ECLI:NL:RBNNE:2022:1312
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- O.J. Bosker
- M.S. van der Kuijl
- H. Supèr
- Rechtspraak.nl
Bewezenverklaring voorhanden hebben vuurwapen in verband met PIJ-maatregel
Op 26 april 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een vuurwapen. De zaak vond plaats in Groningen en was een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken. De verdachte, geboren in 2003 en thans gedetineerd, was aanwezig tijdens de zitting op 12 april 2022, waar hij werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. G.I.T. Spaan. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A. van den Oever.
De tenlastelegging betrof het voorhanden hebben van een gasdrukwapen, dat een ernstige bedreiging voor personen kon vormen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft, op basis van zijn eigen verklaring en proces-verbaal van bevindingen van de politie. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, omdat in een gelijktijdig behandelde zaak al een jeugddetentie en PIJ-maatregel was opgelegd.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoon van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat het opleggen van een straf of maatregel in deze zaak geen redelijk doel meer diende, en sprak de verdachte vrij van het meer of anders ten laste gelegde. Het vonnis werd uitgesproken door de voorzitter, mr. O.J. Bosker, en de rechters mr. M.S. van der Kuijl en mr. H. Supèr, met mr. A. Bolding als griffier.