ECLI:NL:RBNNE:2022:1226

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 april 2022
Publicatiedatum
20 april 2022
Zaaknummer
18/850073-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opzettelijk telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit in Bellingwolde en Blijham

Op 19 april 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedatum] 1974, die zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden. De feiten vonden plaats in de periode van 24 december 2016 tot en met 7 juni 2017 in Bellingwolde en Blijham, waar de verdachte betrokken was bij meerdere kwekerijen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepteelt, ondanks de verdediging die pleitte voor vrijspraak. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zowel in Bellingwolde als Blijham betrokken was bij de kweek van hennep en dat hij zich bewust was van de illegale stroomafname. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn en matigde de straf met 20%. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Groningen
parketnummer 18/850073-17
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 19 april 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] ), wonende te [woonplaats] , [straatnaam] 5, overigens zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 maart 2022, 30 maart 2022 en 14 april 2022.
Verdachte is op 28 maart en 14 april 2022 verschenen, bijgestaan door mr. D. Kisteman, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting telkens vertegenwoor-digd door mr. S.M. von Bartheld.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 24 december 2016 tot en met 7 juni 2017 te Bellingwolde, gemeente Bellingwedde, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een pand aan de [straatnaam] , heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (telkens) (in totaal) ongeveer 1258 hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 24 december 2016 tot en met 7 juni 2017 te Bellingwolde, gemeente Bellingwedde, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan [benadeelde partij] ., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit, althans enig goed, onder zijn bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking; 3.
Blijham hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 februari 2016 tot en met 24 oktober 2017 te Blijham, gemeente Bellingwedde, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, in een pand aan het [straatnaam] , heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (telkens) (in totaal) ongeveer 2668 hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, althans (telkens) een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
4.
hij in of omstreeks 1 februari 2016 tot en met 24 oktober 2017 te Blijham, gemeente Bellingwedde, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan [benadeelde partij] ., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit, althans enig goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1, 2, 3 en 4.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit.
Met betrekking tot feit 1 heeft de raadsvrouw onder meer aangevoerd dat verdachte in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 1] slechts onderhoudsklussen heeft verricht op het perceel [straatnaam] te Bellingwolde en niet is vast te stellen dat verdachte daadwerkelijk in de loods met daarin de kwekerij is geweest. Onder verwijzing naar uitspraken van de Hoge Raad en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, heeft de raadsvrouw gesteld dat de belastende verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] van het bewijs moet worden uitgesloten teneinde het recht op een eerlijk proces te verzekeren. Door zijn overlijden is de verdediging niet in staat geweest om de betrouwbaarheid van zijn verklaring te toetsen, terwijl deze verklaring in het licht van het overige bewijs kan worden aangemerkt als ‘sole or decisive’. Ook als een verklaring van ‘considerable weight’ is, kan deze niet zomaar worden gebruikt als bewijs. Ook in dat geval zal aan de verdediging compenserende maatregelen moeten worden geboden teneinde de ‘overall fairness’ van de procedure te garanderen. In dit geval bestond er voor de verdediging op geen enkele wijze de mogelijkheid om het belastende bewijsmiddel aan te vechten. Ook had de verdediging middels een getuigenverhoor meer helderheid willen verkrijgen over de notities die zijn aangetroffen in het kantoor van
[medeverdachte 1] , die meer weg hebben van een soort to do list of geheugensteun voor opdrachten die [medeverdachte 1] onder andere uitzette bij verdachte.
Ook van medeplegen is geen sprake, omdat niet is gebleken dat verdachte betrokken is geweest bij de inrichting van de hennepkwekerij, noch de kwekerij heeft gefinancierd, noch zou profiteren van de opbrengst daarvan of enigerlei teelthandelingen heeft verricht. Slechts zijn wetenschap van de kwekerij alsmede zijn aanwezigheid op het perceel zijn vast te stellen. Tegen die achtergrond kan niet worden gesproken van een bewuste, nauwe en volledige samenwerking.
Ook met betrekking tot feit 2 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat uit niets kan blijken dat verdachte bewust, nauw en volledig heeft samengewerkt met anderen. Voor een bewezen-verklaring is vereist dat verdachte wist dat de hennepkwekerij op illegale stroom draaide. Daarnaast is vereist dat verdacht een bijdrage aan de hennepteelt heeft geleverd die van voldoende gewicht is om van medeplegen te spreken.
Met betrekking tot de feiten 3 en 4 heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de verklaringen van [naam 1] en [naam 2] van het bewijs moeten worden uitgesloten. Gelet op hun persoonlijk belang om een verklaring af te leggen, de inconsistenties van hun verklaringen, alsmede het feit dat de verklaringen inhoudelijk indruisen tegen objectieve onderzoeks-gegevens, maakt dat hun verklaringen onbetrouwbaar zijn. Nu deze verklaringen het enige belastende bewijs vormen voor het kernverwijt in deze zaak, moet vrijspraak volgen.
Omdat op 24 oktober 2017 geen kwekerij of hennep is aangetroffen, moet in ieder geval partiële vrijspraak volgen.
Oordeel van de rechtbank
Verdachte wordt verweten in vereniging hennep te hebben geteeld in panden in Bellingwolde en
Blijham. Beide panden waren ten tijde van de tenlastegelegde perioden eigendom van medeverdachte [medeverdachte 1] . Uit onder [medeverdachte 1] in beslag genomen administratie blijkt van een langdurige (financiële) samenwerking met verdachte. Volgens verdachte hield die samenwerking in dat hij onderhoud verrichtte aan de panden van [medeverdachte 1] , waarbij hij erkent dat hij daarbij ook wel hennephokken heeft gebouwd. Hij ontkent echter dat hij zich heeft bemoeid met het kweken van hennep.
De rechtbank komt op basis van de bewijsmiddelen echter tot de conclusie dat verdachte zowel in Bellingwolde als Blijham betrokken is geweest bij de kweek van hennep.
Op 7 juni 2017 zijn aan de [straatnaam] te Bellingwolde twee professioneel ingerichte kweekruimten aangetroffen. In één ruimte stonden 1258 hennepstekken verpakt in dozen. In de tweede ruimte stonden 480 lege en gebruikte plastic potten met potgrondresten. Gelet op de resultaten van de netmeting en de waargenomen sterke hennepgeur in januari 2017 gaat de rechtbank ervan uit dat de kwekerij (in ieder geval) vanaf 24 december 2016 in werking is geweest.
[medeverdachte 1] wijst naar verdachte als verantwoordelijke voor de aangetroffen kwekerij. Hij verklaart dat verdachte is begonnen met ‘die wietellende’, het pand in Bellingwolde beheerde, de sleutel had, het pand heeft verbouwd en het terrein eromheen heeft afgesloten. Ook verklaart [medeverdachte 1] dat verdachte hem had verteld dat hij de kruipruimte had uitgehold om er plantjes in te zetten. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van
[medeverdachte 1] bruikbaar is voor het bewijs, ondanks dat de verdediging door zijn overlijden het ondervragingsrecht niet heeft kunnen uitoefenen, nu de betrokkenheid van verdachte niet uitsluitend of in beslissende mate op die verklaring is gebaseerd maar in voldoende mate steun vindt in andere bewijsmiddelen. De rechtbank is van oordeel dat de procedure over het geheel beschouwd voldoet aan het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces.
Dat verdachte zich samen met (onder andere) [medeverdachte 1] bezig hield met de kweek van hennep, en niet alleen met het bouwen van (casco) hennephokken, vindt onder meer steun in de inhoud van onderschepte telecomgegevens tussen [medeverdachte 1] en verdachte in de periode na de instap door de politie, waarin verdachte onder meer aangeeft dat hij centen aan het terugverdienen is voor [medeverdachte 1] en hemzelf en dat [medeverdachte 1] geduld moet hebben en zijn deel van de handel zal krijgen, dat ze samen hun geld hebben ingezet en ‘dat het hier en daar fout gaat nou dat is eenmaal het risico’. Ook het telefoongesprek tussen verdachte en zijn broer van 25 juli 2017 duidt op betrokkenheid bij het kweken: gesproken wordt over nieuwe zakken, het neerleggen van zand, 1000 potten, watertanks en een inval die is gedaan nadat “wij” die “kleintjes” daar hadden neergelegd. Hierbij valt op dat bij de instap door de politie verse potgrond en een grote hoeveelheid hennepstekken in dozen is aangetroffen die op de vloer waren neergezet. Hoewel niet met zekerheid is vast te stellen dat dit gesprek specifiek betrekking heeft op het pand in Bellingwolde, duidt dit wel op betrokkenheid van verdachte bij het kweken van hennep. Uit de verklaring van [naam 1] valt af te leiden dat verdachte wel degelijk bemoeienis had met het kweken in Bellingwolde, en uit de verklaring van [naam 5] kan blijken dat het juist verdachte was die anderen aanstuurde om werkzaamheden te verrichten op meerdere kwekerijen, waaronder ook die in Bellingwolde. Uit camerabeelden blijkt ten slotte dat verdachte in de periode dat de kwekerij in werking was - vaak samen met anderen – bij het pand in Bellingwolde aanwezig is: in ieder geval op 26 januari, 7 en 9 februari 2017 en op 2, 5 en 7 mei 2017 wordt gezien dat hij uitstapt, het hek opent, het erf oprijdt en het hek achter zich sluit. Dat hij daar alleen kwam om huur voor [medeverdachte 1] op te halen, zoals hij zelf aangeeft, is naar het oordeel van de rechtbank daardoor onaannemelijk. Deze verklaring wordt niet ondersteund door die van [medeverdachte 1] en overigens blijkt uit niets dat het pand in die periode aan iemand anders werd verhuurd. De frequentie en duur van zijn bezoeken duiden ook niet op het enkel ophalen van geld: in mei is hij er bijvoorbeeld drie keer in een tijdsbestek van zes dagen en blijft hij er telkens enkele uren.
