnummers. Het totaal van deze betaalde facturen bedraagt € 168.643,75, waarvan € 113.375 exclusief btw (zie tabel 8).
Uit analyse van ING-rekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1] blijkt tevens dat [bedrijf 1] meerdere betalingen heeft verricht aan derden. Deze betalingen komen overeen met de facturen van derden zoals aangetroffen tijdens voornoemde doorzoeking.
Uit de analyse kwam een steeds terugkerende betalingsmethodiek naar voren met betrekking tot nota’s derden. [bedrijf 1] ontvangt van een derde een factuur. Vervolgens factureert [bedrijf 1] dit bedrag verhoogd met btw door aan [bedrijf 3] . [bedrijf 3] betaalt vervolgens de factuur aan [bedrijf 1] en deze betaalt de derde. Dezelfde systematiek zien we bij het door factureren en betalen van de loonkosten van derden. Er is hierdoor een direct verband tussen de facturen en/of loonkosten van derden en de betalingen van [bedrijf 3] aan [bedrijf 1] . Dit terwijl er in het eindrapport van project 22130286 zoals aangeleverd aan SNN staat dat er 907 onderzoek- en adviesuren zijn gemaakt. Uitgaande van het begrote uurtarief zoals benoemd in het aanvraagformulier ad € 125 bedragen de gerapporteerde onderzoekskosten € 113.375. Dit totaalbedrag komt overeen met de doorbelaste facturen, die betaald zijn door [bedrijf 3] van rekening [rekeningnummer] aan [bedrijf 1] . Zie de uitgebreide uitwerking hieronder van de specifieke facturen en tabel 9 voor een schematisch overzicht van het onderstaande.
Factuur 20131223 heeft als factuurdatum 9 september 2013. De achterliggende factuur/specificatie geeft aan dat dit personeelskosten betreffen van [naam 8] voor de maand augustus 2013.
68Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 3.125 exclusief btw. Uit de achterliggende factuur/specificatie blijkt dat het netto salarisbedrag € 1.381,63 bedraagt. Op 4 september 2013 is € 1.381,63 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [naam 8] . Op 11 oktober 2013 heeft [bedrijf 3] de nota’s 20131225 en 20131223 gezamenlijk voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 20131225 heeft als factuurdatum 10 september 2013. De achterliggende facturen/specificaties geven aan dat dit personeelskosten betreffen van [naam 8] voor de maand september 2013 en een nota van [bedrijf 13] met factuurnummer 2013272.
69Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 14.000 exclusief btw. De factuur van [bedrijf 13] ad € 13.107,33 (€ 10.832,5 ex. btw) is op 14 oktober 2013 door [bedrijf 1] aan [bedrijf 13] voldaan. Uit de achterliggende factuur/specificatie blijkt dat het netto salarisbedrag voor [naam 8] € 1.381,63 bedraagt. Op 4 september 2013 is € 1.656,46 overgemaakt naar voornoemd rekeningnummer op naam van [naam 8] . Op 11 oktober 2013 heeft [bedrijf 3] de nota’s 20131225 en 20131223 gezamenlijk voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 20131235 heeft als factuurdatum 4 oktober 2013. De achterliggende facturen/specificaties geven aan dat dit personeelskosten betreffen van [naam 8] voor de maand oktober en nabetalingen voor de maanden augustus en september 2013 en [naam 9] voor de maand oktober 2013.
70Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 10.375 exclusief btw. Op 23 oktober 2013 wordt er € 2.124,46 overgemaakt naar [naam 8] en € 2.570,95 naar rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [naam 9] . Op 1 november 2013 heeft [bedrijf 3] de nota 20131235 voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 20131238 heeft als factuurdatum 11 oktober 2013. De achterliggende facturen/specificaties geven aan dat dit personeelskosten betreffen van [naam 8] en [naam 9] voor de maand november 2013 en een nota van [bedrijf 18] met factuurnummer 150813098.
71Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 11.000 exclusief btw. De factuur van [bedrijf 18] ad € 2.400 (€ 2.000 ex btw) is op 12 november 2013 door [bedrijf 1] aan [bedrijf 18] voldaan. Uit de achterliggende factuur/specificatie blijkt niet het netto salarisbedrag voor [naam 8] en [naam 9] .
Op 20 november 2013 wordt er € 1.812,46 overgemaakt naar [naam 8] en € 2.570,95 naar [naam 9] . Op 1 november 2013 heeft [bedrijf 3] de nota 20131235 voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 20131240 heeft als factuurdatum 21 oktober 2013. De achterliggende facturen/specificaties geven aan dat dit personeelskosten betreffen van [naam 10] voor de maand november 2013 en een tweetal nota’s van [bedrijf 13] met factuurnummers 2013329 & 2013324.
72Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 23.250 exclusief btw. De facturen van [bedrijf 13] ad € 7.620,82 (€ 6.298,20 ex btw) en € 13.495,01 (€ 11.152,90 ex btw) zijn op 22 november 2013 door [bedrijf 1] aan [bedrijf 13] voldaan. Uit de achterliggende factuur/specificatie blijkt dat het netto salarisbedrag € 2.828,13 bedraagt voor [naam 10] . Op 20 november 2013 is € 2.838,13 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [naam 10] . Op 22
november 2013 heeft [bedrijf 3] de nota 20131235 voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 20131245 heeft als factuurdatum 12 november 2013. De achterliggende facturen/specificaties geven aan dat dit personeelskosten betreffen van [naam 8] , [naam 9] en [naam 10] voor de maand december 2013.
73Uit de achterliggende factuur/specificatie blijkt niet het netto salarisbedrag van deze personen. Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 14.750 exclusief btw. Op 16 december 2013 wordt er € 1.812,46 overgemaakt naar [naam 8] , € 2.570,95 naar [naam 9] en € 2.838,13 naar [naam 10] . Op 13 december 2013 heeft [bedrijf 3] de nota 20131235 voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 20131258 heeft als factuurdatum 26 november 2013. Er zijn geen achterliggende facturen/specificaties aangetroffen. Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 12.000 exclusief btw (€ 14.520 incl. btw). Op 22 november 2013 heeft [bedrijf 3] echter € 28.132,50 voldaan aan [bedrijf 1] . Op 26 november 2013 heeft [bedrijf 1] twee spoedbetalingen van € 14.509,77 gedaan naar rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [bedrijf 10] . Deze betalingen betreffen de aanschaf van een tweetal Peugeot Partners door [bedrijf 3]
.
Factuur 10051190 heeft als factuurdatum 1 juli 2014. De achterliggende facturen/specificaties geven aan dat dit een nota van [bedrijf 13] met factuurnummer 2014102 betreft.
74Het totaalbedrag van de factuur bedraagt € 12.541,47 (€ 10.364,85 ex btw). Op 7 juli 2014 wordt er € 12.541,47 overgemaakt naar [bedrijf 13] . Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 10.375 exclusief btw (€ 12.553,75 incl. btw). Op 4 juli 2014 heeft [bedrijf 3] de nota 20131235 voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 10051229 heeft als factuurdatum 12 september 2014. Er zijn geen achterliggende facturen/specificaties aangetroffen. Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 14.500 exclusief btw (€ 17.545 incl. btw). Op 17 oktober 2014 heeft [bedrijf 3] de nota 10051229 voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 10071237 heeft als factuurdatum 26 februari 2016. De achterliggende facturen/specificaties geven aan dat dit kosten voor rapportage en een accountantsverklaring betreffen.
75Het totaalbedrag van de factuur zoals door [bedrijf 1] verstuurd aan [bedrijf 3] bedraagt € 3.300 exclusief btw (€ 3.993 incl. btw). Hiervan heeft € 800 (excl. btw) betrekking op de accountantsverklaring. Op 19 februari 2016 is er door [bedrijf 19] een accountantsverklaring afgegeven ten behoeve van project 22130286. Op 21 maart 2016 wordt er € 514,25 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [bedrijf 19]. Op 1 april 2016 heeft [bedrijf 3] de nota 10071237 voldaan aan [bedrijf 1] .
Factuur 10051209 heeft als factuurdatum 14 augustus 2016. In de in beslag genomen administratie zijn 2 versies van deze factuur aangetroffen met elk een ander factuur bedrag (€ 7.260 respectievelijk € 9.075).
76Op de facturen zijn ‘post-its’ aangetroffen met het opschrift “Fee op voorschotbetaling” c.q.
“Fee”. Opmerkelijk is dat deze factuur niet is ingestuurd naar SNN ter verantwoording van de gemaakte kosten. Op 8 september 2014 heeft [bedrijf 3] CLD de nota ad € 7.260 voldaan aan [bedrijf
1] .
Verklaringen verdachte
Verdachte heeft bij de politie verklaard over zijn rol bij de subsidieaanvragen van [bedrijf 3] .
77V: Wie diende de stukken in bij SNN voor de vaststelling van de subsidie?
A: Dat was ik, omdat ik een machtiging van [naam 7] had. Ik heb dat neergelegd bij het loket van de SNN.
V: Ik toon u nu een overeenkomst (AH-019-04-01) tussen [bedrijf 1] en [bedrijf 3] . Weet u wie deze overeenkomst heeft opgesteld?
A: Dat heb ik gedaan.

