ECLI:NL:RBNNE:2022:1058

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 april 2022
Publicatiedatum
7 april 2022
Zaaknummer
18/030849-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel binnendringen van een minderjarige en bezit van kinderporno

Op 7 april 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel binnendringen van een vierjarig meisje en het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf en terbeschikkingstelling onder voorwaarden. De zaak kwam aan het licht na een incident op 15 juni 2020, waarbij de verdachte het slachtoffer in een steegje vastpakte en zijn geslachtsdeel in haar mond duwde. De verdachte heeft dit later ook bekend. Daarnaast bleek hij in bezit te zijn van een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen en video's, die op zijn computer waren aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn psychische stoornissen, volledig verantwoordelijk was voor zijn daden. De impact van de misdrijven op het slachtoffer en haar omgeving was aanzienlijk, wat de rechtbank zwaar meeweegt in de strafmaat. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de noodzaak van behandeling voor de verdachte, gezien het hoge recidiverisico. De terbeschikkingstelling is opgelegd om de verdachte te laten behandelen en te voorkomen dat hij opnieuw in de fout gaat.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Assen
parketnummer 18/030849-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 7 april 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 24 maart 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Roggen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging en na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 juni 2020 te [plaats] , gemeente Noordenveld, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2015, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn piemel in de mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 juni 2020 te [plaats] , gemeente Noordenveld, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2015, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen te plegen, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , het gezicht van die [slachtoffer] met beiden handen heeft vastgepakt en vervolgens in de richting van zijn kruis heeft geduwd en/of (vervolgens) zijn piemel tegen/op/in de mond van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 juni 2020 te [plaats] , gemeente Noordenveld, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2015, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte het gezicht van die [slachtoffer] met beiden handen vastgepakt en vervolgens in de richting van zijn kruis geduwd en/of (vervolgens) zijn piemel tegen/op/in de mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht;
2.
hij in of omstreeks de periode van 2 februari 2009 tot en met 2 februari 2021 te [plaats] , gemeente Noordenveld en/of te Leek, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) 2030 afbeeldingen, te weten 5 foto's en/of 2025 video's - en/of een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, te weten een computer van het merk Packard Bell - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
  • het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnamen:
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 514 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 514 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 514 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 514 en/of- [bestandsnaam] .mpg, p. 514) en/of
  • het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnamen:
  • [bestandsnaam] , p. 515 en/of
  • [bestandsnaam] , p. 515 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 515 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 515 en/of
  • [bestandsnaam] , p. 515) en/of
  • het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (bestandsnamen:
  • [bestandsnaam] .jpg, p. 516 en/of
  • [bestandsnaam] , p. 516 en/of- [bestandsnaam] .mpg, p. 516) en/of
  • het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is) (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam: [bestandsnaam] .mpg, p. 516)

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
Op de in het schriftelijk requisitoir uitgewerkte gronden heeft de officier van justitie een bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft op gronden als vermeld in de pleitnota zich -zakelijk weergegeven- op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. Uit het dossier blijkt onvoldoende dat verdachte zijn penis daadwerkelijk in de mond van het slachtoffer heeft gebracht op het moment dat hij zich op 15 juni 2020 exhibitioneerde. Dat verdachte tegenover de politie heeft verklaard: ‘ik heb hem in haar mond gestopt’, is niet zoals het gegaan kan zijn. Verdachte heeft weliswaar het hoofd van het slachtoffer vastgepakt en naar zijn ontblote kruis gebracht, maar wanneer de politie gedetailleerde vragen stelt over hoe een en ander daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, kan verdachte op die gerichte vragen geen antwoord geven. ‘Hij weet het allemaal niet meer.’ Ook het slachtoffer kan, wanneer de politie haar naar details vraagt, die vragen niet goed beantwoorden. Het lijkt erop dat het slachtoffer een goed antwoord probeert te geven, doch haar verklaring roept twijfel op.
De raadsvrouw heeft aangegeven dat alleen een veroordeling van het meer subsidiair ten laste gelegde feit kan volgen.
Volgens de raadsvrouw moet verdachte ook worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde feit, doordat geen sprake is van bezit. Onvoldoende is vast te stellen op welke momenten de kinderpornografische films en afbeeldingen zijn gedownload. Daar komt bij dat verdachte het materiaal had verwijderd, de computer waarop het materiaal is aangetroffen al 8 jaren feitelijk niet meer in gebruik had en ook niet gebruiksklaar hield. De verwijdering is dan ook definitief van aard. Ondanks het recoverysoftwareprogramma, dat in 2010 op verdachtes’ computer is geïnstalleerd, is het de vraag of dit programma in staat was het verwijderde materiaal terug te halen. Bovendien blijft onduidelijk of dit programma nog kon functioneren op een dergelijk oude computer.