De rechtbank ziet ook voldoende wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij de hennepkwekerij in de boerderij in Blijham. Uit de verklaringen van bewoners [naam 1] en [naam 2] blijkt dat de kweekruimtes in de kruipruimte en op zolder zijn aangelegd in opdracht van verdachte. Verdachte stuurde volgens hen de bouw van de kwekerij aan en bracht vervolgens, samen met zijn familie, de stekken naar binnen. De planten werden vervolgens voornamelijk verzorgd door de dochter van verdachte, die evenals verdachte over een sleutel van het pand beschikte. De getuigen noemen ook [medeverdachte 1] als financier van het pand. Anders dan de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding hun verklaringen als onbetrouwbaar aan te merken en daarom als bewijsmiddel uit te sluiten. Hun verklaringen komen in grote lijnen met elkaar overeen en sluiten aan bij de verklaringen van buurtbewoner [naam 3] en getuige [naam 4] over het kweken in de boerderij. Uit hun verklaringen valt af te leiden dat verdachte na het vertrek van [naam 1] en [naam 2] uit de boerderij betrokken bleef bij de boerderij terwijl het kweken van hennep kennelijk doorging. In dit verband acht de rechtbank bovendien relevant dat verdachte blijkens notities van [medeverdachte 1] (van o.a. mei en juni 2016 en april 2017) kennelijk huur voor het pand moest betalen en dat het energiecontract ten behoeve van dit pand van 6 januari tot en met 30 maart 2017 op naam heeft gestaan van de dochter van verdachte.
De rechtbank komt op basis van de bewijsmiddelen tevens tot de conclusie dat de stroom ten behoeve van de hennepkwekerij in zowel Bellingwolde als Blijham illegaal is afgenomen. Er is ten aanzien van Bellingwolde weliswaar niet gebleken van een energiecontract op naam van verdachte, wel was verdachte huurder van het pand en is er een hennepkwekerij aangetroffen waarbij verdachte betrokken was. Voor het in stand houden van een dergelijke kwekerij is (veel) stroom nodig en het kan dan ook niet anders zijn dan dat verdachte onder die omstandigheden bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de stroom illegaal zou worden afgetapt. Hetzelfde geldt voor de situatie in Blijham, voor welk pand verdachte (enige tijd) huur betaalde.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 (zaakdossier 1)
1. De door verdachte ter zitting van 28 maart 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik ken [medeverdachte 1] vanaf 1996. Ik heb in meerdere panden van hem werkzaamheden verricht. Ik heb mijn hele leven al een paardenstaart. Het telefoonnummer [telefoonnummer] kan van mij zijn. U houdt mij de verklaring voor die ik bij de rechter-commissaris heb afgelegd. Die verklaring is juist. Ik blijf daar bij.
2. Een proces-verbaal van verhoor van de rechter-commissaris van 14 januari 2020, los gevoegd bijvoornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik heb heus wel meegewerkt aan het bouwen en inrichten van hokken. U vraagt of ik met ‘hokken’ de ruimtes bedoel waar hennep werd gekweekt. Ja, dat bedoel ik daarmee. Ik bouwde ze en gaf aan [medeverdachte 1] de namen door van de hulppersonen die nodig waren voor de bouw. Ik heb veel panden opgeruimd en opgeknapt voor hem. De hennep kwam altijd van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hebben ook geholpen bij het bouwen van de hennephokken.
U vraagt of ik wel aan de kwekerijen heb verdiend. Een beetje wel. Ik was voor [medeverdachte 1] met veel panden bezig.
Op vragen van mr. Van Schaik antwoord ik als volgt:
U vraagt wat mijn relatie is tot het pand [straatnaam] in Bellingwolde. Ik deed het onderhoud daar voor [medeverdachte 1] . U vraagt mij of ik hem geen vergoeding moest betalen voor mijn verblijf in dat pand. De vergoeding was dat ik het onderhoud deed, een hok timmerde en dergelijke. Ik wist wel wat de bedoeling was daar.
De naam [naam 5] zegt mij niet direct iets. (
na tonen van foto:) Ja, deze man heb ik hier en daar wel gezien, via [medeverdachte 1] . Ik denk dat ik hem heb ingeschakeld na een opdracht voor een klus die ik van [medeverdachte 1] had gekregen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 juni 2017 met bijlagen (AH-035-01), opgenomen op pagina 338 e.v. (zaakdossier 1) van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2016333372 van 18 augustus 2018, inhoudend als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van de MMA-melding op 23-11-2016 “Hennepplantage adres [straatnaam] in Bellingwolde” is er onderzoek ingesteld. Op 24 november 2016 zag ik dat het [straatnaam] bleek te zijn. Het betrof een perceel met een drietal loodsen en een vrijstaande woning.
Uit de kadastrale gegevens bleek dat het pand in eigendom toebehoort aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] heeft antecedenten in het kader van de Opiumwet.
Door netbeheerder [benadeelde partij] is een onderzoek ingesteld naar een afwijkend belastingpatroon in het elektriciteit kabelnet, waar het perceel [straatnaam] te Bellingwolde is aangesloten.
De netmeting heeft in de periode 24 december 2016 tot en met 27 december 2016 gemeten. Het gemeten patroon duidt wel op een mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij. Gemeten waarde uit de meting:
  • hoeveelheid : 110 Ampère
  • cyclus : 12 uur
  • schakeltijd : in 19.00 uur en uit 07.00 uur
Op 7 juni 2017 is er binnengetreden in loods 2 en de vrijstaande woning. In loods 2 (de middelste) bleek een hennepkwekerij aanwezig te zijn. In de kruipruimte van de woning bleek een hennepkwekerij aanwezig te zijn. In de loodsen 1 en 3 lagen meerdere goederen die gebruikt worden voor het telen van hennep. Tevens lag er op meerdere plekken in de loodsen hennepafval, bestaande uit potgrondresten met startersblokken en wortelresten.
Na het betreden van de kruipruimte bleek dat er een tweetal ruimtes waren ingericht als hennepkweekruimte. In de loods waren twee afgetimmerde ruimtes aanwezig en ingericht als hennep-kweekruimtes, nader genoemd als ruimte A en ruimte B.
Ruimte A: Oppervlakte van deze ruimte was 37 m2. Er stonden 400 lege en gebruikte zwarte potten met potgrondresten. In de kweekruimte stonden 1258 hennepstekken, verpakt in dozen.
Ruimte B: Oppervlakte van deze ruimte was 26 m2. In de ruimte stonden 480 lege en gebruikte zwarte plastic potten met potgrondresten.
Kruipruimte woning: In totaal stonden in de beide ruimtes 474 zwarte plastic potten met afgeknipte planten.
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude inspecteur van netbedrijf [benadeelde partij] . Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de kwekerij illegaal werd afgenomen. De meterkast was geplaatst in een ruimte voorin loods 2. De toegang tot deze ruimtes was via de voorzijde van de loods. Op aanwijzing van de fraude inspecteur zag ik dat in de meterkast van genoemd perceel de stroom voor de elektriciteits-meter werd omgeleid.
Er is door mij gedurende het verblijf in de hennepkwekerij geconstateerd dat het aannemelijk is dat er sprake is geweest van een of meerdere eerdere oogsten van hennep. Dit bleek mij uit de navolgende feiten of omstandigheden:
In loods 2 zijn in meerdere paardenboxen vuilniszakken aangetroffen met daarin aarde en groeiblokken met plantenresten en wortelresten. In een paardenbox stonden drie grote plastic tonnen met daarin zwarte plastic potten met aarde en wortelresten. In totaal 172 gebruikte potten. Er stond een aanhangwagen met daarin 565 zwarte plastic potten. Deze potten waren gebruikt en er zaten nog restanten in van aarde. Tevens lagen er plastic zakken op de aanhangwagen met hennepresten erin. Ook lag er een strijkijzer en sealbags (plastic zakken) voor het verpakken van hennep. De aanhangwagen lag vol met goederen die gebruikt worden voor het telen van hennep en of inrichten van een hennepkwekerij. In een paardenbox lagen 12 kartonnen dozen met resten van hennep. De dozen waren hetzelfde als de dozen die zijn aangetroffen in de hennepruimte. Deze dozen worden gebruikt voor het verpakken/ vervoeren van hennepstekken.
In loods 1 lag in het midden een grote hoop oude potgrond en links in de loods lagen meerdere kapotte groeitenten. Links in de loods stond een witte bestelbus en die was gevuld met afzuigbuizen. Deze aangetroffen goederen zijn afkomstig van de eerdere aangetroffen hennepkwekerij verwerkt in het politiesysteem onder nummer 2013061033. In het proces wordt ook genoemd dat er een hennepkwekerij heeft gezeten in de kruipruimte van de woning. Destijds zijn de afzuigboxen en koolstoffilters gevuld met purschuim. De goederen die nu zijn aangetroffen in de kruipruimte waren purschuim vrij, dus recentelijk nog gebruikt.