In een later verhoor heeft verdachte het volgende verklaard.78

A: Alle projecten zijn voor een deel gemaakt door mij. De uren en de inzet van de mensen zoals is opgegeven bij SNN hebben niet volledig plaatsgevonden. Dus de projecten voldoen niet aan de voorwaarden van SNN. Dat geldt voor alle projecten van [bedrijf 3] .
Feit 3 ( [bedrijf 4] )
Projectnummer 22130109
Het aanvraagformulier Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit 2013 voor een
‘ontwikkelingsproject voor een technisch productontwerp voor een systeem/apparaat waarmee antiseptisch werken en vlees snijden mogelijk wordt’, is ondertekend door [naam 18] , namens [bedrijf 4] . [verdachte] is vermeld als gemachtigde.
79Uit de begeleidende brief van [naam 19] volgt dat de aanvraag op 9 oktober 2013 is gedaan.
80

In de aangifte wordt nader ingegaan op dit projectnummer.81

Aan dit project is een voorschot verstrekt van € 28.000 aan [bedrijf 4] .
Door de belastingdienst is geconstateerd dat in de administratie van [bedrijf 1] termijnfacturen van
[bedrijf 14] aanwezig zijn voor de levering van diverse R22 Koelinstallaties van in totaal € 525.000 bij [bedrijf 4] . Op deze facturen in de administratie is een post-it geplakt met daarop de nummers van de verkoopfacturen waarmee deze kosten zijn doorbelast aan [bedrijf 4] (deze zijn als bijlage opgenomen bij de aangifte “factuur [bedrijf 14] ”).
Deze verkoopfacturen van [bedrijf 1] betreffen facturen die door [bedrijf 4] bij het voorschotverzoek van beide projecten bij SNN zijn ingediend als zijnde onderzoekskosten voor onderzoek naar de ontwikkeling van Foamreiniging productsysteem en onderzoek naar de ‘ontwikkeling van een fabrieksproces voor Pastrami alla & dressing’.
Uit het projectplan van [bedrijf 4] , de offerte van [bedrijf 1] en het activiteitenverslag van [bedrijf 1] , welke bij SNN zijn ingediend ten behoeve van de subsidie, blijkt dat er uitsluitend uren zijn gemaakt door [bedrijf 1] voor beide onderzoeken en deze door [bedrijf 1] bij [bedrijf 4] in rekening zijn gebracht in het kader van het project.
Uit het document “ [bedrijf 14] - [bedrijf 1] -Scheemda bespreking 18-5-2016” blijkt op de laatste pagina dat [bedrijf 1] heeft uitgewerkt met welke verkoopfacturen van [bedrijf 1] de termijnfacturen van [bedrijf 14] aan [bedrijf 4] zullen worden doorberekend.
Samengevat zijn de door [bedrijf 4] verstrekte gegevens onjuist en misleidend. [bedrijf 4] behaalt hiermee een financieel voordeel waarop geen recht bestaat op grond van de subsidieregeling.
Door de politie zijn in het zaakdossier de onderliggende stukken van de subsidieaanvraag bij SNN beschreven en daarvan is een analyse gemaakt.
82
In het dossier van SNN met betrekking tot project 22130109 zitten stukken die ingediend zijn namens [bedrijf 4] ter onderbouwing van de onderzoekskosten waarvoor subsidie is aangevraagd.
83Deze stukken betreffen onder andere de projectbeschrijving
84, een vaststellingsformulier met daarin het verslag van activiteiten/resultaten
85, urenspecificaties per onderzoeker
86, de facturen van [bedrijf 1] en bankafschriften van [bedrijf 1]
87, en een brief aan SNN ondertekend met de naam [naam 19] .
88
De projectbeschrijving is onderdeel van de aanvraag. Hierin wordt beschreven dat [bedrijf 1] onderzoek zal verrichten naar een foamsysteem. Er wordt in de begroting uitgegaan van onderzoek van 850 uren ad € 125 ex btw, zijnde € 106.250. Er worden geen materiaalkosten voorzien.
Het verslag van activiteiten/resultaten is onderdeel van het vaststellingsverzoek. Hierin wordt een overzicht opgenomen met de geraamde en gerealiseerde projectkosten. Hierin staat dat de kosten 859 uren onderzoek x € 125 = € 107.375 betreft en daarnaast nog € 2.342 materiaal/componenten.
Op verzoek van SNN zijn de uren nader gespecificeerd per onderzoeker. Als onderzoeker worden [naam 4] en [naam 20] opgevoerd.
Ter verantwoording van de kosten zijn facturen van [bedrijf 1] ingediend bij SNN. Op de facturen staat alleen een verwijzing naar Ontwikkelingsproject BD2013-82.o01/022130109. Verder staat er niets op de facturen waaruit blijkt waar het concreet betrekking op heeft. Ook zijn er geen specificaties van de facturen bijgevoegd. Op de bankafschriften van ING bankrekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1] zien we de betaling van die facturen door [bedrijf 4] . In totaal is een bedrag van € 127.070,57 overgemaakt.
Uit de administratie van SNN blijkt dat de SNN voor dit project € 28.000 heeft overgemaakt naar [bedrijf 4] op 28 januari 2016.
89
In de brief die ondertekend is met de naam [naam 19] , wordt aangegeven dat [bedrijf 4] een machtiging had gegeven aan [bedrijf 1] om de aanvragen te doen en de correspondentie met SNN te onderhouden. Daarnaast wordt aangegeven dat het onderzoek wordt uitgevoerd door de heer [naam 8] . Hierbij wordt verwezen naar documenten van [bedrijf 1] die zijn bijgevoegd. Dat betreft een brief gericht aan [naam 19] en onderschreven met [naam 4] . In die brief wordt weer verwezen naar een personeelsbestand van [bedrijf 1] van 2013-10. Hierop staan 12 medewerkers, waaronder [naam 4] als onderzoeker en bestuurder, [naam 20] als onderzoeker, [naam 8] als onderzoeker en [verdachte] als onderzoeker en bestuurder. Aan de brief aan SNN is ook een nieuw aanvraagformulier toegevoegd.
In de woning van [naam 4] in Hijken is een grote hoeveelheid administratie van [bedrijf 1] / [bedrijf 1] aangetroffen. Dit betreft onder andere [bedrijf 1] facturen met specificaties van de onderliggende kosten, overzichten van kostenallocaties, e-mailcorrespondentie en documenten ter onderbouwing van subsidieaanvragen.
De facturen
90van [bedrijf 1] die we aantroffen kwamen allemaal overeen met de facturen die bij SNN zijn ingediend en/of sloten aan met de bankafschriften. Alleen factuur nummer 9 ontbrak. Bij deze facturen troffen we de specificatieoverzichten van deze kosten en de onderliggende stukken. Dit betrof kosten voor leveringen van machines door [bedrijf 14] met daarover een opslag van 20% voor [bedrijf 1] . En het betrof salaris en bijkomende kosten van [naam 20] , een commercieel manager die via [bedrijf 1] werkte voor [bedrijf 4] . Hieruit is te concluderen dat de werkelijke kosten betrekking hebben op andere zaken dan de onderzoeksuren die verantwoord zijn bij SNN. De kosten die daadwerkelijk zijn gemaakt zijn niet subsidiabel onder de voorwaarden van SNN. Zie onderstaande tabel voor de specificaties bij de facturen.
Op de overzichten die we in beslag hebben genomen is te zien hoe onder andere de facturen van levering koeling [bedrijf 14] doorbelast wordt over meerdere projecten waaronder project 22130109.
91
Uit de analyse
92van de ING bankrekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1]
93blijkt dat, gedurende de onderzoeksperiode, er door [bedrijf 1] aan diverse personen lonen zijn uitbetaald. Aan [naam 20] met rekeningnummer [rekeningnummer] , gedurende de periode 21 juni 2013 t/m 31 maart 2014, is er in totaal € 41.194,14 aan salaris uitbetaald. Daarnaast blijkt dat rond de data waarop de [bedrijf 1] facturen worden betaald op haar rekening, zij ook de derden betaalt die we terugvinden in de specificaties (zie tabel 5).
Getuige [naam 20] heeft verklaard dat hij van 1 juni 2013 tot en met 31 maart 2013 is gedetacheerd bij [bedrijf 4] door het bedrijf [bedrijf 1] . De onderzoeken die zouden zijn gedaan voor de subsidie zeggen [naam 20] niets.
94
Verdachte heeft bij de politie verklaard over zijn rol bij de subsidieaanvragen van [bedrijf 4] .
95V: Hoe verliepen de subsidietrajecten bij [bedrijf 4] ?
A: Feitelijk via meneer [naam 18] , getekend door meneer [naam 19] .
A: Ik zie facturen met bedragen en die kloppen. Ja, dat is ook mijn handschrift.
V: Wie stuurde deze facturen?
A: Ik.
V: Wie maakte de facturen op?
A: Ik.
V: Waar hebben deze facturen betrekking op?
A: Op materiaalkosten en uren.
V: Wie diende de aanvragen voor subsidies in bij SNN?
A: Bij machtiging was ik dat.

In een later verhoor heeft verdachte het volgende verklaard.96

A: Je kunt van elk project van [bedrijf 4] stellen dat er in de urenverantwoording en de onderzoekende personen iets niet deugt. Het klopt allemaal niet, de uitsplitsing ook niet. Ik heb het niet meer exact voor ogen. Over het algemeen zijn het aantal uren, gemaakt door de personen die op papier naar SNN gestuurd zijn, niet kloppend; allemaal niet.
