Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 8 januari 2021 te Groningen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende
3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA) en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende 2C-B en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde MDMA en/of 2C-B en/of cocaïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 8 januari 2021 te Groningen, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1473,13 gram XTC, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA) en/of ongeveer 59,35 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 41,63 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
2C-B en/of ongeveer 0,44 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde MDMA en/of cocaïne en/of 2C-B en/of heroïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.A
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 8 januari 2021 te
Groningen, althans in Nederland, meermalen althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende diazepam en/of een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj, en/of een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
en/of
3.B
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 8 januari 2021 te
Groningen, althans in Nederland, meermalen althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van niet meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd en/of een hoeveelheid van niet meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 8 januari 2021 te Groningen, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 370,33 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd en/of ongeveer 3075,84 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;