Oordeel van de rechtbank
Op grond van de hierna opgenomen bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Uit die bewijsmiddelen blijkt dat het slachtoffer direct na het incident aan haar moeder heeft verteld dat een man haar op 15 juni 2020 had vastgepakt en dat die man zijn geslachtsdeel in haar mond had gedaan. Ook bij het studioverhoor door de politie herhaalt het slachtoffer dat.
Verdachte verklaart zelf ook op 16 februari 2021 tegenover de politie dat hij zijn geslachtsdeel in de mond van het slachtoffer heeft gebracht en bekent dat hij, door zijn handelswijze, het slachtoffer heeft verkracht. Dat verdachte op detailniveau niet meer weet hoe een en ander is gegaan, doet niet af aan de bekentenis van verdachte dat hij zijn geslachtsdeel wel degelijk in de mond van het slachtoffer heeft gebracht.
De rechtbank past met betrekking tot feit 1 primair de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter terechtzitting van 24 maart 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 15 juni 2020 bevond ik mij in een steegje in [plaats] met een ontbloot geslachtsdeel.
Er kwam een jong meisje aan. Ik heb haar hoofd vastgepakt en heb haar hoofd naar mijn ontblote geslachtsdeel gebracht.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2020,opgenomen op pagina 134 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer
2020157651, inhoudend als verklaring van [naam 1] , namens [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2015:
Onze dochter [slachtoffer] is 4 jaar.
Ik werd gebeld om 17.02 uur door mijn vrouw [naam 2] , dat was gisteren maandag 15 juni.
Ze vertelde dat [slachtoffer] door een man was vast gegrepen.
Onderweg naar huis vertelde [slachtoffer] zelf wat. Ze vertelde uit haar zelf, dat een man haar vast had gepakt en dat die man zijn piemel in haar mond had gedaan. Dat het pijn deed bij haar mond.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
30 juni 2020, opgenomen op pagina 141 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 16 juni 2020 werd gehoord: [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2015.
De vragen van de verhoorders zijn aangegeven met een V en de antwoorden van [slachtoffer] staan aangegeven met een A.
V: En als ik dan zeg: ? [slachtoffer] wat kom jij mij vandaag vertellen??
Waar gaat het over?
A: De politie had een grote mens een beetje straf gegeven want hij heb daar iets gemeens aan het doen.
V: Iets gemeens aan het doen, vertel mij daar eens alles over.
A: Euh hij?. Eigenlijk durf ik het niet te vertellen.
Iemand had een piemel bij mij in de mond gestopt en toen kreeg ik dat beertje van de politie toen die daar was en toen kreeg die straf.
(…)
V: Oke en toen die meneer de piemel in jou mond deed waar was je dan precies?
A: Toen ik naar huis ging was hij opeens en ging hij me snel pakken.
(…)
V: En toen ging hij jou pijn doen bij jou mond?
A: Ja.
V: Maar wat doet hij dan pijn bij jou mond?
A: Hij deed heel erg hard dit. [slachtoffer] pakt, met haar vingers aan de ene kant en haar duim aan de andere kant, haar wangen beet.
(…)
V: Toen deed hij heel snel de piemel in de mond, En hoe weet jij dat het de piemel was?
A: Omdat ik het zag.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d.
16 februari 2021, opgenomen op pagina 116 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik was het ik heb het gedaan.
Ik kreeg last van potloodventen. Ik kreeg die behoefte. Ik ging naar buiten en kreeg de behoefte om mijn geslachtsdeel te laten zien en zo is het begonnen. Ik deed het voor de kik. De dag zelf, klopt ik heb daar heel lang rond gefietst. Het is een kinderrijke buurt. Ik was op jacht, zodat ik mijn ding kon doen. Ik zag daar meiden in de speeltuin. Ik wilde mijn geslachtsdeel tonen. Ik heb mijn geslachtdeel laten zien, ik heb hem in haar mond gestopt. Ik heb haar beet gepakt dat weet ik. Beide handen aan het hoofd en dan heb ik haar met mijn handen haar hoofd richting mijn kruis geduwd. En dan mijn geslachtsdeel in haar mond proberen te duwen. Ik voelde wel wat warms en toen zei ze nee en ik dacht toen ook gelijk van dit moet ook niet. Het was op 15 juni 2020 aan het einde van de middag.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank acht eveneens bewezen dat verdachte kinderpornografisch materiaal, dat op zijn computer is aangetroffen, in de ten laste gelegde periode in zijn bezit heeft gehad. Verdachte heeft dat ook op de terechtzitting van 24 maart 2022 bekend. Dat het materiaal in de zogenaamde unallocated clusters is aangetroffen en daarmee in beginsel niet meer zichtbaar is voor een gebruiker, doet in dit geval niet aan het bezit af. Op de computer is immers het door verdachte gedownloade en geïnstalleerde recoverysoftwareprogramma “Recuva” aangetroffen, waarmee de verwijderde bestanden konden worden teruggehaald.