Uit eigen waarneming kon ik vaststellen dat het ging om de vrouwelijke hennep.
4. Een schriftelijk bescheid, te weten een aangifteformulier diefstal/verduistering elektriciteit van 14 augustus 2017, opgenomen op pagina 403 e.v. (zaakdossier 1) van voornoemd dossier en opgemaakt door [naam 6] namens benadeelde [benadeelde partij] , voor zover inhoudend:
Op 7 juni 2017 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [straatnaam] te Bellingwolde. Het pand betreft een loods. Uit onze administratie blijkt dat er op het moment van binnentreden geen energiecontract was op het genoemde pand. De factuur is dan ook naar de eigenaar van het perceel, de heer [medeverdachte 1] , gestuurd.
Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en voorzag de aangesloten installatie van elektriciteit. Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door [benadeelde partij] verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door [benadeelde partij] aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft [benadeelde partij] geen toestemming verleend.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 12 juli 2017, opgenomenop pagina 436 e.v. (zaaksdossier 1) van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 1] :
[verdachte] was handig. Hij bemoeide zich met Bellingwolde. Hij heeft er zelfs een hek van twee meter om gezet. Ik investeerde er ook wel in. Hij trok vervolgens in de bungalow in Bellingwolde zonder mij iets te vragen. [naam 7] woonde daar ook en heeft zichzelf van het leven beroofd. Rond die tijd is die wietellende opnieuw begonnen. [verdachte] is toen daar ook mee begonnen. Ik ben er toen wel eens geweest, een stuk of acht keer, maar ik kon dan niet eens op mijn eigen terrein komen. Hij had alles afgesloten. Dat heeft zich vervolgens verder ontwikkeld tot hedendag. Ik ben eigenaar, maar
[verdachte] heeft daar altijd gezeten. Ik kocht het perceel met panden [straatnaam] te Bellingwolde in 2010.
V: Wie hebben er allemaal een sleutel van het pand?
A: Hij alleen. Ik kon er niet eens in. Hij deed grote kettingen om de poort en wisselde ook van sloten. Hij sloot alles goed af. De huur bracht hij contant. Het was een schertshuur.
Hij paste op dat huis. Zijn nummer weet ik niet omdat dat om de haverklap verandert. Hij neemt altijd contact met mij op. Hij koopt dan zo’n telefoon bij de Kijkshop met 15 euro, gooit het, als het tegoed op is, in de gracht en koopt een nieuwe.
V: Waarom heeft u geen actie ondernomen zodat er weer een hennepkwekerij op het perceel gemaakt zou worden?
A: Net als ik zei, ik zag er niets verkeerds in. Hij had ook onder in de kruipruimte van die bungalow de kruipruimte uitgehold om plantjes te zetten. Dat heb ik van hem gehoord. Dat is alweer een paar jaar geleden.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 26 oktober 2018, opgenomen op pagina 100 e.v. van het aanvullend proces-verbaal van 30 oktober 2018 (map ‘Samenvatting Abyrgo, Overzicht v/h beslag, Aanvull. Zaakdossier 1’) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 24 oktober 2017 vond er binnen het kader van het onderzoek Abyrgo een doorzoeking ter inbeslagname plaats in een perceel te Utrecht van [medeverdachte 1] . Tijdens deze doorzoeking werden de hierna te noemen administratieve documenten aangetroffen die er op zouden kunnen duiden, dat perceel [straatnaam] te Bellingwolde door [medeverdachte 1] met ingang van 1 mei 2014 aan [verdachte] werd verhuurd.
Op met de hand geschreven en gedateerde notities staat onder andere in de bijlage I van zaakdossier 3 Blijham geschreven:
  • [verdachte] Huur ingegaan 1-5-14 ?! Bellingwolde
  • [verdachte] 5-5-14 Huurbetaling Bellingwolde
  • [verdachte] 12-5-14 Begin restauratie Bellingwolde
  • [verdachte] 21-9-15 Bellingwolde stand werk, restauratie woning
  • [verdachte] 18-5-16 Uitvoering werk Vianen Soesterberg Bellingwolde
Op met de hand geschreven en ongedateerde notities staat onder andere in de bijlage J van zaakdossier 3 Blijham geschreven:
  • [verdachte] 7-7 GROTE AFLOSSING eerste week juli!!! Beginnen 7500 Woldendorp Bellingwolde
  • [verdachte] Zondag 12-7 Afbetalen 7500 Woldendorp en Bellingwolde
  • [verdachte] Bellingwolde verhoor, Bellingwolde vernielingen, Bellingwolde boete elektriciteit geschiedenis 200000 Investering terugbetalen ./ ervoor getekend!!!
  • Restauratie: Bellingwolde, Soesterberg, Vianen (5200) Wamel
  • [verdachte] Vianen+ Soesterberg+ B'wolde Huren afrekenen
  • [verdachte] [telefoonnummer], [benadeelde partij] [straatnaam] , dakkapel Bellingwolde (betaald) - [verdachte] Woensdag en donderdag 28-8 huren Bellingwolde juni + juli.
  • [verdachte] Retour 14.000,-- wegens niet uitvoeren van het werk in Bellingwolde
  • [verdachte] Grote vaten (1000 liter) uit Vianen naar Bellingwolde
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van
22 september 2018, opgenomen op pagina 93 e.v. (aanvullend proces-verbaal zaakdossier 1) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas verbalisant:
Binnen het onderzoek Abyrgo vond een uitgebreid telecommunicatieonderzoek plaats waarbij diverse telefoonnummers werden getapt. Betrekking hebbend op het zaakdossier [straatnaam] te Bellingwolde was het hierna te noemen gesprek, dat tussen de broers [verdachte] plaatsvond, van belang. De juiste personalia van hen luiden: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1974, en [naam 8] , geboren op [geboortedatum] 1983.
Op 25 juli 2017 belt [verdachte] met zijn broer [naam 8] . [verdachte] zegt onder andere:
Moet eeee…ik heb daar 240 splint nieuw zakken, ik heb ook daar eeeeh…wat potten, 1000 potten en twee water tanken plus aal die koppelingen om te knippen….
Zeg tegen hen dat ze het in de bus moeten gaan doen, vraag hen maar wat zij allemaal willen hebben, ze kunnen daar naartoe gaan, ze kunnen het vandaar gaan ophalen. Mocht zij toch hen gaan vragen waarom moest het, dan moeten ze tegen hen gaan zeggen dat (ntv) van die ouwe, dat de ouwe hier was geweest, en dat de ouwe tegen ons had gezegd dat wij alles daar moesten gaan opruimen (…) ik was van plan om te gaan opruimen (…) ik heb nog daar 240 zakken naartoe gebracht plus die kleintje. Nadat wij die kleintje daar neergelegd hadden, werd inval daar gedaan, wij hadden nog niet eens zand daar neergelegd, de potten lagen nog buiten, begrijp je? (…) wij waren van plan om zand, plus die kleintjes daar gaan doen en dan maar voor een keertje te gaan gokken, je weet het wel
(…) wij waren bezig aan het opruimen, wij waren bezig met die aal die zand weg te gooien en die potten aan het opstapelen, wij waren van plan om te gaan opruimen, maar in een keer zei ik stop maar ik moet 240 van die dingen gaan ophalen, toen zei Gingo (fon) tegen mij dat hij het voor zichzelf wil gaan doen. Eigenlijk (ntv) ben ik daar donderdagochtend naartoe gegaan, wij wouden die ochtend het daar gaan doen, wij zouden de hele dag daar aanwezig zijn, ben op het nippertje daar ontsnapt. (…) wij kwamen daar om 7 uur in de ochtend aan, wij kwamen daar aan, wij zagen plotseling heel veel van die dingen daar, ze waren ook beneden geweest op die andere plaats, daarom weet ik het zeker, dat ze mij hebben verraden begrijp je?
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 15 januari 2018, opgenomen op pagina 755 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit onderschepte telecom gegevens is onder andere het volgende gebleken:
• Op 19 juni 2017 ontvangt het telefoonnummer op naam van verdachte [medeverdachte 1] een sms van het nummer [telefoonnummer] , in gebruik bij verdachte [verdachte] , met de tekst "Luister ben hard aan het werk voor jou. Ongeveer 5 weken hebt u centen, kan nou u stress en spanningen niet bij hebben. Met vriendelijke groeten tot gauw".
• Op 3 juli 2017 belt [medeverdachte 1] nogmaals met telefoonnummer [telefoonnummer] . Hij vraagtof hij weer met [verdachte] spreekt, wat weer door de gebelde persoon wordt bevestigd. [verdachte] heeft dan slecht bereik en heeft dinsdag beter bereik, hij is nu aan het werk. [verdachte] zegt ook dat [medeverdachte 1] niet moet zeggen waar hij is, hij is aan het werk begrijpt u. Hij is met een aantal dingen bezig voor hun beiden, om de centen weer terug te verdienen, voor [medeverdachte 1] en voor hemzelf. [medeverdachte 1] zegt dat ze een heleboel problemen hebben die allemaal opgelost moeten worden en [medeverdachte 1] vraagt wanneer [verdachte] naar Utrecht komt. [verdachte] zegt dat hij dat allemaal gaat oplossen en dat hij [medeverdachte 1] de dag erna gaat vertellen. Ze spreken af dat ze de dag erna gaan bellen.
