ECLI:NL:RBNNE:2022:1197

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
18/118076-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensensmokkel na onvoldoende bewijs van wederrechtelijkheid

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensensmokkel, heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 april 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd ervan beschuldigd dat hij in de periode van 21 tot en met 22 augustus 2019 te Ter Apel, samen met anderen, behulpzaam was bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland voor verschillende personen. De tenlastelegging omvatte ook het faciliteren van verblijf in Nederland, waarbij de verdachte en zijn medeverdachten zouden hebben geweten of ernstige redenen hadden te vermoeden dat deze toegang of doorreis wederrechtelijk was.

Tijdens de zitting op 29 maart 2022, waar de verdachte niet aanwezig was, werd verstek verleend. De officier van justitie heeft in zijn requisitoir tot algehele vrijspraak gepleit. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en vastgesteld dat, hoewel de verdachte de in de tenlastelegging genoemde personen vanuit Litouwen via Duitsland naar Nederland heeft vervoerd, er onvoldoende bewijs was dat hij wist dat hun toegang tot Nederland wederrechtelijk was of dat hij ernstige redenen had om dit te vermoeden.

De rechtbank concludeerde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. O.J. Bosker, en de rechters S.T. Kooistra en mr. R.B. Maring, met W. Brandsma als griffier.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18/118076-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 12 april 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats], wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 maart 2022.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 21 tot en met 22 augustus 2019 te Ter Apel, (althans) in de gemeente Westerwolde, in elk geval in Nederland en te Litouwen en te Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of andere, althans alleen, (een) ander(en), te weten [naam 1] en/of [naam 2] en/of een of meer andere personen
  • behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, in elkgeval in een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad en/of
  • uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, in elk gevalin een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem/haar/hun daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
immers heeft hij, verdachte, tezamen met zijn medeverdachte(n), althans alleen:
- die [naam 1] en/of die [naam 2] en/of die een of meer andere personen met een busje vanuit
Litouwen en/of Duitsland naar Nederland gebracht en/of
  • die [naam 1] en/of die [naam 2] en/of die een of meer andere personen bij of in de nabijheid van hetAZC in Ter Apel afgezet en/of
  • die [naam 1] en/of die [naam 2] en/of die een of meer andere personen voor het vervoer naar
Nederland laten betalen, en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door en/of het verblijf van die [naam 1] en/of die [naam 2] en/of die een of meer andere personen in Nederland georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte(n) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft tot algehele vrijspraak gerekwireerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en overweegt hiertoe het volgende.
Uit het dossier is af te leiden dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde personen, in een busje vanuit Litouwen via Duitsland naar Nederland heeft vervoerd en dat de toegang tot en de doorreis door Nederland van deze personen wederrechtelijk was.
Daarbij is evenwel niet vast te stellen dat verdachte wist dat die toegang tot of doorreis door Nederland van deze personen wederrechtelijk was of dat hij ernstige redenen had zulks te vermoeden. Dit betekent dat verdachte moet worden vrijgesproken.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, S.T. Kooistra en mr. R.B. Maring rechters, bijgestaan door W. Brandsma, griffier, en uitgesproken ter ,openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 april 2022.
Mr. Bosker en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.