Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Verzoeken
4.Beoordeling
5.Beslissing
fn:433)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de vrouw de rechtbank verzocht om voorlopige voorzieningen in het kader van de echtscheidingsprocedure. De vrouw verzocht om de voorlopige toevertrouwing van de kinderen aan haar, een zorgregeling tussen de man en de kinderen, en een bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De man heeft verweer gevoerd en verzocht om het gebruik van de woning en de toevertrouwing van de kinderen aan hem. De rechtbank heeft op 5 april 2022 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij de belangen van de kinderen voorop stonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen voorlopig aan de vrouw worden toevertrouwd, en dat de zorgregeling zoals deze al bestond, wordt voortgezet. De man is verplicht om een bijdrage in de kosten van de kinderen te betalen, vastgesteld op € 142,50 per kind per maand. De verzoeken van de vrouw met betrekking tot de uitschrijving uit de BRP en de hypothecaire lasten zijn afgewezen, omdat deze niet onder de voorlopige voorzieningen vallen zoals bedoeld in artikel 822 Rv. De rechtbank heeft benadrukt dat de huidige situatie voor de kinderen zo veel mogelijk moet worden behouden, gezien de spanningen tussen de ouders en de impact van de echtscheiding op de kinderen.