• Op 3 juli 2017 ontvangt het telefoonnummer op naam van verdachte [medeverdachte 1] een smsvan het nummer [telefoonnummer] , in gebruik bij verdachte [verdachte] met de tekst "Meneer [medeverdachte 1] vind het niet gepast na dat ik u bericht heb en geprobeerd te bellen en alsnog gaat u mijn familie lastig vallen want val uw familie en uw vrouw ook niet lastig. Heb geduld en u krijgt uw deel van uw handel. We hebben samen ons geld ingezet en dat het hier en daar fout gaat nou dat is eenmaal het risico. Bel u dinsdag maar als u doorgaat met mijn familie lastig vallen dan hebben we een probleem".
• Op [geboortedatum] 2017 stuurt [medeverdachte 1] een sms aan telefoonnummer
[telefoonnummer] , in gebruik bij verdachte [verdachte] , met de tekst "Investering nu afrekenen".
9. Een schriftelijk bescheid, te weten een uitwerking van een tapgesprek, opgenomen op pagina 454
e.v. (zaakdossier 1) van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Datum: 03-07-2017 Beller: [naam 8] .
Gebelde: [telefoonnummer] , naam: [verdachte] .
Samenvatting: [verdachte] zegt dat een Iraniër 700 van [verdachte] nog moet hebben en vraagt of NNmn 250 euro dinsdag aan Iraniër kan geven. [verdachte] noemt NNman [naam 8] .
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van
30 januari 2018, opgenomen op pagina 568 e.v. (zaakdossier 1) van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 5] :
[verdachte] betaalde mij per klus. Ik werd contant betaald. [medeverdachte 2] deed meerdere klusjes, was een soort vertrouweling van [verdachte] . [medeverdachte 3] was vaak samen met [verdachte] . [medeverdachte 3] kwam ook wel met [medeverdachte 2] . Ik maak hennepmachines schoon en repareer ze.
V (vraag verbalisant): Uw DNA is aangetroffen in een hennepkwekerij/drogerij. Waar kan dat geweest zijn?
A (antwoord verdachte): In Bellingwolde of bij [medeverdachte 3] in de schuur.
Ik heb in die periode 8 machines gerepareerd en ongeveer 20 messen vervangen. De eerste keer heeft [verdachte] mij naar Bellingwolde gebracht. [verdachte] heeft verteld dat zijn vrouw zelfmoord heeft gepleegd in de woning.
V: We laten u een aantal foto's zien. Wie herkent u op de foto's?
A: Foto 3: [verdachte] (bijlage 5) (opmerking rechtbank: foto van verdachte)
Foto 4: [medeverdachte 3] (bijlage 6) (opmerking rechtbank: foto van medeverdachte [medeverdachte
3] )
Foto 6: [medeverdachte 2] (bijlage 8) (opmerking rechtbank: foto van medeverdachte [medeverdachte 2] )
V: Wij hebben in de woning van [medeverdachte 3] ook een papiertje met namen aangetroffen, zeggen deze namen u iets?
A: Met ‘ [medeverdachte 3] ’ wordt waarschijnlijk [medeverdachte 3] bedoeld. ‘ [naam 5] ’ ben ik.
11. Een proces-verbaal van verhoor van de rechter-commissaris van 16 november 2020, los gevoegd bij voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [naam 5] :
U vraagt of het geld dat [medeverdachte 2] betaalde van [verdachte] of van hem zelf was. Het geld was van [verdachte] . Voor hem werkte ik.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 maart 2017 met pagina nr. 205, voorin opgenomen in de map ‘Samenvatting Abyrgo, Overzicht v/h beslag, Aanvull. Zaakdossier 1’ van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik was belast met het bekijken en uitwerken van camerabeelden die waren opgenomen aan de [straatnaam] te Bellingwolde.
Ik zag de foto die was opgevraagd bij de gemeente Stadskanaal ten behoeve van een strafrechtelijk onderzoek. Ik zag dat deze persoon betrof: [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] 1989. Ik herkende [medeverdachte 2] als de persoon die ik zag op de camerabeelden die waren opgenomen op 18 februari 2017 omstreeks 10:08 uur, 19 februari 2017 omstreeks 17:06 uur
1en 27 februari 2017 omstreeks 09:01 uur
2. Ik zag dat hij op genoemde datums reed in een voertuig van het merk Mercedes Vito, voorzien van kenteken [kenteken] en in een voertuig van het merk BMW, voorzien van kenteken [kenteken] .
Ik zag de politiefoto van een persoon welke betrof: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1974. Ik herkende [verdachte] als de persoon die ik zag op de camerabeelden die waren opgenomen op 26 januari 2017 omstreeks 15:20 uur
3, 7 februari 2017 omstreeks 16:09 uur en 9 februari 2017 omstreeks 14:00 uur
4. Ik zag dat hij op genoemde datums reed in een voertuig van het merk Dodge Ram VAN, voorzien van kenteken [kenteken] en in een voertuig van het merk Mercedes Vito, voorzien van kenteken [kenteken] .
Ik herkende de beide personen als zijnde de personen die ik ook op camerabeelden had gezien aan het adres [straatnaam] te Bellingwolde. Ik heb beide heren afzonderlijk van elkaar gezien. Ik heb gezien dat beide heren het terrein aan de [straatnaam] te Bellingwolde betraden.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 21 maart 2017, opgenomen oppagina 166 e.v. (zaakdossier 1) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik bekeek voor het onderzoek genaamd Abyrgo de opgenomen camerabeelden, gemaakt van de ingang van de [straatnaam] te Bellingwolde. Op de camerabeelden zag ik het volgende:
Datum
Tijd
Omschrijving
09-
32017
18:36
Verscheen de eerder geziene BMW, voorzien van kenteken [kenteken] . Uit dit voertuig stapte een persoon die ook eerder gezien is met dit voertuig. Deze persoon is ambtshalve herkend als zijnde [medeverdachte 2] . Omstreeks 18:58 uur verliet [medeverdachte 2] het terrein weer.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 11 mei 2017,opgenomen op pagina 284 e.v. (zaakdossier 1) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik heb de camerabeelden bekeken, gemaakt van de ingang van het terrein [straatnaam] te Bellingwolde. Op de camerabeelden zag ik het volgende:
Datum
Tijd
Omschrijving
12-
42017
18.21
Donkere BMW, voorzien van het kenteken [kenteken] komt aanrijden en rijdt de oprit op tot het hekwerk. Na 24 seconden rijdt de BMW naar binnen terwijl er een NN-man bij het geopende hek staat. Vervolgens sluit NN-man het hek werk. De NN-man draagt een beige jas.
12-
42017
19.48
Donkere BMW, voorzien van het kenteken [kenteken] rijdt van het erf af de oprit op. Het hekwerk wordt geopend en gesloten door NN-man met de beige jas en hoge boots. De BMW rijdt er ondertussen door. Enkele seconden erna rijdt de BMW rechts de weg op.
13-
42017
18.17
Man, gezien de kleding die hij draagt en het postuur gelijkend op de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 2] , opent het hekwerk en loopt het erf op.
16-
42017
16.17
NN-man in beige jas en hoge boots, gelijkend op NN-man op 12-04-2017, loopt de oprit op. Man, gezien de kleding die hij draagt en het postuur gelijkend op de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 2] , komt achter NN-man aan en draagt een rugzak op zijn rug. Hij opent het hekwerk.
16-
42017
18.19
De mij ambtshalve bekende [medeverdachte 2] en NNman voornoemd gaan door het hekwerk dat door [medeverdachte 2] wordt geopend en gesloten. NN-man draagt nu een rugzak over zijn rechter schouder. Ze lopen de oprit links af.
16-
18.2
De donkere BMW, voorzien van het kenteken [kenteken] , rijdt voorbij.
04-
2017
18-
42017
21.02
De mij ambtshalve bekende [medeverdachte 2] en NNman voornoemd, lopen richting het hekwerk.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 21 september2018 met bijlagen, opgenomen op pagina 47 e.v. van het aanvullend proces-verbaal van 30 oktober 2018 (map ‘Samenvatting Abyrgo, Overzicht v/h beslag, Aanvull. Zaakdossier 1’) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 17 mei 2018 bezocht ik perceel [straatnaam] te Nieuw Buinen. Bij deze woning trof ik een jongeman die zich aan mij voorstelde als [medeverdachte 4] . De juiste personalia luiden: [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedatum] 1993.
Ik herkende [medeverdachte 4] van camerabeelden die op 16 april 2017 te 18:19:37 en 18:19:44 uur werden gemaakt bij perceel [straatnaam] te Bellingwolde. Hij was gekleed in een bruine jas en een spijkerbroek. Voorts droeg hij laarzen en over zijn rechter schouder droeg hij een zwarte tas. De opgenomen en uitgewerkte camerabeelden werden gerelateerd in proces-verbaal AH-002-13.