V: Hoe zit het met uw verdiensten voor de projecten voor [bedrijf 4] ?
A: Ik rekende 20% bovenop de inkoopfacturen voor [bedrijf 4] die ik via [bedrijf 1] en/of [bedrijf 1] liet betalen.
V: Wat moest u hiervoor doen?
A: Gehele regie over het project en gehele of in geval van een derde partij, gedeeltelijk de projectuitvoering en daarnaast de volledige projectrapportage.
V: Was dit van te voren vastgelegd?
A: Ja.
V: Het feit dat alle kosten via [bedrijf 1] moesten lopen, dat was van tevoren afgesproken en maakt deel uit van de constructie om op deze wijze subsidie te kunnen krijgen? En dat noemt u de projectuitvoering?
A: Ja dat klopt.
V: Bij de [bedrijf 4] worden kostbare machines aangekocht om te kunnen betalen met subsidie, dat was van tevoren zo afgesproken?
A: Ja dat klopt en ik heb dat allemaal verantwoord onder onderzoeksuren, terwijl dat niet klopte.
V: Wie waren hiervan op de hoogte bij [bedrijf 4] ?
A: Meneer [naam 14] en meneer [naam 19] .
Projectnummer 22130620
Door de politie zijn in het zaakdossier de onderliggende stukken van de subsidieaanvraag bij SNN beschreven en daarvan is een analyse gemaakt.
97
In het dossier van SNN met betrekking tot project 22130620 zitten stukken die ingediend zijn namens [bedrijf 4] ter onderbouwing van de onderzoekskosten waarvoor subsidie is aangevraagd.
98Deze stukken betreffen onder andere de projectbeschrijving, een verslag van activiteiten/resultaten, urenspecificaties per onderzoeker, de facturen van [bedrijf 1] en bankafschriften van [bedrijf 1] . De projectbeschrijving is onderdeel van de aanvraag.
99Hierin wordt beschreven dat [bedrijf 1] onderzoek zal doen met als doel het ‘ontwikkelen van een stof die de verkleuring van vlees zal remmen dan wel voorkomen’. Er wordt in de begroting uitgegaan van € 98.000 - € 106.000 op basis van ontwikkeluren ad € 125 ex btw. Dat staat gelijk aan 784-848 uren. Er worden geen materiaalkosten voorzien.
Bij het voorschotverzoek is het verslag van activiteiten/resultaten ingediend.
100Daarin is een overzicht opgenomen met de geraamde en gerealiseerde projectkosten. Dit is een overzicht met de geraamde en gerealiseerde projectkosten. Hierin staat dat de kosten 792 uren onderzoek x € 125 = € 99.000 bedragen. Daaronder staat dat er totaal € 108.750 in rekening is gebracht in verband met bevoorschotting.
Op verzoek van SNN zijn de uren nader gespecificeerd per onderzoeker.
101Als onderzoekers worden [naam 4] en [naam 11] opgevoerd.
Op de facturen van [bedrijf 1]
102staat alleen een verwijzing naar onderzoek naar ‘ontwikkelen van fabrieksproces voor pastrami alla & dressing/project CB2014-141-o01’. Verder staat er niets op de facturen waaruit blijkt waar het concreet betrekking op heeft. Ook zijn er geen specificaties van de facturen bijgevoegd. Op de bankafschriften van ING bankrekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1] zien we de betaling van die facturen door [bedrijf 4] . In onderstaand schema staat een overzicht van de facturen en de betalingen.
Opmerkingen bij tabel
Factuur 1: betaling bank heeft deels betrekking op factuur 10061149 van project 22130731.
Factuur 2: betaling bank heeft deels betrekking op factuur 10061131 van project 22130109.
Factuur 3: betaling bank heeft deels betrekking op factuur 10061113 van project 22130109.
Uit de administratie van SNN blijkt dat de SNN voor dit project € 31.000 heeft overgemaakt naar [bedrijf 4] op 28 januari 2016.
103
In de woning van [naam 4] in Hijken is een grote hoeveelheid administratie van [bedrijf 1] / [bedrijf 1] aangetroffen. Dit betreft onder andere [bedrijf 1] facturen met specificaties van de onderliggende kosten, overzichten van kostenallocaties, e-mailcorrespondentie en documenten ter onderbouwing subsidieaanvraag.
De facturen van [bedrijf 1] die we aantroffen, kwamen allemaal overeen met de facturen die bij SNN zijn ingediend en sloten aan met de bankafschriften (zie tabel 9).
104Bij deze facturen troffen we de specificatieoverzichten van deze kosten en de onderliggende stukken. Dit betrof kosten voor leveringen van [bedrijf 14] met daarover een opslag van gemiddeld 19,2% voor [bedrijf 1] . Hieruit is te concluderen dat de werkelijke kosten betrekking hebben op andere zaken dan de onderzoeksuren/ontwikkeluren die verantwoord zijn bij SNN. De kosten die daadwerkelijk zijn gemaakt zijn niet subsidiabel onder de voorwaarden van SNN. Zie tabel 10 voor de specificaties bij de facturen.
Op de overzichten die we in beslag hebben genomen is te zien hoe onder andere de facturen van levering koeling [bedrijf 14] doorbelast worden over meerdere projecten waaronder project food additief/22130620.
105
Er werd een e-mail aangetroffen van [verdachte] namens [bedrijf 1] van 10 december 2014.
106Hierin wordt [naam 14] geïnstrueerd inzake project 022130620 door [verdachte] . Hij geeft aan wat [naam 14] wel en niet mag/moet zeggen tegen SNN. Hij geeft aan welke beschrijving [naam 14] mag geven van het onderzoek en dat hij moet zeggen dat hij weet dat het project loopt. Daarnaast moet [naam 14] zeggen dat [naam 24] hier meer van weet maar deze week niet aanwezig is en daarom moet doorverwijzen naar [verdachte] .
Uit de analyse
107van de ING bankrekening [rekeningnummer] van [bedrijf 1]
108blijkt dat rond de data waarop de [bedrijf 1] facturen worden betaald op haar rekening, zij ook de derden betaald die we terugvinden in de specificaties (zie tabel 11).
De verklaring van verdachte die ten aanzien van projectnummer 22130109 is opgenomen, is ook relevant ten aanzien van dit projectnummer, en moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.
Feit 4 ( [bedrijf 5] en [bedrijf 6] )
Projectnummer 22100378
Door de politie zijn in het zaakdossier de onderliggende stukken van de subsidieaanvraag bij SNN beschreven en daarvan is een analyse gemaakt.
109
De aangever heeft bij en in aanvulling op haar aangifte documenten met betrekking tot project 22100378 verstrekt. Uit de documenten blijkt dat SNN op 10 juni 2010 een subsidieaanvraag heeft ontvangen van en namens [bedrijf 5] .
110De subsidieaanvraag heeft betrekking op het onderdeel ontwikkelingsprojecten en vermarkting. In het aanvraagformulier staat [bedrijf 1] development vermeld als onafhankelijke deskundige en de heer [verdachte] als contactpersoon van [bedrijf 7] .
Door [bedrijf 7] is een offerte opgesteld over de uit te voeren werkzaamheden.
111Dit document bevat een negental subactiviteiten die ertoe moeten leiden dat er een eindconcept van het meest geschikte systeem kan worden aangeboden. De werkzaamheden zijn begroot op 800 uur onderzoek met een minimaal budget van € 100.000. De offerte is gedateerd op 7 juni 2010 en ondertekend namens [bedrijf 5] on the move en namens [bedrijf 7] .
De offerte is de basis voor de uit te voeren werkzaamheden en de uiteindelijke eindrapportage. Uit de offerte blijkt niet dat een machine wordt aangeschaft.
Op 7 april 2011 heeft SNN het verzoek om voorschot betreffende project 022100378 ontvangen.
112Dit formulier is gedateerd 3 maart 2011 en ondertekend op naam van [naam 21] . Als bijlage bij het verzoek om voorschot zijn bijgevoegd een beknopt verslag van progressie, de offerte, specificatie gedeclareerde kosten t.b.v. betalingsverzoek NIOF 2010, een drietal facturen van [bedrijf 7] en een drietal bankafschriften van [bedrijf 5] . De bedragen die worden afgeschreven van de bankrekening van [bedrijf 5] komen overeen met de bedragen van de facturen van [bedrijf 7] . Voor het voorschot zijn bijlagen bijgevoegd waaruit blijkt welke werkzaamheden zijn uitgevoerd overeenkomstig de offerte, hoeveel uren er aan onderzoek zijn gemaakt, welke kosten aan onderzoek zijn betaald en de facturen betrekking hebbend op het onderzoek. Op grond van het voorschotformulier kent SNN een voorschot van € 40.000 toe.
113Op 8 augustus 2011 is dit overgemaakt naar bankrekening [rekeningnummer] van [bedrijf 5] .
114
Op 6 juni 2012 heeft SNN het verzoek om subsidievaststelling van [bedrijf 5] ontvangen.
115Dit formulier is 21 mei 2012 ondertekend onder de naam van [naam 21] . De handtekening is p.o. getekend. Als bijlage bij het verzoek om subsidievaststelling zijn de volgende documenten bijgevoegd:
• Controleverklaring van de onafhankelijke accountant.