Nu verdachte het onder 2 ten laste gelegde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
1. De door verdachte ter terechtzitting van 24 maart 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op mijn computer heb ik kinderpornografische films en afbeeldingen gedownload. Dat was ongeveer 10 jaren terug. Ik wist dat het in bezit hebben van kinderporno niet mocht.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal
d.d. 10 februari 2021, opgenomen op pagina 507 e.v. van voornoemd dossier en met onder meer als bijlage II op pagina 514 e.v. een collectiescan inhoudende een weergave van zichtbare (strafbare) elementen in 5 kinderpornografische foto’s en 10 kinderpornografische films/video’s.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1 primair en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. hij op 15 juni 2020 te [plaats] , gemeente Noordenveld, met [slachtoffer] , geboren op
[geboortedatum] 2015, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn piemel in de mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht;
2.
hij in de periode van 2 februari 2009 tot en met 2 februari 2021 te [plaats] , gemeente Noordenveld en/of te Leek, 2030 afbeeldingen, te weten 5 foto's en/of 2025 video's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
  • het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnamen:
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 514 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 514 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 514 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 514 en/of- [bestandsnaam] .mpg, p. 514)
en
  • het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnamen:
  • [bestandsnaam] , p. 515 en/of
  • [bestandsnaam] , p. 515 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 515 en/of
  • [bestandsnaam] .mpg, p. 515 en/of
  • [bestandsnaam] , p. 515) en
  • het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (bestandsnamen:
  • [bestandsnaam] .jpg, p. 516 en/of
  • [bestandsnaam] , p. 516 en/of- [bestandsnaam] .mpg, p. 516) en
  • het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is) (waarbij) de afbeelding (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam: [bestandsnaam] .mpg, p. 516).
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Primair met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Motivering van straf en maatregel

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft -zakelijk weergegeven- gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot:
  • 30 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest;
  • de maatregel van terbeschikkingstelling onder het stellen van de door de reclassering geformuleerde voorwaarden;
  • de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
De officier van justitie heeft in haar eis meegewogen dat de feiten aan verdachte in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
Het recidiverisico is hoog en het is noodzakelijk dat verdachte wordt behandeld.
Het betreft een zeer ernstig feit waarbij verdachte op grove wijze inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer (feit 1 primair).
Het bij verdachte aangetroffen kinderpornografisch materiaal dient als zeer heftig te worden beschouwd. Door het downloaden ervan heeft verdachte eraan bijgedragen dat het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal in stand kan blijven.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft -zakelijk weergegeven- aangevoerd dat verdachte zeer gemotiveerd is om een behandeling te ondergaan, ook als die behandeling eerst klinisch moet. Verdachte ontleent hoop aan de mededeling van de psychiater dat zijn aandoeningen goed te behandelen zijn. Indien aan de motivatie van verdachte wordt getwijfeld, mag dat niet zonder meer leiden tot een terbeschikkingstelling onder het stellen van voorwaarden, zoals uit het rapport van de psychiater is op te maken. Verdachte neemt een gevangenisstraf beslist niet eenvoudig op. Hij weet hoe over mannen als hij wordt gedacht, zeker binnen de gevangenis. Hij wil dat nooit riskeren. Zijn grote motivatie voor behandeling moet serieus genomen worden. Een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden voor behandeling is afdoende. Indien de rechtbank toch tot een terbeschikkingstelling wil overgaan, is het opleggen daarvan met daarbij een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest voldoende. Gelet op de maximale duur van een terbeschikkingstelling onder het stellen van voorwaarden zijn de maatregelen ex artikel 38z Sr niet opportuun.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de Pro Justitia rapportage van 6 mei 2021 van N. van der Weegen GZ-psycholoog, de Pro Justitia rapportage van 3 februari 2022 van M.A. Westerborg, forensisch psychiater, het reclasseringsrapport van 18 februari 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte kon op 15 juni 2020 geen weerstand bieden aan de door hem gevoelde drang om zich publiekelijk te exhibitioneren. Verdachte had naar zijn zeggen als eens eerder geëxhibitioneerd bij volwassen vrouwen die geen aandacht voor hem hadden, waardoor de gewenste voldoening uit bleef.