Voorts herkende ik [medeverdachte 4] van camerabeelden die op 11 maart 2017 te 15:47:46 uur waren gemaakt bij de [straatnaam] te Bellingwolde. Ook hier was hij gekleed in een bruine jas, blauwe spijkerbroek en droeg hij laarzen. Deze camerabeelden werden vastgelegd in procesverbaal AH-002-10 en wordt eveneens als bijlage bijgevoegd.
Ook herkende ik [medeverdachte 4] van camerabeelden die op 22 maart 2017 te 18.29.16 uur waren gemaakt bij de [straatnaam] te Bellingwolde. Hier was hij onder andere gekleed in een vermoedelijke grijze trui. Deze camerabeelden werden bij proces-verbaal AH-002-11 vastgelegd. Ook dit proces-verbaal wordt als bijlage hierbij overgelegd.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek van 12 juli 2017, opgenomen op pagina 426 e.v. (zaakdossier 1) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 7 juni 2017 werd door mij als forensisch onderzoeker onderzoek verricht in een bedrijfsterrein/pand (loods), [straatnaam] , Bellingwolde. Links van de woning waren drie loodsen gesitueerd. In de middelste loods waren aan de voorzijde twee kweekruimten ingericht als hennepkwekerij (ruimte A en ruimte B).
Rechts van de deur van het voorportaal naar ruimte A, gezien vanaf de achterzijde, zat een luik in de muur. Tussen het luik en de kweekbak in de kwekerij zag ik twee aangebroken blikjes Coca-cola op de vloer staan. De drinkopening van deze blikjes heb ik bemonsterd op de eventuele aanwezigheid van speeksel, veiliggesteld en gewaarmerkt. Bij deze blikjes op de vloer zag ik vier sigarettenpeuken liggen, waarvan drie van het merk Marlboro. De sigarettenpeuken heb ik veiliggesteld op de eventuele aanwezigheid van speeksel en gewaarmerkt.
De volgende sporen/stukken van overtuiging werden veiliggesteld:
Spoornummer : PL0100-2016333372-33771
SIN : AAKP7481NL
Spooromschrijving : peuk
Plaats veiligstellen : op de vloer in kweekruimte A tussen luik en kweekbak
Bijzonderheden : Marlboro
Spoornummer : PL0100-2016333372-33769
SIN : AAKP7477NL
Spooromschrijving : peuk
Plaats veiligstellen : op de vloer in kweekruimte A tussen luik en kweekbak
Bijzonderheden : Marlboro
Spoornummer : PL0100-2016333372-33768
SIN : AAKC8593NL
Spooromschrijving : speeksel
Plaats veiligstellen : drinkopening blikje coca cola
Bijzonderheden : op de vloer in kweekruimte A tussen luik en kweekbak
Spoornummer : PL0100-2016333372-33786
SIN : AAKP7479NL
Spooromschrijving : peuk
Plaats veiligstellen : tussen luik en kweekruimte A
Bijzonderheden : op de vloer
Spoornummer : PL0100-2016333372-33767
SIN : AAKC8592NL
Spooromschrijving : speeksel
Plaats veiligstellen : drinkopening blikje cola
Bijzonderheden : op de vloer in kweekruimte A tussen luik en kweekbak
Spoornummer : PL0100-2016333372-33770
SIN : AAKP7478NL
Spooromschrijving : peuk
Plaats veiligstellen : op de vloer in kweekruimte A tussen luik en kweekbak Bijzonderheden : Marlboro.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal identificatie n.a.v. DNA-sporen van 9 oktober 2018 met bijlagen, opgenomen op pagina 6 e.v. van het aanvullend proces-verbaal van 30 oktober 2018 (map ‘Samenvatting Abyrgo, Overzicht v/h beslag, Aanvull. Zaakdossier 1’) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit het door het Nederlands Forensisch Instituut ingesteld vergelijkend onderzoek bleek dat de hieronder genoemde sporen zijn geïdentificeerd op het DNA profiel onder de volgende personalia: [medeverdachte 2] .
Spoornummer : PL0100-201633372-33769
SIN : AAKP7477NL
Spoornummer : PL0100-201633372-33768
SIN : AAKC8593NL
Spoornummer : PL0100-201633372-33771 SIN : AAKP7481NL.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal identificatie n.a.v. DNA-sporen van 10 juli 2018 met bijlagen, opgenomen op pagina 622 e.v. (zaakdossier 1) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit het door het Nederlands Forensisch Instituut ingesteld vergelijkend onderzoek bleek dat de hieronder genoemde sporen zijn geïdentificeerd op het DNA profiel onder de volgende personalia: [medeverdachte 4] , geboren [geboortedatum] 1993.
Spoornummer : PL0100-2016333372-33767
SIN : AAKC8592NL
Spoornummer : PL0100-2016333372-33770
SIN : AAKP7478NL
Spoornummer : PL0100-2016333372-33786 SIN : AAKP7479NL.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 24 mei 2017,opgenomen op pagina 298 e.v. (zaakdossier 1) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik heb de camerabeelden bekeken die zijn gemaakt van de ingang van het terrein [straatnaam] te Bellingwolde. Op de camerabeelden zag ik het volgende:
Datum
Tijd
Omschrijving
02-
52017
18.42 uur
Donkere BMW, voorzien van het kenteken [kenteken] , komt aangereden en rijdt de oprit op. Passagier, gelijkend op de mij ambtshalve (de rechtbank leest: bekende) [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] , stapt uit en opent het hekwerk. De BMW rijdt het erf op en [verdachte] sluit het hek.
02-
52017
21.12 uur
[verdachte] opent het hek en de BMW rijdt het erf af, stopt en [verdachte] stapt als passagier in.
05-
52017
17.35 uur
Donkere Fiat bus, voorzien van het kenteken [kenteken] , komt de oprit op.
[verdachte] opent het hek. De Fiat rijdt het erf op, waarop [verdachte] het hek sluit.
05-
52017
19.25 uur
Het hek wordt geopend. De donkere Fiat bus, voorzien van het kenteken [kenteken] , voorzien van belettering “ [naam bedrijf] ” komt het erf afrijden en stopt op de oprit.
[verdachte] sluit het hek en stapt als passagier in de Fiat.
07-
52017
10.48 uur
Donkere Fiat bus, voorzien van het kenteken [kenteken] , komt aanrijden de oprit op. De passagier opent het hek. De Fiat rijdt het erf op.
07-
52017
13.02 uur
Het hek wordt geopend door [verdachte] . De donkere Fiat bus, voorzien van het kenteken [kenteken] , komt het erf afrijden, stopt op de oprit, waarop [verdachte] het hek sluit en als passagier instapt in voornoemde Fiat.
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 16 november 2017, opgenomen op pagina 796 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 1] :
Opmerking verbalisant: wij tonen de getuige een foto van verdachte [verdachte] .
V: Wie is de man op de foto?
A: Dit is [verdachte] .
V: Wat zegt het adres [straatnaam] in Bellingwolde jou?
A: Dat moet een manege zijn.
Opmerking verbalisant: wij tonen de getuige een foto van verdachte M.W. [medeverdachte 2] .
V: Wie is deze man op de foto?
A: Ik weet zijn naam niet, hij heeft wel een bekend gezicht. Hij was heel veel aan de [straatnaam] bij [verdachte] . Ik weet niet wat hij voor [verdachte] deed, of dat nou bouwen of kweken was dat weet ik niet. Hij is ook wel in Blijham geweest om spul op te halen uit de schuur.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4 (zaakdossier 3)
1. De door verdachte ter zitting van 28 maart 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik ken [medeverdachte 1] vanaf 1996. Ik heb in meerdere panden van hem werkzaamheden verricht. Ik heb mijn hele leven al een paardenstaart. Het telefoonnummer [telefoonnummer] kan van mij zijn. [naam 1] en [naam 2] huurden het pand [straatnaam] te Blijham van [medeverdachte 1] tot eind 2016, misschien nog langer. Ik kwam daar af en toe. Mijn vrouw heet [naam 9] . Haar dochter heet [naam 10] , haar broer [medeverdachte 3] . U houdt mij de verklaring voor die ik bij de rechter-commissaris heb afgelegd. Die verklaring is juist. Ik blijf daar bij.
2. Een proces-verbaal van verhoor van de rechter-commissaris van 14 januari 2020, los gevoegdbij voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik heb heus wel meegewerkt aan het bouwen en inrichten van hokken. U vraagt of ik met ‘hokken’ de ruimtes bedoel waar hennep werd gekweekt. Ja, dat bedoel ik daarmee. Ik bouwde ze en gaf aan [medeverdachte 1] de namen door van de hulppersonen die nodig waren voor de bouw. Ik heb veel panden opgeruimd en opgeknapt voor hem. De hennep kwam altijd van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hebben ook geholpen bij het bouwen van de hennephokken.