• Specificatie gedeclareerde kosten t.b.v. betalingsverzoek.
• Een drietal facturen [bedrijf 7] .
• Een drietal bankafschriften [bedrijf 5] .
• De offerte.
• Rapport ‘ontwikkelen van concept impregneringssysteem voor textiel producten’.
• Financieel jaarverslag 2010.
Op basis van de facturen [bedrijf 7] die namens [bedrijf 5] zijn aangeleverd bij SNN bij het voorschoten vaststellingsverzoek is onderstaand overzicht gemaakt.
Op de facturen van [bedrijf 7] staat als omschrijving “ontwikkelen van een geavanceerd concept impregnering systeem voor textiele producten”. Verder is uit de facturen van [bedrijf 7] niet te herleiden waar de kosten concreet betrekking op hebben. SNN heeft geen verdere specificatie ontvangen van de werkelijke kosten.
Het is opvallend dat de aanvraag voor een voorschot, welke op 7 april 2011 is ingediend, uitgaat van een drietal facturen met als totaal gemaakte kosten van € 139.973,75. Het verzoek voor de definitieve vaststelling van deze subsidie is ruim een jaar later op 6 juni 2012 ingediend. Als bijlage worden dezelfde facturen met als totaal aan kosten
€ 139.973,75 bijgevoegd. Voor de bevoorschotting wordt bij SNN aangegeven dat het project nog niet gereed is. Ruim een jaar later wordt het project gereed gemeld terwijl er geen extra kosten meer worden verantwoord.
In beide gevallen betreft het 3 facturen met als omschrijving “ontwikkelen van een geavanceerd concept impregnering systeem voor textiele producten.” Op de facturen staan geen uren verantwoord voor uitgevoerde werkzaamheden.
Bij het vaststellingsverzoek is een bijlage bijgevoegd waaruit naar voren komt dat de activiteiten volgens offerte zijn uitgevoerd en dat er voor 941 uur aan werkzaamheden door [bedrijf 7] zijn uitgevoerd aan het ontwikkelen van een geavanceerd impregneersysteem textielproducten.
Op 13 juni 2012 heeft SNN aanvullende informatie opgevraagd bij [bedrijf 5] ter attentie van [naam 21] met betrekking tot het vaststellingsverzoek. SNN verzoekt om een sluitende urenadministratie van [bedrijf 7] voor de uitgevoerde werkzaamheden aan te leveren.
Op 9 juli 2012 heeft SNN een brief ontvangen onder de naam van [naam 21] met als bijlage een urenregistratie van [bedrijf 1] .
116De urenregistratie heeft betrekking op [naam 22] die als onderzoeker van [bedrijf 7] is opgevoerd. Het document is niet getekend.
Op 17 juli 2012 heeft SNN een brief verzonden aan [bedrijf 5] . In deze brief wordt aangegeven dat de onderneming per 2 juli 2012 statutair staat ingeschreven onder de naam [bedrijf 15] . Verzocht wordt om onder andere een gewijzigde organogram aan te leveren alsmede een CV van [naam 22] .
Op 8 augustus 2012 is op naam van [naam 21] een brief verzonden naar SNN.
117Deze brief is p.o. ondertekend. Bij deze brief is een CV van [naam 22] bijgevoegd. Op 28 januari 2013 geeft SNN de beschikking af aan [bedrijf 5] voor € 50.000.
118Er is een voorschot verstrekt van € 40.000. Er wordt nog een aanvullende subsidie overgemaakt van € 10.000 op rekening [rekeningnummer] t.n.v. [bedrijf 5] . Naar aanleiding van de betaling ad € 10.000 van SNN op rekening [rekeningnummer] ten name van [bedrijf 5] blijkt dat deze rekening is opgeheven. Middels de brief van 14 juli 2014 gericht aan [bedrijf 15] , t.a.v. [naam 21] , wordt de resterende € 10.000 overgemaakt op rekening [rekeningnummer] .
119
Op 27 oktober 2016 heeft een doorzoeking plaatsgevonden op het kantooradres van [bedrijf 1] (Assen) en op het woonadres van verdachte [naam 4] (Hijken). Tijdens de voornoemde doorzoeking zijn diverse administratieve goederen in beslag genomen die te relateren zijn aan project 022100378.
Er is een overeenkomst in beslag genomen.
120Als partijen in de overeenkomst staan [bedrijf 5] en [bedrijf 7] beschreven, respectievelijk vertegenwoordigd door [naam 21] en [verdachte] . In deze overeenkomst staat het volgende:
• [ [bedrijf 1] is gevraagd om project subsidieaanvragen NIOF te doen.
• [ De grootte van de subsidieaanvraag is indicatief € 100.000 per project
• [ [bedrijf 1] ontvangt 10% van de subsidie.
• [ € 800 voor de controlekosten van de accountant.
• [ Indien de opdrachtverlening naar [bedrijf 1] gelijktijdig met de subsidieaanvraag loopt zal [bedrijf 1]de ontvangen kostenbedrag restitueren als er geen subsidiebeschikking zou worden verleend.
Er zijn facturen in beslag genomen. De facturen die in de administratie van [bedrijf 7] zijn aangetroffen komen overeen met de facturen die aan SNN zijn verantwoord bij de bevoorschotting en definitieve vaststelling van de subsidie. Het betreft hier de factuurnummers 20100118, 20100172 en 20100182. De facturen dienen ter onderbouwing van de onderzoeksuren. Het totaalbedrag van de facturen exclusief btw bedraagt € 117.625.
Achter de in beslag genomen facturen zaten in een aantal gevallen specificaties. Dit betreffen nota’s van derden, zijnde [bedrijf 16] . Deze specificaties zijn niet meegezonden naar SNN bij de verantwoording van de bevoorschotting en definitieve vaststelling van de subsidie. Op basis van de aangetroffen facturen uit voornoemde doorzoeking is onderstaand overzicht gemaakt.
[bedrijf 7] heeft vanaf bankrekeningnummer [rekeningnummer] meerdere betalingen verricht aan [bedrijf 16] .
121De betalingen hebben omschrijvingen die overeenkomen met de hierboven genoemde factuurnummers die zijn aangetroffen tijdens de doorzoeking. Nadere analyse van de bankrekening [rekeningnummer] geeft het volgende betalingsoverzicht.
Uit de analyse kwam een steeds terugkerende betalingsmethodiek naar voren. [bedrijf 7] ontvangt van [bedrijf 16] een factuur. Vervolgens factureert [bedrijf 7] dit bedrag door aan [bedrijf 5] . [bedrijf 5] betaalt vervolgens de factuur aan [bedrijf 7] en deze betaalt [bedrijf 16] . Er is hierdoor een direct verband tussen de facturen van [bedrijf 16] en de betalingen van [bedrijf 5] aan [bedrijf 7] . Uit bovenstaand overzicht valt op te maken dat de facturen van [bedrijf 16] worden betaald door [bedrijf 7] nadat [bedrijf 5] de rekening van [bedrijf 7] heeft betaald. [bedrijf 7] fungeert als een
“doorgeefluik” voor [bedrijf 5] . Naar SNN zijn de facturen 2010018, 20100172 en 20100182, zoals opgenomen in tabel 4, verantwoord als zijnde subsidiabele kosten bij het eindrapport project 022100378. In dit eindrapport wordt gesuggereerd dat de facturen betrekking hebben op een uitgevoerd onderzoek, waarbij 941 aan onderzoeksuren tegen een tarief van € 125 zijn gefactureerd. De specificaties van de facturen, namelijk de facturen van [bedrijf 16] , worden niet verantwoord aan SNN.
Getuige [naam 22] heeft verklaard dat het CV dat is opgestuurd niet zijn CV is en dat hij deze niet heeft opgestuurd. Hij heeft verklaard dat hij geen onderzoek heeft gedaan naar impregneersystemen en dat hij geen uren heeft geschreven op het project.
122
Projectnummers 22100588 en 22100486
In de aangifte wordt nader ingegaan op de projectnummers 22100588 en 22100486.
123Aanvrager projecten: [bedrijf 6] .
Opgevoerde deskundige in deze projecten: [bedrijf 1] .
Omvang subsidie: € 50.000 en € 50.000.
[bedrijf 1] heeft volgens haar eigen administratie beide projecten niet zelf uitgevoerd maar kosten één op één doorbelast van [bedrijf 17] .
Voor beide projecten heeft [bedrijf 1] facturen ontvangen van [bedrijf 17] ter hoogte van € 100.000.
Bij de aanvraag van project 022100588 heeft SNN expliciet in de brief gevraagd wie namens [bedrijf 1] de deskundige is. In een brief van [bedrijf 6] van 3 januari 2011 wordt aangegeven dat drs. R. de Haan en drs. S. Warris van [bedrijf 1] het onderzoek zullen uitvoeren. Hier wordt niet gesproken over het inhuren van [bedrijf 17] .
Bij de aanvraag van project 022100486 heeft [bedrijf 6] in een brief van 3 november 2010 aangegeven dat het onderzoek door [bedrijf 1] in de personen van drs. [naam 25] en drs. ing. [naam 22] zal worden uitgevoerd.
In een brief van [bedrijf 6] van 3 januari 2011 wordt aangegeven dat [bedrijf 1] mogelijk heel specifieke onderzoekscapaciteit van kennisinstituten (universiteit, TNO) of gelijkwaardig zal gebruiken maar dat bij de aanvraag nog niet zeker is.
