In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, is op 1 maart 2022 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen een vennootschap onder firma, vertegenwoordigd door de vennoten, en een besloten vennootschap. De eisers, die granen telen, hebben schadevergoeding gevorderd van de gedaagde partij, die verantwoordelijk was voor de levering van zomertarwe. De eisers stelden dat op 14 april 2020 wintertarwe was geleverd in plaats van de overeengekomen zomertarwe, wat leidde tot een mislukte oogst en financiële schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake was van non-conformiteit, aangezien de geleverde tarwe niet voldeed aan de overeenkomst. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 10.418,20, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 augustus 2020. Daarnaast is de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.341,27, en de nakosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en aansprakelijk is voor de schade die de eisers hebben geleden.