U vraagt of ik wel aan de kwekerijen heb verdiend. Een beetje wel. Ik was voor [medeverdachte 1] met veel panden bezig.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 25 oktober 2017,opgenomen op pagina 207 e.v. (zaakdossier 3) van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2016333372 van 12 juli 2018, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 24 oktober 2017 is er een instap gedaan in de woning (boerderij) aan de [straatnaam] te Blijham. Middels het woonhuis was er toegang tot de kelder. De wanden en het plafond van de kelder waren in zijn geheel met folie bekleed. Deze folie is aan de ene zijde wit en (aan de) andere zijde zwart. De witte zijde was naar binnen gericht. Deze folie wordt veelal gebruikt om een hennepkwekerij mee te bekleden. De kelder was verdeeld in een zestal kweekruimten. In alle kweekruimten lag potgrond. Deze potgrond, aarde met perliet (witte bolletjes), wordt gebruikt in de hennepteelt. In de ruimten lagen bloempotten gevuld met deze zelfde aarde en lege bloempotten. De bloempotten zijn 25 bij 25 cm. Gezien de grootte van de bloempotten, passen er 16 op een vierkante meter. De totale kweekoppervlakte van de kelder was 137.5 vierkante meter.
De oppervlakte van de kweekruimte keer het aantal bloempotten per vierkante meter, 137.5 x 16 = 2176. Dit is een indicatie hoeveel planten hier hebben kunnen staan. In de kelder waren tevens ruimten gecreëerd voor waterbakken en elektriciteitsvoorzieningen. De waterbakken waren nog aanwezig. Door verkleuringen op houten platen en nummers die erbij waren geschreven was duidelijk te zien dat daar voorschakelapparaten/transformatoren hebben gehangen. De afgetimmerde ruimten op zolder waren net zo ingericht als de kelder, zelfde folie, aarde en bloempotten. De plaatsen waar apparatuur heeft gehangen was nog zichtbaar. De kweekruimte voor de zolder was
30.8
vierkante meter. 30.8 x 16 potten op een vierkante meter is 492 plekken, alwaar een bloempot met een hennepplant zou hebben kunnen staan.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 2 november2017, opgenomen op pagina 211 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door mij werd ondersteund bij het onderzoek gericht op het perceel [straatnaam] te Blijham. In de paardenschuur zag ik een groot aantal vuilniszakken liggen. De inhoud betrof aarde met wortelresten. Ook zag ik dat er witte korrels in de aarde zaten. Ik heb alle vuilniszakken geteld. Ik zag en voelde dat de zakken gevuld worden (de rechtbank leest: waren) met teelaarde. Ik onderzocht de volgende goederen:
  • 1143 vuilniszakken, merk Komo met de afmetingen 60 x 80 centimeter
  • 376 startersblokken inclusief steel
  • 30 stekbakken / stektreden
  • 2287 plastic omhulsels
  • 7 jerrycans 11 liter, kleur zwart, merk Atami, type Soil nutrition B
  • 7 jerrycans 5 liter, kleur paars, merk Plagron, type Green sensation booster, productiedatum 032016
  • 5 jerrycans, 5 liter, kleur groen, merk Bionova, type vita sol, productiedatum 11-2016
  • 3 jerrycans, 5 liter, kleur grijs, merk Exelent type N-27
  • 2 jerrycans, 5 liter, kleur paars, merk Puresym
De Komo vuilniszakken waren allen gevuld met teelaarde. Hierna heb ik drie vuilniszakken in beslag genomen en deze geopend. De inhoud betrof teelaarde met wortelresten en witte korrels. Hierna heb ik onderzoek gedaan naar de hoeveelheid teelaarde. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van een aangetroffen bloempot. Ik heb deze bloempot vergeleken met de bloempotten die zijn aangetroffen in de kelder van de woning. Bij deze vergelijking zag ik dat beide bloempotten de afmeting 24 x 24 x 28.3 centimeter hadden en dat de inhoud 11 liter betrof. Ook zag ik dat op beide bloempotten www.senkap.com stond. Vervolgens heb ik een bloempot meegenomen naar de paardenschuur van de woning. Hierop heb ik de bloempot gevuld met de teelaarde. Dit is teelaarde vanuit één afvalzak. Ik zag dat de teelaarde vanuit deze vuilniszak twee bloempotten vulde. Hierna heb ik nog twee vuilniszakken geopend en de inhoud hiervan (teelaarde) in de bloempot gedaan. De inhoud van de tweede vuilniszak vulde ook twee bloempotten met aarde. Ook zag ik dat de inhoud van de derde vuilniszak twee bloempotten vulde met aarde. Per vuilniszak komt dit neer op 22 liter aarde. Aangetroffen vuilniszakken 1143 x 22 liter aarde per zak= 25146 liter aarde. Met deze 25146 liter aarde kunnen 2286 van de aangetroffen bloempotten gevuld worden.
Ook trof ik 30 stekbakken aan. Ik zag dat er witte korrels op de bodem van deze stekbakken lagen. Tevens trof ik in deze bakken 2287 witte omhulsels aan. Het is mij bekend dat deze omhulsels om een steenwol startersblok zitten. Dit om te voorkomen dat de steenwol uit zal zetten. In de paardenschuur trof ik groeimiddelen aan. Deze groeimiddelen hadden de vorm van jerrycans. Ik zag dat deze jerrycans allemaal leeg waren.
5. Een schriftelijk bescheid, te weten een aangifteformulier diefstal/verduistering elektriciteit van15 januari 2018, opgenomen op pagina 226 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier en opgemaakt door [naam 6] namens benadeelde [benadeelde partij] , voor zover inhoudende:
[benadeelde partij] transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de eigenaar van pand [straatnaam] Blijham. Uit onze administratie blijkt dat er op het moment van binnentreden geen energiecontract was op het genoemde pand.
Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en de aangesloten installatie voorzag van elektriciteit. Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door [benadeelde partij] verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door [benadeelde partij] aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft [benadeelde partij] geen toestemming verleend.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2017,opgenomen op pagina 86 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
[straatnaam] in Blijham. Vanaf 3 februari 2016 tot en met 1 december 2016 betrof de geregistreerde gebruiker van elektriciteit op dit adres (contractant) ene [naam 11] . Vanaf 6 januari tot en met 30 maart 2017 betrof de geregistreerde gebruiker [naam 10] .
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 30 maart2017, opgenomen op pagina 82 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 1] :
Ik ben de vriend van [naam 2] . Wij kwamen omstreeks februari 2016 in de boerderij te wonen. Al gauw kwam er een klusjesman over de vloer die de ruimte in de kelder om ging bouwen tot hennepkwekerij. Deze klusjesman is [naam 14] uit Assen, dit is een Bosniër volgens mij. [naam 14] is in de kelder onder de boerderij gaan klussen, hij heeft aldaar een gehele hennepkwekerij opgebouwd. De kelder van de woning bedraagt ongeveer 130 m2. Er is een aantal maanden geklust en na die maanden zij er ongeveer 3000 tot 3500 planten in de ruimte gezet. Deze planten zijn door [verdachte] binnen gebracht, ik heb zelf gezien dat hij met dozen met stekjes binnen kwam lopen. Ook bracht [verdachte] de kweekapparatuur allemaal naar binnen. Inmiddels begonnen ze ook te bouwen op zolder. Ik denk omdat ze daar ook wilden gaan kweken.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 30 maart2017 met bijlagen, opgenomen op pagina 769 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 1] :
O: Wij tonen de getuige een foto van verdachte [verdachte] . Deze foto wordt als bijlage 2 toegevoegd aan dit proces-verbaal.
V: Wie is deze man op de foto?
A: Dit is [verdachte] . Ik heb [verdachte] verteld dat er een mooie boerderij aan [straatnaam] in Blijham te koop stond. Die oude man heeft de woning toen gekocht. [verdachte] wilde die schuur hebben voor de handel. [verdachte] zei tegen mij dat hij deze vol wilde zetten met hennepplanten. Die oude man vertelde over de hobby van [verdachte] waar hij niet te veel van wilde weten.
V: Hoe is het gegaan met de aansluiting en levering van elektriciteit aan de woning aan [straatnaam] in Blijham toen jullie er kwamen wonen?
A: Die heb ik eerst zelf geregeld. Toen [verdachte] begon te verbouwen heb ik niet langer betaald.
Ik denk dat het energiecontract op mijn naam is blijven staan. Ik heb geen huur betaald. [verdachte] was degene die tegen [naam 14] zei wat hij moest doen.
Er was ook een zwager van [naam 9] , volgens mij heette hij [medeverdachte 3] . [verdachte] had wel eens verteld dat zijn knipteam allemaal familie was van [naam 9] . [naam 10] is ook wel eens in de kelder geweest. [naam 12] , [medeverdachte 3] , ene [naam 13] , [naam 10] , [verdachte] zelf, [naam 14] waren allemaal bezig toen de stekken erin kwamen. [naam 14] , [verdachte] en [naam 10] hadden een sleutel van de achterdeur, die had je nodig om in de kelder te komen.
O: Wij tonen de getuige een foto van verdachte [medeverdachte 1] . Deze foto wordt als bijlage 3 toegevoegd aan dit proces-verbaal.
V: Wie is deze man op de foto?
A: Dat is de oude man waar ik het over had.
V: Per wanneer stonden de hennepstekken er en gingen de lampen aan?
A: Dat was toen wij er nog zaten. Ongeveer 3 of 4 weken voordat wij eruit gingen, kwamen de stekken erin.