Uit de ontvangen informatie door SNN van [bedrijf 6] blijkt dat bij beide projecten [bedrijf 1] alleen maar uren heeft gemaakt voor het project. [bedrijf 1] heeft daarnaast bij beide projecten een onderzoeksrapport geschreven waarin de uitgevoerde werkzaamheden en conclusies zijn opgenomen. Deze informatie klopt niet met de administratie van [bedrijf 1] .
Op basis van een organogram welke door SNN van [bedrijf 6] is ontvangen blijkt dat [bedrijf 17] verbonden is met [bedrijf 6] via een gezamenlijk belang in [bedrijf 5]. Dat [bedrijf 6] een project laat uitvoeren door [bedrijf 1] en dat deze vervolgens [bedrijf 17] inhuurt is niet toegestaan. Dit omdat [bedrijf 17] niet onafhankelijk is van [bedrijf 6] maar een verbonden partij is. Daarnaast blijkt uit de facturen van [bedrijf 17] niet wat door [bedrijf 17] is geleverd en dient nog nader te worden onderzocht of de omschrijving op de factuur overeenkomt met wat feitelijk is geleverd.
Naast het doorbelasten door [bedrijf 1] van de werkelijke kosten ad € 100.000 van [bedrijf 17] aan [bedrijf 6] stuurt [bedrijf 1] na afloop van beide projecten een factuur aan [bedrijf 6] met als omschrijving: “Oplevering project/afwikkelingskosten volgens afspraak 20% van de ontvangen subsidie voor project ..... “.
De door [bedrijf 6] verstrekte gegevens zijn onjuist en misleidend. [bedrijf 6] behaalt hiermee een financieel voordeel waarop geen recht bestaat op grond van de subsidieregeling.
Door de politie zijn in het zaakdossier de onderliggende stukken van de subsidieaanvraag bij SNN beschreven en daarvan is een analyse gemaakt.
124
Er zijn verschillende subsidieaanvragen door verschillende BV’s bij SNN gedaan waarbij [naam 21] de bestuurder van de BV was. [naam 21] heeft in zijn verhoren ook aangegeven dat hij voor deze rechtspersonen subsidies heeft aangevraagd. [naam 21] was als bestuurder en leidinggevende betrokken bij de volgende projecten.
22100588 - Haalbaarheidsonderzoek naar techniek voor insmelten/lamineren van objecten in glas.
22100486 - Marktverkenning voor nieuwe propositie fietsendrager movanext.
Voor [bedrijf 6] is voor een tweetal subsidieaanvragen subsidie uitgekeerd aan [bedrijf 6] .
125Per project is een subsidiebedrag uitgekeerd van € 50.000. [naam 21] is voor beide projecten m.b.t. de subsidieaanvraag het aanspreekpunt voor SNN.
Zowel voor het project 22100588 als voor project 22100486 zijn de gegevens van [bedrijf 7] opgenomen als onafhankelijke deskundige. Bij de aanvraag is voor beide projecten een projectplan bijgevoegd. In het projectplan wordt verwezen naar [bedrijf 7] .
126
Voor het project 22100588 is een vaststellingsformulier, gedateerd 20 maart 2013, ingediend bij SNN.
127Het formulier is getekend onder de naam van [naam 21] . In het vaststellingsformulier is opgenomen dat [bedrijf 7] de deskundige is voor het onderzoek. De onderzoekskosten bedragen € 100.000 en zijn middels een tweetal facturen verantwoord.
In de administratie van [bedrijf 1] , die in beslag is genomen in Hijken, zaten facturen van [bedrijf 1] . Diezelfde facturen
128waren ook gestuurd naar SNN voor verantwoording van onderzoekskosten. Op de facturen van [bedrijf 1] stond alleen de omschrijving van het subsidieproject, waardoor niet te herleiden is waar de facturen werkelijk betrekking op hebben. Als specificatie van deze facturen zijn twee facturen van [bedrijf 17] aangetroffen in de administratie van [bedrijf 1] . Het bedrag van de Indesfacturen is identiek aan het bedrag op de [bedrijf 1] -facturen die uiteindelijk naar SNN zijn verantwoord. De 2 facturen van [bedrijf 17] hebben als omschrijving “Haalbaarheidsonderzoek naar techniek voor insmelten/lamineren van objecten in glas”. De Indesfacturen zijn niet meegezonden naar SNN.
Voor het project 22100486 is een vaststellingsformulier, gedateerd 20 maart 2013, ingediend bij SNN.
129Het formulier is getekend onder de naam van [naam 21] . In het vaststellingsformulier is opgenomen dat [bedrijf 7] de deskundige is voor het onderzoek. De onderzoekskosten bedragen € 100.000 en zijn middels een tweetal facturen van [bedrijf 1] verantwoord.
In de administratie van [bedrijf 1] , die in beslag is genomen in Hijken, zaten facturen van [bedrijf 1] . Diezelfde facturen waren ook gestuurd naar SNN voor verantwoording van onderzoekskosten.
130Op de facturen van [bedrijf 1] stond alleen de omschrijving van het subsidieproject, waardoor niet te herleiden is waar de facturen werkelijk betrekking op hebben.
Uit de in beslag genomen administratie blijkt dat de twee facturen van [bedrijf 1] gespecificeerd zijn met twee facturen van [bedrijf 17] . Op deze Indesfacturen stond de omschrijving “Marktverkenning movanext”. Deze facturen zijn niet meegezonden naar SNN.
Uit verschillende uittreksels uit het handelregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat [naam 21] middellijk bestuurder is van [bedrijf 6] en dat hij evenals [bedrijf 17] (middellijk) bestuurder is geweest van [bedrijf 5] .
131
Verhoren verdachte
Verdachte heeft bij de politie verklaard over zijn rol bij de subsidieaanvragen van [bedrijf 5] .
132V: Met wie had u contact binnen [bedrijf 5] ?
A: [naam 21] als enige in mijn herinnering.
V: Wie van [bedrijf 5] waren betrokken bij de subsidietrajecten bij [bedrijf 5] ?
A: [naam 21] zelf ten aan zien van de planvorming; hoe hij het zag en wilde.
V: Wie diende de aanvragen voor subsidies in bij SNN?
A: Dat werd op mijn matje gelegd en ondertekend door [naam 21]. Er zijn gevallen geweest dat ik het indiende, maar soms hij zelf ook.
V: Ik toon u nu een offerte (AAN-001-046-01) voor ontwikkelen van een geavanceerd concept impregneersysteem voor textiele producten. Wie heeft deze offerte opgesteld?
A: Dat heb ik gedaan.
V: Ik toon u nu een drietal facturen (AAN-001-046-01) die naar [bedrijf 5] zijn verzonden. Wie heeft deze facturen namens [bedrijf 7] gemaakt?
A: Dat heb ik gedaan.
V: Ik toon u nogmaals de 3 facturen (AH-019-06-02) met achterliggende specificaties. Kent u deze specificaties?
A: Ik ken ze. Ik heb ze gemaakt en verstuurd.
V: In antwoord op deze brief is een brief verzonden aan SNN met als bijlage (AAN-001-046-03) een sluitende urenadministratie. Wie heeft deze brief opgesteld?
A: Dat weet ik niet, maar het lijkt op een format van mij.

In een later verhoor heeft verdachte het volgende verklaard.133

A: Voor het project 22100378 geldt hetzelfde. Hier is geen uitsplitsing geweest en zijn ook weer merendeel kosten gemaakt voor materialen die niet subsidiabel zijn en onterecht zijn verantwoord als onderzoeksuren.
A: Het projectnummer 221100588. Eigenlijk is dat hetzelfde verhaal. Het is de apparatuurzijde die is opgevoerd als zijnde onderzoeksuren.
V: Het projectnummer 221100486. Hier is Bonnie [naam 20] opgevoerd als onderzoeker, terwijl hij heeft verklaard dat hij dit niet heeft gedaan.
A: Ja dat klopt, dan komt het niet in aanmerking. Naar mij zijn de uren van [bedrijf 17] volledig doorberekend. En die uren van [bedrijf 17] heb ik onder de onderzoeker Bonnie [naam 20] als zijnde onderzoeker van [bedrijf 1] naar SNN toe verantwoord. Dat is niet juist geweest.
V: Had u bepaalde prijsafspraken gemaakt met de betrokken ondernemingen?
A: Bij [bedrijf 5] en [bedrijf 6] was dat één prijsafspraak. Dat hadden we op papier met een overeenkomst vastgelegd voor een vast bedrag per project. En dat bedrag was € 9.000 per project voor [bedrijf 1] en/of [bedrijf 1] , daarvoor deden we de samenvattende rapportage en hadden we de regie in de uitvoering. Want in alle gevallen hebben wij, [bedrijf 1] en of [bedrijf 1] , niet inhoudelijk bij het onderzoek bijgedragen.
V: Met wie heeft u deze prijs afspraak gesloten?
A: Met [naam 21] , hij was de enige die hiervan op de hoogte was volgens mij.
