Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] te duwen en/of
- een mes tegen het been, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] te drukken en/of
- aan de rugtas van voornoemde [slachtoffer 1] te trekken, tengevolge waarvan voornoemde[slachtoffer 1] op de grond is gevallen en/of
- in/tegen de ribben, althans tegen het lichaam, van voornoemde [slachtoffer 1] te schoppen en/oftrappen (terwijl voornoemde [slachtoffer 1] op de grond lag) en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] te slaan en/of
- met een mes richting de zij van voornoemde [slachtoffer 1] te steken, terwijl voornoemde [slachtoffer1] tijdens een afweerbeweging in zijn hand is gestoken/ gesneden;
Beoordeling van het bewijs
28-07-2021 omstreeks 20:19uur zie ik dat [medeverdachte] het volgende appt naar [verdachte] :
29-07-2021 omstreeks 04:20 uurzegt [medeverdachte] : Jo maar kan jij die fiets aan iemand kwijt.
28-07-2021 omstreeks 00:21uur zie ik [verdachte] een app stuurt naar [naam 2] met de volgende tekst:
[naam 2] antwoord met"Is goedd (lachende smiley)"
Bewezenverklaring
- tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] te duwen en
- een mes tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] te drukken en
- aan de rugtas van voornoemde [slachtoffer 1] te trekken, tengevolge waarvan voornoemde[slachtoffer 1] op de grond is gevallen en
- tegen de ribben van voornoemde [slachtoffer 1] te trappen (terwijl voornoemde [slachtoffer 1] op degrond lag) en tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] te slaan en
- met een mes richting de zij van voornoemde [slachtoffer 1] te steken, terwijl voornoemde [slachtoffer1] tijdens een afweerbeweging in zijn hand is gesneden;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen.
een gedeelte, groot 220 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.