Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Motivering
3.Beslissing
22 april 2022in tegenwoordigheid van de griffier.
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 april 2022 een beschikking gegeven inzake de verbetering van de geboorteakte van een kind, waarbij de juridische status van de ouders en de toepasselijkheid van het namenrecht aan de orde kwamen. De zaak werd behandeld in het kader van het civiel recht, specifiek binnen het personen- en familierecht. De rechtbank ontving eerder informatie van de officier van justitie en heeft vragen gesteld over de huwelijksstatus van de ouders, de nationaliteit van de vader en de vreemdelingenstatus van de moeder en het kind. De rechtbank concludeerde dat het huwelijk van de ouders rechtsgeldig was en dat de moeder op het moment van de geboorte van het kind een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had. Dit leidde tot de toepassing van Nederlands recht op de naamgeving van het kind.
De rechtbank stelde vast dat het kind vermoedelijk zowel de Eritrese als de Ethiopische nationaliteit had, gezien de nationaliteit van de ouders en de omstandigheden van de geboorte. De rechtbank oordeelde dat de naam van het kind moest worden aangepast in de geboorteakte, omdat deze onvolledig was opgemaakt. De ambtenaar van de burgerlijke stand werd gelast om de akte te verbeteren en aan te vullen met de juiste gegevens van de vader, die in Ethiopië was geboren. De beschikking bevatte ook informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep tegen deze beslissing, waarbij belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak hun beroep konden indienen.