Overweging over het oogmerk ten aanzien van alle projectnummers
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij een vooropgezet plan had om SNN onder valse voorwendselen te bewegen tot afgifte van de subsidiebedragen. De rechtbank acht het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling wel bewezen, nu verdachte bij de politie dit wel heeft bekend, de handelingen van verdachte daar naar uiterlijke verschijningsvorm ook op duiden en de rechtbank geen redenen ziet waarom aan deze door verdachte ondertekende verklaring moet worden getwijfeld.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat alle feiten wettig en overtuigend zijn bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 juni 2011 tot en met 1 mei 2015 te Hijken en/of elders in Nederland, meermalen, telkens tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke personen en/of rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] , met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft bewogen tot
- de afgifte van 12.500 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22120255, en- de afgifte van 48.062 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22110328,
immers heeft verdachte telkens tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte met vorenomschreven oogmerk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven dat SNN benaderd en/of aan dat SNN een of meer documenten doen/laten toekomen, te weten
ten aanzien van projectnummer 22120255:
  • een aanvraag voor subsidie en een projectbeschrijving en een begroting van onderzoekskosten en
  • een vals rapport, zogenaamd opgemaakt door dat CBS, en
  • een valse factuur vanwege Centraal Bureau Schimmelcultures (CBS) voor een bedrag van 25.000 euro, voorzien van de projectomschrijving en een onjuiste factuurdatum, en
ten aanzien van projectnummer 22110328:
  • een aanvraag voor subsidie en een projectbeschrijving en een begroting van onderzoekskosten, en
  • een vals eindrapport met als onderzoeker [naam 1] , en
  • een valse urenspecificatie en activiteitenoverzicht van dat onderzoek, en
  • valse facturen vanwege het bedrijf [bedrijf 2] BV, voorzien van de projectomschrijving en eenonjuiste factuurdatum,
en
- telkens bij dat SNN de indruk gewekt dat de aanvraag van die NIOF-subsidie, en/oftoelichting/correspondentie omtrent die NIOF-subsidieprocedure, aan de NIOF-voorwaarden voldeden, terwijl het in werkelijkheid andere, niet-subsidiabele, uitgaven/kosten betrof, en - aldus zich telkens voorgedaan als bonafide aanvrager van subsidie bij SNN,
waardoor dat SNN telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 januari 2013 tot en met 1 januari 2017 te Hijken en/of Assen en/of elders in Nederland, meermalen, telkens tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke personen en/of rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] en [bedrijf 3] BV, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft bewogen tot
- de afgifte van 39.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22130462, en- de afgifte van 40.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22130286,
immers heeft verdachte telkens tezamen en in vereniging met zijn medeverdachten met vorenomschreven oogmerk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven dat SNN benaderd en/of aan dat SNN een of meer documenten doen/laten toekomen, te weten
ten aanzien van projectnummer 22130462:
  • een aanvraag voor subsidie en een projectbeschrijving en een begroting van onderzoekskosten, en
  • een verzoek om een voorschot, en
  • een vals rapport werkzaamheden en/of urenoverzicht onderzoek, en
  • een verzoek om vaststelling van subsidie, en
  • valse facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien van projectomschrijving, en
ten aanzien van projectnummer 22130286:
  • een aanvraag voor subsidie en een projectbeschrijving en een begroting van onderzoekskosten, en
  • een verzoek om een voorschot, en
  • een verzoek om vaststelling van subsidie, en/of
  • een vals eindrapport, en/of
  • valse facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien van projectomschrijving,
en
  • telkens bij dat SNN de indruk gewekt dat de aanvraag van die NIOF-subsidie, en/of andereverzoeken en/of toelichting/correspondentie omtrent die NIOF-subsidieprocedure, aan de NIOFvoorwaarden voldeden, terwijl het in werkelijkheid andere, niet-subsidiabele, kosten betrof, en
  • aldus zich telkens voorgedaan als bonafide aanvragers van subsidie bij SNN,
waardoor dat SNN telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 september 2013 tot en met 1 januari 2017 te Hijken en/of Scheemda en/of elders in Nederland, meermalen telkens tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke personen en/of rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] en [bedrijf 4] , met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft bewogen tot
- de afgifte van 28.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22130109, en- de afgifte van 31.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22130620,
immers heeft verdachte telkens tezamen en in vereniging met zijn medeverdachten met vorenomschreven oogmerk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven dat SNN benaderd en/of aan dat SNN een of meer documenten doen/laten toekomen, te weten
ten aanzien van projectnummer 22130109:
  • een aanvraag voor subsidie en een projectbeschrijving en een begroting van onderzoekskosten, en
  • een vals rapport werkzaamheden en urenoverzicht onderzoek, en
  • een valse urenspecificatie van (zogenaamde) onderzoekers, en
  • valse facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien van projectomschrijving, en
ten aanzien van projectnummer 22130620:
  • een projectbeschrijving en
  • een vals rapport werkzaamheden, en
  • valse facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien van projectomschrijving,
en
  • telkens bij dat SNN de indruk gewekt dat de aanvraag van die NIOF-subsidie, en/of andereverzoeken en/of toelichting/correspondentie omtrent die NIOF-subsidieprocedure, aan de NIOFvoorwaarden voldeden, terwijl het in werkelijkheid andere, niet-subsidiabele, kosten betrof, en
  • aldus zich telkens voorgedaan als bonafide aanvragers van subsidie bij SNN,
waardoor dat SNN telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; 4.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 juni 2010 tot en met 1 augustus 2014 te Hijken en/of Assen en en/of elders in Nederland, meermalen, telkens tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke personen en/of rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] en/of [bedrijf 5] en/of
[bedrijf 6] , met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft bewogen tot
  • de afgifte van 50.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22100378, en
  • de afgifte van 50.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22100588, en- de afgifte van 50.000 euro in verband met een subsidieaanvraag voor projectnummer 22100486,
immers heeft verdachte telkens tezamen en in vereniging met zijn medeverdachten, met vorenomschreven oogmerk listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven dat SNN benaderd en/of aan dat SNN een of meer documenten doen/laten toekomen, te weten
ten aanzien van projectnummer 22100378:
  • een aanvraag voor subsidie en een projectbeschrijving en een begroting van onderzoekskosten, en
  • een verzoek om een voorschot, en
  • een vals rapport werkzaamheden en urenoverzicht onderzoek, en
  • een valse urenspecificatie van een zogenaamde onderzoeker, en
  • een verzoek om vaststelling van subsidie, en
  • valse facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 7] , voorzien van projectomschrijving, en
ten aanzien van projectnummer 22100588:
  • een aanvraag voor subsidie en een projectbeschrijving en een begroting van onderzoekskosten, en
  • een verzoek om vaststelling van subsidie, en
  • valse facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien van projectomschrijving, en
ten aanzien van projectnummer 22100486:
  • een aanvraag voor subsidie en een projectbeschrijving en een begroting van onderzoekskosten, en
  • een verzoek om vaststelling van subsidie, en
  • valse facturen onderzoekskosten vanwege [bedrijf 1] , voorzien van projectomschrijving,
en
- telkens bij dat SNN de indruk gewekt dat de aanvraag van die NIOF-subsidie, en/of andereverzoeken en/of toelichting/correspondentie omtrent die NIOF-subsidieprocedure, aan de NIOFvoorwaarden voldeden, terwijl het in werkelijkheid andere, niet-subsidiabele, kosten betrof, en - aldus zich telkens voorgedaan als bonafide aanvragers van subsidie bij SNN,
waardoor dat SNN telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2, 3 en 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden. De officier van justitie heeft bij het bepalen van de eis mede betrokken de ad informandum gevoegde feiten onder 1, 2 en 3.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. Zij heeft daartoe aangevoerd dat op deze wijze de ernstige overschrijding van de redelijke termijn verdisconteerd kan worden. Daarnaast heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het leven van verdachte een totaal andere wending heeft genomen na zijn aanhouding. Hij houdt zich nu verre van subsidies en hij heeft zijn leven wat betreft huisvesting en werk weer op de rit. Een gevangenisstraf zou dat doorkruisen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de reclasseringsrapporten, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de door verdachte erkende ad informandum gevoegde feiten onder 1, 2 en 3 (respectievelijk twee oplichtingen met [bedrijf 1] en een oplichting met [bedrijf 3]), die hiermee zijn afgedaan.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft gedurende enkele jaren - door tussenkomst van zijn BV’s en samen met andere (rechts)personen - subsidiefraude gepleegd. Hierdoor is onterecht ongeveer € 440.000 subsidie verleend aan verschillende bedrijven in het kader van de Noordelijke Innovatie Faciliteit (NIOF), een regeling die bedoeld was om innovatie in het MKB in Noord-Nederland te stimuleren. In werkelijkheid werden de gelden aangewend voor andere niet-subsidiabele doelen zoals activa of personeelskosten van de desbetreffende bedrijven, werden onderzoeken buiten de aanvraagtermijn vergoed of werden onderzoeken door een niet onafhankelijke deskundige vergoed. Hiervoor zijn projecten verzonnen die in werkelijkheid niet zijn uitgevoerd, zijn documenten vervalst en is relevante informatie achtergehouden. Verdachte fungeerde als tussenpersoon tussen de aanvragende bedrijven en de subsidieverstrekker, hij bedacht en organiseerde (constructies ten behoeve van) valse subsidieaanvragen en hij kreeg een percentage van de aan de bedrijven verstrekte subsidie en had daarmee een eigen persoonlijk belang in het medeplegen van dit frauduleuze handelen.