9. Een proces-verbaal van verhoor van de rechter-commissaris van 15 maart 2022, los gevoegd bij voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 1] :
U vraagt door wie er planten en stekken naar de kelder werden gebracht. Dat was een heel team. Daar zat ook familie bij van [verdachte] . Zijn dochter was erbij en nog een vrouw en een neef of zwager van [verdachte] . Volgens mij heette die vrouw [naam 9] , dat was volgen mij zijn vrouw. Zijn dochter die erbij aanwezig was, heet volgens mij [naam 10] . Bij nader inzien herinner ik mij de naam van die zwager, volgens mij heette hij [medeverdachte 3] . U vraag of ik zelf weleens stekken naar binnen heb gebracht. Ja, ik heb daar wel bij geholpen. U vraagt of ik weleens in de kelder ben geweest toen de kwekerij er al was. Ja, daar kon je ook niet echt omheen. De kelder zat onder het hele huis en was stampvol. Zijn dochter kwam de planten water geven en daar heb ik weleens bij staan kijken. U vraagt wie de planten in de kwekerij verzorgde. Voornamelijk zijn dochter. U vraagt hoeveel oogsten er zijn geweest in de tijd dat wij er woonden. Twee denk ik. Ik weet van één zeker. Na de eerste oogst heeft [naam 14] op zolder ook nog een kwekerij aangelegd. U vraagt of ik nog weet wanneer dit was. Na de eerste oogst, dus dat was acht à tien weken na de verbouwing van de kelder. U vraagt of ik gezien heb dat er stekken of planten op de zolder neer werden gezet. Ja. U vraagt of ik zelf planten of stekken naar zolder heb gebracht. Ja. U vraagt of iemand anders zich weleens bezig heeft gehouden met de stroomvoorziening. Ja, [verdachte] , ik heb dat zelf gezien, in huis bij de meterkast in de hal. [naam 14] heeft beneden de kabels gedaan, [verdachte] in de meterkast.
Op vragen van de officier van justitie antwoord ik als volgt:
U vraagt of [verdachte] aanwezig was bij het naar binnen brengen van de planten in de kelder. Ja. U houdt mij voor dat ik bij de politie heb verklaard dat wij verhuisd zijn drie à vier weken nadat de eerste stekken geplaatst waren (p. 774). U vraagt of dit juist is, of wij voor of na de eerste oogst zijn verhuisd. Ik weet het niet precies meer, volgens mij na de eerste oogst.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van
23 november 2017, opgenomen op pagina 791 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 2] :
O: Wij tonen de getuige een foto van verdachte [verdachte] . Deze foto wordt als bijlage 2 toegevoegd aan dit proces-verbaal.
V: Wie is deze man op de foto?
A: Dat is [verdachte] . Wij wisten dat de woning aan [straatnaam] in Blijham te koop stond. Uiteindelijk heeft meneer Van de [medeverdachte 1] of zoiets, dat was een oude man, alles betaald. Toen wij daar eenmaal zaten, ging [verdachte] ineens verbouwen in de kelder van het huis. Toen wist ik al wel hoe laat het was.
V: Je hebt verklaard dat je hebt gezien dat [medeverdachte 5] timmerwerkzaamheden heeft gedaan en dat
[verdachte] spullen heeft gebracht voor een hennepkwekerij in de woning. Waar kwam deze hennepkwekerij?
A: In de kelder. [medeverdachte 5] is in de kelder geweest om te verbouwen, ik heb zelf gezien dat hij die kelder in is gegaan. [verdachte] was de baas, want hij zei wat [medeverdachte 5] moest doen. Dan hoorde ik ze in de hal praten, bij de kelderdeur, en dan hoorde ik dat [verdachte] tegen [medeverdachte 5] zei wat die moest gaan doen. [verdachte] had ook een sleutel van het pand.
V: Wie zijn er behalve [medeverdachte 5] en [verdachte] nog meer in de woning geweest toen jullie er woonden?
A: Die [naam 10] . Ik heb gezien dat ze wel in die kelder geweest is. Er was nog een man, die heette [medeverdachte 3] . Die heb ik een of twee keer gezien. Die kwam met [verdachte] en ze gingen naar de kelder. Die meneer Van der [medeverdachte 1] heb ik er wel drie of vier keer gezien, maar niet in de kelder. Volgens mij had die man wel in de gaten wat er in de kelder gebeurde, die man was niet dom. Hij heeft een keer gezegd die hij wel wist wat er in de kelder gebeurde. Hij zei zoiets "wat [verdachte] in de kelder deed dat wist hij wel en dat wisten wij toch ook wel, maar daar wilde hij zelf niks mee te maken hebben".
O: Wij tonen de getuige een foto van verdachte [medeverdachte 1] . Deze foto wordt als bijlage 5 toegevoegd aan dit proces-verbaal.
V: Wie is deze man op de foto?
A: Dat is Van der [medeverdachte 1] .
V: Per wanneer stonden de hennepstekken er en gingen de lampen aan?
A: Vlak voordat wij daar weg zijn gegaan.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van
29 januari 2018, opgenomen op pagina 944 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 5] :
O: Wij tonen verdachte een foto van de heer [medeverdachte 1] , welke als bijlage 2 wordt toegevoegd aan dit proces-verbaal.
O: Wij tonen verdachte een foto van [verdachte] , welke als bijlage 3 wordt toegevoegd aan dit proces-verbaal. V: Wie is de man op deze foto?
A: Het is een Marokkaan. [verdachte] heet hij .. ja. Die ken ik. Hij was ook met die man, die oude man van de vorige foto die u mij liet zien (de rechtbank begrijpt: de foto van [medeverdachte 1] ).
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 6 november 2018, opgenomen op pagina 29 e.v. (aanvullend zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 31 oktober 2018 waren wij aan de [straatnaam] te Blijham. Daar hebben wij gesproken met de bewoner, [naam 3] . [straatnaam] staat schuin tegenover [straatnaam] . Het gesprek werd gevoerd met [naam 3] waarbij zijn vrouw af en toe zaken aanvulde en telefoonnummers en namen zocht. De heer [naam 3] verklaarde dat ongeveer 4 jaar geleden het pand ( [straatnaam] te Blijham) te koop stond. Op een gegeven moment werd het gekocht door een oudere meneer, genaamd [medeverdachte 1] . Er woonde toen een jong stel (man en vrouw) uit Winschoten in de woning. [naam 3] en zijn zoon hebben verschillende klussen voor het stel gedaan waaronder het verwijderen van mest achter op het terrein. [naam 3] had toen al het vermoeden dat het stel zich bezig hield met hennepkweken. Hij zag onder andere een hoop potgrond in de schuur (achterdeel). Dit was ongeveer 3 à 4 jaar geleden.
Na het stel kwam er een Marokkaanse man in de woning. Hij woonde er niet maar was in en om het pand bezig met werkzaamheden. Er waren twee Marokkaanse mannen die regelmatig bij het pand kwamen. Een van de Marokkanen was een kleine man die uit Duitsland kwam. Hij zou wonen in [woonplaats] . Hij had een vrouw en een klein kind. Ook zou een van de Marokkanen in Woldendorp hebben gewoond. De kleinere man reed met auto’s met Duitse kentekenplaten. Ook kwamen ze regelmatig met een pick-up. De auto’s werden altijd gelijk in de schuur gezet waarbij de deuren werden gesloten. In de pick-up werden goederen vervoerd die zeer vermoedelijk met hennepkweek te maken hadden, zoals potgrond. Zij hadden ook de sloten vervangen en hadden het woongedeelte geblokkeerd. Ook was het niet meer mogelijk om van de manege naar de boerderij te komen doordat de tussendeur afgesloten was.
Nadat het stel weg was, kwam er een man in het pand wonen. Hij verbleef er niet altijd. Hij zou er ongeveer 4 maanden hebben gewoond. Het zou ook langer kunnen zijn. Wat wel bijzonder was, was dat de man hals over kop vertrok en daarna daar niet meer was gezien. Dit speelde zich af in 2016. De buurt had destijds een aantal keren last van stroomstoringen.
De Marokkanen wilden niemand bij de boerderij hebben. Zij plaatsten een blokkade zodat men niet meer achter het pand kon komen met de auto.
Op aanwijzing van [naam 3] hebben wij op het adres [straatnaam] te Blijham gesproken met [naam 15] . [naam 15] verklaarde dat hij in 2017 gesproken had met de eigenaar van het pand, de heer [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] gaf aan dat hij ruzie had met de man uit Duitsland vanwege de huur. [medeverdachte 1] wilde het pand verkopen. Volgens [naam 15] had [medeverdachte 1] het pand in 2014 gekocht. Eerst had het jonge stel er in gezeten. Nadat het jonge stel erin had gezeten, zat er een man genaamd [naam 16] in de woning. Hij zou er ongeveer een jaar gewoond hebben. [naam 16] zat tot de zomer van 2016 in het pand.
Toen de inval van de politie kwam waren er al een aantal maanden geen activiteiten meer. Wel reed er tijdens de actie van de politie een dikke BMW met een Duits kenteken twee keer langzaam langs het pand. In de auto zat een Marokkaans uitziende man.
Uit onderzoek en in de politiesystemen blijkt het volgende:
Het jonge stel welke als eerst aan de [straatnaam] te Blijham woonde zijn, [naam 11] en [naam 2]
. De man genaamd [naam 16] is naar alle waarschijnlijkheid [naam 16] . Het telefoon welke [naam 15] opgaf komt overeen met een telefoon welke in het politiesysteem staat. Ook komt [naam 16] uit Duitsland.
