Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De vordering
3.De beoordeling
€ 249,00
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 12 april 2022, vorderde de besloten vennootschap Woldring United B.V. betaling van een huurachterstand van € 4.376,00 en een contractuele boete van € 300,00 van de gedaagde, die niet verschenen was. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde correct was opgeroepen en dat de vorderingen van Woldring, gebaseerd op een huurovereenkomst, niet onrechtmatig of ongegrond waren. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van de huurachterstand en de rente toe, maar oordeelde dat de boete van € 300,00, die door Woldring was opgelegd wegens onjuist betalen, een verkapte boete was en daarom vernietigbaar op grond van de Richtlijn 93/13/EEG. De kantonrechter stelde vast dat het boetebeding oneerlijk was, omdat het niet gemaximeerd was en daardoor oneindig kon oplopen. Dit leidde tot de afwijzing van de boete, terwijl de buitengerechtelijke incassokosten van € 473,20 wel werden toegewezen. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 4.849,20 aan Woldring, inclusief proceskosten van € 838,15 en nakosten van € 124,00.