De rechtbank acht de jarenlange fraude waarbij een overheidsorgaan structureel is benadeeld en gemeenschapsgeld onterecht is uitgekeerd, zeer ernstig. Verdachte heeft een constructie bedacht om fraude te plegen en iedere keer opnieuw besloten een valse subsidieaanvraag in te dienen. De rechtbank neemt het verdachte ook kwalijk dat hij geen volledige verantwoordelijkheid heeft genomen; ter terechtzitting heeft verdachte consequent volgehouden dat er geen vooropgezet plan was om de subsidieverstrekker op te lichten, terwijl uit al zijn gedragingen ontegenzeggelijk het tegendeel volgt.
De rechtbank heeft acht geslagen op de oriëntatiepunten van het LOVS ten aanzien van fraude. De rechtbank is van oordeel dat het uitgangspunt bij een benadelingsbedrag tussen
€ 250.000 en € 500.000, te weten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 tot 18 maanden, onvoldoende recht doet aan de lange duur en het structurele karakter van de fraude, het gegeven dat hier op grote schaal misbruik is gemaakt van gemeenschapsgeld en de bepalende rol die verdachte daarbij heeft gespeeld. Een (fors) hogere gevangenisstraf acht de rechtbank daarom op zijn plaats.
De rechtbank is echter van oordeel dat ook een aanzienlijke strafverlagende factor aanwezig is in de overschrijding van de redelijke termijn voor berechting. Uitgaande van de aanvang van de termijn bij de doorzoeking op 27 oktober 2016, is de redelijke termijn met nagenoeg 3 jaren en 6 maanden overschreden.
Alles afwegende acht de rechtbank de eis van de officier van justitie, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Benadeelde partij

Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 844.789,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 284.744 en dat een schadevergoedingsmaatregel dient te worden opgelegd ter hoogte van € 403.463.
De officier van justitie heeft gesteld dat toewijzing kan volgen ten aanzien van de volgende projectnummers, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel:
  • 22120255, € 12.500 (feit 1; [bedrijf 1] )
  • 22110328, € 48.063 (feit 1; [bedrijf 1] )
  • 22130620, € 31.000 (feit 3; [bedrijf 4] ; hoofdelijk)
  • 22130109, € 28.000 (feit 3; [bedrijf 4] ; hoofdelijk)
  • 22100588, € 50.000 (feit 4; [bedrijf 6] )
  • 22100486, € 50.000 (feit 4; [bedrijf 6] )
  • 22120555, € 40.181 (ad informandum gevoegd feit 1; [bedrijf 1] )
  • 22120178, € 25.000 (ad informandum gevoegd feit 2; [bedrijf 1] )
Ten aanzien van de volgende projectnummers die niet ten laste zijn gelegd of ad informandum zijn gevoegd, heeft de officier van justitie gesteld dat de schadevergoedingsmaatregel dient te worden opgelegd voor de helft van de bedragen, waarbij medeverdachte [naam 14] de ander helft dient te voldoen:
  • 22130731, € 40.000 ( [bedrijf 4] )
  • 22110566, € 50.000 ( [bedrijf 4] )
  • 22110565, € 48.500 ( [bedrijf 4] )
  • 22110276, € 49.563 ( [bedrijf 4] )
  • 22090438, € 49.375 ( [bedrijf 4] )
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering niet ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat sprake is van een onevenredige belasting van het strafgeding. Uit de vordering blijkt niet precies welk deel daarvan betrekking heeft op verdachte. Daarnaast is er geen machtiging bijgevoegd waaruit volgt dat de vordering door een bevoegde persoon is ingediend en is beoordeling van de vordering niet eenvoudig omdat deze mogelijk is verjaard gelet op artikel 3:310 van het Burgerlijk Wetboek.
Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht om, indien de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd, geen vervangende hechtenis te bepalen gelet op de slechte financiële situatie van verdachte.
Oordeel van de rechtbank
Ontvankelijkheid
De rechtbank heeft gelet op de inhoud van de vordering en het dossier geen twijfel dat de vordering daadwerkelijk door SNN is ingediend, ook al ontbreekt een machtiging tot vertegenwoordiging. Dit is dus geen reden voor niet-ontvankelijkheid.
De rechtbank acht de benadeelde partij niet ontvankelijk in de vordering ten aanzien van de projectnummers die niet in de bewezenverklaring zijn opgenomen of ad informandum zijn gevoegd. In het bijzonder geldt dit ook ten aanzien van de ad informandum gevoegde feiten met projectnummers 22090438 ( [bedrijf 4] ) en 22100485 ( [bedrijf 5] ), waarvan verdachte ter terechtzitting heeft meegedeeld dat deze niet kunnen worden meegenomen en die door de rechtbank dus bij de strafoplegging ook niet zijn betrokken.
Door de verdediging is aangevoerd dat de vordering is verjaard. Gelet op hetgeen in artikel 3:310 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald (in de kern: een vordering voortvloeiend uit een strafbaar feit verjaart niet zolang het recht op strafvordering niet is verjaard), acht de rechtbank verjaring niet aan de orde ten aanzien van de projectnummers die zijn opgenomen in de bewezenverklaring en in de ad informandum gevoegde feiten die verdachte ter terechtzitting heeft erkend.
Toewijzing
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de hierna genoemde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1, 3 en 4 bewezen verklaarde en de onder 1 en 2 ad informandum gevoegde feiten. De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 28 januari 2016.
  • 22120255, € 12.500 (feit 1; [bedrijf 1] )
  • 22110328, € 48.063 (feit 1; [bedrijf 1] )
  • 22130620, € 31.000 (feit 3; [bedrijf 4] )
  • 22130109, € 28.000 (feit 3; [bedrijf 4] )
  • 22100588, € 50.000 (feit 4; [bedrijf 6] )
  • 22100486, € 50.000 (feit 4; [bedrijf 6] )
  • 22120555, € 40.181 (ad informandum gevoegd feit 1; [bedrijf 1] )
  • 22120178, € 25.000 (ad informandum gevoegd feit 2; [bedrijf 1] )
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit onder 3 samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank overweegt dat de schadevergoedingsmaatregel het bevorderen van het vergoeden van de schade door verdachte beoogt en dat hiermee de positie van het slachtoffer wordt versterkt ten aanzien van het innen van de vordering. Nu het slachtoffer een publiekrechtelijke rechtspersoon betreft die voldoende in staat dient te worden geacht de vordering te innen, is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een schadevergoedingsmaatregel in onderhavige zaak voorbij gaat aan het doel en de strekking van de maatregel. De rechtbank ziet daarom geheel af van het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van feiten 1, 3 en 4 en de ad informandum gevoegde feiten onder 1 en 2:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte (ten aanzien van een gedeelte, te weten € 59.000,00, hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd,) om aan
Samenwerkingsverband NoordNederlandte betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 januari 2016 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van Samenwerkingsverband Noord-Nederland voor het overige nietontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. L.W. Janssen, rechters, bijgestaan door mr. B.E. Oosterhout, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 mei 2022.
De processen-verbaal waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen in het dossier van de Politie Noord-Nederland met nummer NNRDC16016 (onderzoek Treebeard) van 12 juli 2018. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Proces-verbaal van aangifte van 31 augustus 2016, inclusief bijlagen, pagina 3 e.v.
Proces-verbaal zaakdossier [bedrijf 1] , bijgevoegd bij voornoemd dossier, p. 7 e.v.
AAN-001-040-03, map 1, p. 264.
AAN-001-040-04, map 1, p. 275.
AAN-001-040-01, map 1, p. 172.
AAN-001-040-02, map 1, p. 263.
AAN-001-040-05, map 1, p. 295.
AH-019-01-03, map 3, p. 1125.
AH-019-01-04, map 3, p. 1228 en AH-019-01-02, map 3, p. 1124.
AH-019-01-12, map 3, p. 1287.
BOB-003-03-02, map 5, p. 1955.
Proces-verbaal van getuigenverhoor [naam 5] d.d. 24 oktober 2017 (GET-012-01), map 5, p. 2144 e.v.
Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 21 januari 2018 (V-007-09), map 6, p. 2708 e.v.
Proces-verbaal zaakdossier [bedrijf 1] , bijgevoegd bij voornoemd dossier, p. 11 e.v.
AAN-001-039-06, map 1, p. 155.
AAN-001-039-09, map 1, p. 169.
AAN-001-039-01, map 1, p. 30.
AAN-001-039-08, map 1, p. 161.
AAN-001-039-02, map 1, p. 31.
AAN-001-039-08, map 1, p. 161.
AH-019-01-06, map 3, p. 1238. 23 AAN-001-039-02, map 1, p. 31.
24. AH-019-09-01, map 4, p. 1605 en 38 AH-019-09-02, map 4, p. 1611.
25. AAN-001-039-08, map 1, p. 161.
26. AAN-001-039-08, map 1, p. 161.
27. BOB-003-03-02, map 5, p. 1955.
28. AAN-001-039-08, map 1, p. 161.
29. Proces-verbaal van getuigenverhoor [naam 1] d.d. 8 december 2017 (GET-008), map 5, p. 2108 e.v.
30. Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 22 januari 2018 (V-007-10), map 6, p. 2719 e.v.