Met de kleine Marokkaan wordt naar alle waarschijnlijkheid [verdachte] bedoeld. Hij woont in [woonplaats] en heeft een vrouw en een klein kind. Ook heeft [verdachte] in Woldendorp gewoond. De andere Marokkaan zou [naam 8] kunnen zijn.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van
13 november 2018, opgenomen op pagina 33 e.v. (aanvullend zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 4] :
[naam 2] en [naam 11] vertelden mij dat ze de boerderij aan [straatnaam] te Blijham hadden gekocht. [naam 2] en [naam 1] woonden samen in de woning bij de manege. 2 à 3 weken voor de kerst in 2016 was er een inbraak in de woning van [naam 2] en [naam 1] . Daarna heb ik [naam 1] niet meer gezien. [naam 2] heeft bij haar vertrek uit de woning contact gehad met de eigenaar van de woning, meneer [medeverdachte 1] . Sinds toen wisten wij dat niet [naam 2] , maar meneer [medeverdachte 1] de eigenaar was. Nadat er bij [naam 2] en [naam 1] was ingebroken, kwamen er een paar mannen bij de woning. Dit waren [verdachte] , dit was een klein mannetje met een staartje in zijn haar, ene [medeverdachte 3] , klein en stevig, hij heeft daar toen geklust.
Die [medeverdachte 3] had de Nederlandse nationaliteit, [verdachte] was een Marokkaan. [verdachte] had ook een vrouw en die was net bevallen. Dat heeft hij aan mij verteld. In die tijd kwam er ook een kleine Marokkaanse man. Deze man is ouder dan [verdachte] , ik schat hem eind 50.
Na de stroomstoring, ik weet niet meer precies wanneer, is er voor de tweede keer ingebroken in de boerderij. Het raam van de badkamer was kapot. Ik zag dat er troep en plantenresten bij dat raam zaten. Ik zag dat die planten hennepplanten waren. Het deed mij denken aan een ripdeal. Kort daarna, het was in het voorjaar van 2017, kwam meneer [medeverdachte 1] op de boerderij. Meneer [medeverdachte 1] vroeg aan ons of wij in de boerderij wilden wonen. Wij, ik en mijn vriend, zijn toen samen met meneer [medeverdachte 1] door de woning gegaan. Meneer [medeverdachte 1] bood ons aan dat wij daar gratis mochten wonen. In de boerderij zagen we toen een ruimte die was gebruikt als hennepkwekerij. Meneer [medeverdachte 1] vertelde ons dat we daar gratis mochten wonen als we de boel op gingen ruimen. Ongeveer 2 à 3 dagen na de bezichtiging werden we gebeld door de kleine Marokkaan. Hij zei dat we niet in het huis mochten wonen. Kort daarvoor, voordat we met meneer [medeverdachte 1] de woning zijn door gegaan, zag ik een Marokkaan in een zwarte BMW, oudere 3 serie, bij de boerderij komen. Die man heeft een aantal klussen gedaan in de woning. Er kwam toen ook een klein "bakwagen". Hiermee bedoel ik een kleine vrachtwagen. Deze bakwagen heb ik daarvoor ook wel gezien. Net als andere voertuigen. Deze voertuigen reden allemaal de schuur binnen, waarna de deuren weer werden dicht gedaan. Die bakwagen heb ik toen nog een paar keer gezien en daarna niet meer. Ik vermoed dat zij spullen hebben opgehaald. De voertuigen die ik de schuur in heb zien rijden waren dus die bakwagen, maar ook de zwarte BMW 3 serie van die Marokkaan. Ook de Renault Megane Scenic van [naam 16] reed de schuur in. Ik heb eerder gesproken over ene
[medeverdachte 3] . Hij reed in een witte Volkswagen station. Hij reed ook de schuur binnen, waarna de deuren werden gesloten.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 15 januari 2018, opgenomen op pagina 755 e.v. (zaakdossier 3) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Tijdens de doorzoeking aan de [straatnaam] in Utrecht zijn de volgende documenten aangetroffen die de betrokkenheid van [verdachte] bij het perceel aan [straatnaam] in Blijham aantonen.
• Handgeschreven notitie gedateerd 18 mei 2016, onder andere met de tekst: " [verdachte] Betaling huur voor Blijham - mei ".
• Handgeschreven notitie gedateerd juni 2016, onder andere met de tekst: "Blijh 2.500,- ".
• Handgeschreven notitie gedateerd 6 april 2017, onder andere met de tekst:
" [verdachte]
Huur Blijham € 2.500,-
Investering afrekenen!
Sleutels
Repareren Blijham (2x) ramen + lekkage".
• Notitie d.d. 3 juli 2017 verzonden vanaf een telefoonnummer in gebruik bij [verdachte]
, met onder andere de tekst "Heb geduld en u krijgt u deel van uw handel. We hebben samen ons geld ingezet en dat het hier en daar fout gaat nou dat is eenmaal het risico".
• In enkele ongedateerde notities schreef [medeverdachte 1] onder andere over "andere inkomsten", "Blijham - geen wiet", "opruimen Vianen wietplantage" en met betrekking tot [straatnaam] (Blijham) "hoe verder zonder bijverdiensten".
• In een ongedateerde brief aan [verdachte] schreef [medeverdachte 1] onder andere: "Jij kent die criminele, duistere wereld als geen ander".

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de feiten 1, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 24 december 2016 tot en met 7 juni 2017 te
Bellingwolde, gemeente Bellingwedde, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk in een pand aan de [straatnaam] heeft geteeld, telkens een groot aantal hennepplanten, zijnde hennep, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 24 december 2016 tot en met 7 juni 2017 te Bellingwolde, gemeente Bellingwedde, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorend aan [benadeelde partij] ., waarbij verdachte die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking; 3.
hij in de periode van 1 februari 2016 tot en met 24 oktober 2017 te Blijham, gemeente Bellingwedde, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk in een pand aan het [straatnaam] heeft geteeld een hoeveelheid van in totaal 2668 hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, zijnde hennep, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4.
hij in de periode van 1 februari 2016 tot en met 24 oktober 2017 te Blijham, gemeente Bellingwedde, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorend aan [benadeelde partij] ., waarbij verdachte die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middelvan verbreking, meermalen gepleegd;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middelvan verbreking.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1, 2, 3 en 4 wordt veroordeeld tot een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft bij het formuleren van zijn eis onder meer rekening gehouden met de richtlijnen van het Openbaar Ministerie. Op grond daarvan zou een gevangenisstraf van 18 maanden in beginsel passend zijn. In verband met de overschrijding van de redelijke termijn heeft de officier van justitie zijn eis gematigd met 20%.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gewezen op het belang van het tijdsverloop en verwezen naar een soortgelijke uitspraak van deze rechtbank, locatie Assen, waarbij aan de verdachte een taakstraf is opgelegd van 200 uur en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan het opzettelijk telen van een grote hoeveelheid hennepplanten. Samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] , die de panden had aangeschaft en optrad als financier, heeft hij op twee locaties grootschalige kwekerijen opgezet. Verdachte had de beschikking over een groot netwerk van personen, onder wie ook familieleden, die hij op de verschillende kwekerijen liet werken. Hennepteelt levert een softdrug op die bij langdurig gebruik kan leiden tot schade voor de gezondheid. De hennepteelt is echter niet alleen uit het oogpunt van de volksgezondheid maatschappelijk onaanvaardbaar, maar ook omdat de handel in hennep, vanwege de grote winsten die daarmee worden gemaakt, allerlei andere vormen van criminaliteit in de hand werkt.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de soort en de omvang van de aan verdachte op te leggen straf gelet op de straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd en die hun weerslag hebben gevonden in de Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Nu er sprake was van een professioneel samenwerkingsverband met meerdere kwekerijen van grote omvang en hennepteelt over een langere periode kan naar het oordeel van de rechtbank in dit geval niet worden volstaan met een taakstraf en is enkel een gevangenisstraf passend.
Gelet op het tijdsverloop dient de rechtbank bij de strafoplegging rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn waarbinnen een strafvervolging op grond van artikel 6 EVRM tot een berechting moet komen. Vanaf het moment waarop verdachte is gehoord en er gelet op de inhoud van het verhoor van uit mocht gaan dat hij strafrechtelijk zou worden vervolgd, tot aan deze uitspraak van de rechtbank is bijna vijf jaren verstreken. De forse overschrijding van de redelijke termijn met bijna drie jaren komt slechts voor een gering deel voor rekening van de verdediging en dient dus tot strafvermindering te leiden.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 15 maanden passend en geboden.
Zij zal daarvan vijf maanden voorwaardelijk opleggen teneinde verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw over te gaan tot het plegen van strafbare feiten.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 5 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. M.S. van der Kuijl en mr. M.B.W. Venema, rechters, bijgestaan door A.W. ten Have-Imminga, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 april 2022.
Proces-verbaal van 8 maart 2017, pagina 143 e.v. (zaakdossier 1).
Proces-verbaal van 8 maart 2017, pagina 158 e.v. (zaakdossier 1).
Proces-verbaal van 2 maart 2017, pagina 92 e.v. (zaakdossier 1)
Proces-verbaal van 7 maart 2017, pagina 127 e.v. (zaakdossier 1)