31. Proces-verbaal van aangifte van 31 augustus 2016, inclusief bijlagen, p. 3 e.v.
32. Proces-verbaal zaakdossier [bedrijf 3] , bijgevoegd bij voornoemd dossier, p. 16 e.v.
33. AAN-001-045-01; subsidieaanvraag met bijlagen, map 2, p. 697.
34. AAN-001-045-01; bijlage machtiging bij aanvraagformulier, map 2, p. 697.
35. AAN-001-045-01 Bijlage offerte bij aanvraagformulier, map 2, p. 697.
36. AAN-001-045-01-07, map 2, p. 785.
37. AAN-001-045-01-06, map 2, p. 773.
38. AAN-001-045-01-05, map 2, p. 735.
39. AAN-001-045-01-04, map 2, p. 732.
40. AAN-001-045-01-01, map 2, p. 725.
41. AH-019-04-18 t/m AH-019-04-21, map 4, p. 1454 t/m p. 1484.
42. Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] d.d. 17 november 2017 (V-002-02), map 6, p. 2521a.
43. Proces-verbaal aanvraag doorzoeking ter inbeslagneming (IBN-001), map 5, p. 2156.
44. AH-019-04-18, map 4, p. 1454; AH-019-04-19, map 4, p. 1462; AH-019-04-20, map 4, p. 1470 en AH019-04-21, map 4, p. 1480.
45. Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] d.d. 17 november 2017 (V-002-02), map 6, p. 2521a.
46. BOB-003-03, map 5, p. 1954.
47. AH-019-04-18, map 4, p. 1454.
48. AH-019-04-19, map 4, p. 1462.
49. AH-019-04-20, map 4, p. 1470.
50. AH-019-04-21, map 4, p. 1480.
51. Proces-verbaal van getuigenverhoor [naam 14] d.d. 4 oktober 2017 (GET-009-01), p. 2119.
52. Proces-verbaal van getuigenverhoor [naam 15] d.d. 11 september 2017 (GET-004), map 5, p. 2089 e.v.
53. Proces-verbaal van getuigenverhoor [naam 8] d.d. 2 oktober 2017 (GET-005-01), map 5, p. 2092 e.v.
54. Proces-verbaal zaakdossier [bedrijf 3] , bijgevoegd bij voornoemd dossier, p. 32 e.v.
55. AAN-001-044-01; subsidieaanvraag met bijlagen, map 2, p. 478.
56. AAN-001-044-04, map 2, p. 491.
57. AAN-001-044-06, map 2, p. 532.
58. AAN-001-044-07, map 2, p. 535.
59. AAN-001-044-08, map 2, p. 542.
60. AAN-001-044-09, map 2, p. 576.
61. AAN-001-044-10, map 2, p. 579.
62. AAN-001-044-14, map 2, p. 587.
63. AAN-001-044-10, map 2, p. 579 & AAN-001-044-14, map 2, p. 587.
64. AH-019-04-01, map 4, p. 1419.
65. AH-019-04-02 t/m AH-019-04-09, map 4, p. 1424 t/m p. 1447.
66. AAN-001-044-10, map 2, p. 579 & AAN-001-044-14, map 2, p. 587.
67. BOB-003-03, map 5, p. 1954.
68. AH-019-04-03, map 4, p. 1428.
69. AH-019-04-02, map 4, p. 1424.
70. AH-019-04-04, map 4, p. 1430.
71. AH-019-04-05, map 4, p. 1436.
72. AH-019-04-06, map 4, p. 1439.
73. AH-019-04-08, map 4, p. 1445.
74. AH-019-04-09, map 4, p. 1447.
75. AH-019-04-14, map 4, p. 1452.
76. AH-019-04-30, map 4, p. 1505 en AH-019-04-31, map 4, p. 1506.
77. Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 19 januari 2018 (V-007-05), map 6, p. 2679 e.v.
78. Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 22 januari 2018 (V-007-10), map 6, p. 2719 e.v.
79. AAN-001-041-02; aanvraagformulier, p. 304.
80. AAN-001-041-02; brief aan SNN ondertekend met de naam [naam 19] , map 1, p. 298.
81. Proces-verbaal van aangifte van 31 augustus 2016, inclusief bijlagen, p. 3 e.v.
82. Proces-verbaal zaakdossier [bedrijf 4] , bijgevoegd bij voornoemd dossier, p. 14 e.v.
83. AAN-001-41; toevoeging aangifte: dossier SNN project 22130109, map 1, p. 296.
84. AAN-001-041-04; projectbeschrijving 22130109, map 1, p. 329.
85. AAN-001-041-03; verslag van activiteiten/resultaten 22130109, map 1, p. 315.
86. AAN-001-043-02; urenspecificatie per onderzoeker project 22130620 en 22130109, map 1, p. 454.
87. AAN-001-041-05; facturen en bankafschriften van [bedrijf 1] , map 1, p. 333.
88. AAN-001-041-02; brief aan SNN ondertekend met de naam [naam 19] , map 1, p. 298.
89. AAN-001-64-01; betaling SNN aan [bedrijf 4] , map 2, p. 943.
90. Facturen van [bedrijf 1] inclusief specificaties: AH-019-03-04 t/m AH-019-03-06, map 3, p. 1338 t/m 1347; AH-019-03-27 t/m AH-019-03-33, map 3, p. 1379 t/m 1398.
91. Overzichten doorbelasting: AH-019-02-3, map 3, p. 1301; AH-019-02-11, map 3, p. 1305; AH-01903-03, map 3, p. 1335.
92. Proces-verbaal van bevindingen ING Bank m.b.t. rekeningnummer [rekeningnummer] [bedrijf 1] (AH015), map 3, p. 1170.
93. BOB-003-03-02; afschriften [rekeningnummer] , map 5, p. 1955.
94. Proces-verbaal van getuigenverhoor [naam 20] d.d. 23 oktober 2017 (GET-003-01), map 5, p. 2080 e.v.
95. Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 18 januari 2018 (V-007-03), map 6, p. 2638 e.v.
96. Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 22 januari 2018 (V-007-10), map 6, p. 2719 e.v.
97. Proces-verbaal zaakdossier [bedrijf 4] , bijgevoegd bij voornoemd dossier, p. 35 e.v.
98. AAN-001-43; toevoeging aangifte: dossier SNN project 22130620, map 1, p. 450.
99. AAN-001-43-01; projectomschrijving 22130620, map 1, p. 450.
100. AAN-001-43-03; verslag van activiteiten/resultaten 22130620, map 1, p. 458.
101. AAN-001-43-02; urenspecificatie per onderzoeker project 22130620 en 22130109, map 1, p. 454.
102. AAN-001-43-04; facturen en bankafschriften van [bedrijf 1] , map 1, p. 467.
103. AAN-001-64-01; Betaling SNN aan [bedrijf 4] , map 2, p. 943.
104. Facturen [bedrijf 1] : AH-019-02-12, map 3, p. 1310; AH-019-02-39 t/m AH-019-02-41, map 3, p. 1319 t/m 1327.
105. Overzichten doorbelasting: AH-019-02-3, map 3, p. 1301; AH-019-02-11, map 3, p. 1305.
106. AH-019-03-01; e-mail van [verdachte] aan [naam 14], map 3, p. 1330.
107. Proces-verbaal van bevindingen ING Bank m.b.t. rekeningnummer [rekeningnummer] [bedrijf 1] (AH015), map 3, p. 1170.
108. BOB-003-03-02; afschriften [rekeningnummer] , map 5, p. 1955.
109. Proces-verbaal zaakdossier [bedrijf 5] , bijgevoegd bij voornoemd dossier, p. 15 e.v.
110. AAN-001-046-01-01; subsidieaanvraag met bijlagen, map 2, p. 884.
111. AAN-001-046-01; bijlage bij voorschot aanvraag, map 2, p. 870.
112. AAN-001-046-01; voorschot, map 2, p. 870.
113. AAN-001-046-01-09, map 2, p. 891-a.
114. AAN-001-046-01-10, map 2, p. 891-c.
115. AAN-001-046-04, map 2, p. 917.
116. AAN-001-046-01-04, map 2, p. 890.
117. AAN-001-046-03-05, map 2, p. 909.
118. AAN-001-046-03-06, map 2, p. 912.
119. AAN-001-046-03-07, map 2, p. 915.
120. AH-019-06-01, map 4, p. 1559.
121. BOB-003-03, map 5, 1954.
122. Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 22] d.d. 12 oktober 2017 (GET-011-01), map 5, p. 2136 e.v.
123. Proces-verbaal van aangifte van 31 augustus 2016, inclusief bijlagen, p. 3 e.v.
124. Proces-verbaal zaakdossier [bedrijf 4] , bijgevoegd bij voornoemd dossier, p. 27 e.v.
125. AH-019-07-01-01, map 4, p. 1580 en AH-019-07-01-02, map 4, p. 1584.
126. AAN-001-66, map 3, p. 985 & AAN-001-67, map 3, p. 998.
127. AH-019-07-01-03, map 4, p. 1588.
128. AH-019-07-01-04, map 4, p. 1594.
129. AH-019-07-01-05, map 4, p. 1599.
130. AH-019-07-01-04, map 4, p. 1594.
131. OVG-002-17, map 6, p. 2364; map 6, p. 2381.
132. Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 18 januari 2018 (V-007-03), map 6, p. 2638 e.v.
133. Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 22 januari 2018 (V-007-10), map 6, p. 2719 e.v.