Dat bracht verdachte ertoe om minderjarige kinderen te benaderen. Daarvan werd de vierjarige
[slachtoffer] het slachtoffer. Verdachte had het slachtoffer en haar vriendinnetje gezien in de speeltuin. Verdachte is op enig moment het steegje ingegaan toen hij hen zag naderen. Het vriendinnetje was op de fiets, het slachtoffer niet. Verdachte heeft het slachtoffer bij het passeren vastgepakt en haar hoofd met zijn handen naar zijn geslachtsdeel gebracht. Vervolgens heeft verdachte zijn geslachtsdeel in de mond van het slachtoffer gebracht. Het handelen van verdachte was doelbewust om zijn eigen behoefte te kunnen bevredigen. Door zo te handelen heeft verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van het vierjarige slachtoffer. Verdachte heeft daarmee de sociaal ethische normen in ernstige mate geschonden en dit rekent de rechtbank hem zwaar aan.
Hoewel het voorval in tijd kort is geweest, zal de impact op het jonge slachtoffer naar verwachting langdurig zijn. Het handelen van verdachte heeft ook grote impact op het gezin waarin het slachtoffer opgroeit, zoals is gebleken uit de ter terechtzitting door haar moeder voorgelezen slachtofferverklaring. Bovendien heeft het handelen van verdachte grote beroering teweeggebracht in de omgeving waar het voorval heeft plaatsgevonden.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het verwerven en in het bezit hebben van een groot aantal kinderpornografisch materiaal. Bij het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen worden (veelal ook zeer jonge) kinderen op brute, verregaande en aangrijpende wijze seksueel misbruikt door volwassenen of daartoe aangezet. Er wordt op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken minderjarigen.
De strafbaarstelling van feit 2 heeft als achtergrond het beschermen van minderjarigen tegen seksueel misbruik en tegen de nadelige gevolgen die het maken en verspreiden van opnames van seksueel gedrag waarbij jeugdigen zijn betrokken, met zich brengen. Verdachte heeft met het plegen van dit feit een bijdrage geleverd aan de beschadiging van de betrokken minderjarigen. De vraag naar kinderporno houdt immers het aanbod en daarmee het vervaardigen en het verspreiden van kinderporno in stand. Het nadeel voor de betrokken kinderen bestaat niet alleen uit de directe ernstige gevolgen van het seksueel misbruik zelf, maar ook uit de omstandigheid dat eenmaal op internet gepubliceerde foto’s en films – door de snelheid en het gemak waarmee deze worden vermenigvuldigd- daar feitelijk niet meer vanaf kunnen worden gehaald. Die kinderen kunnen daardoor nog op latere leeftijd met deze foto’s en films worden geconfronteerd.
De rechtbank stelt voorop dat bij zulke ernstig (zeden)delicten in beginsel alleen een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de Pro Justitia rapportage van 3 februari 2022, opgemaakt door M.A. Westerborg, forensisch psychiater. In het rapport is onder meer het volgende opgenomen, zakelijk weergegeven:
Bij verdachte is er sprake van een exhibitionismestoornis, een vermijdende persoonlijkheidsstoornis, en een aandachtstekortstoornis. Deze stoornissen waren ook ten tijde van het ten laste gelegde manifest aanwezig. Dit beïnvloedde zijn gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde. Door zijn aandachtstekortstoornis is verdachte prikkelhongerig en hij wil zijn frustraties direct bevredigd zien. Daarin is hij impulsief en ongedurig. Zijn persoonlijkheidsstoornis is de sterke onderhoudende factor in het geheel waarin sprake is van permanente verkeerde denkbeelden (cognities) en gedragingen. Zijn exhibitionismestoornis is hierin een zeer ongelukkige en risicovolle uitbreiding op de combinatie van de andere stoornissen. Verdachte had al langer de fantasie zijn geslachtsdeel aan een nietsvermoedende vrouw te laten zien. Tot op de dag van het ten laste gelegde had hij echter alleen teleurstellingen ervaren en frustraties moeten incasseren waardoor bij hem de interne spanningen toenamen. Op de dag van het ten laste gelegde laat verdachte zich meer leiden door zijn behoeftes en impulsen dan door maatschappelijke normen. Onder invloed van zijn opgelopen frustraties functioneert zijn geweten nauwelijks adequaat waardoor hij besloot zijn geslachtsdeel die dag aan een vrouwelijk persoon te laten zien. Om de kans om gepakt te worden te verkleinen, besloot hij zijn geslachtsdeel aan twee kleine meisjes te laten zien. Toen zij, net als eerder eens gebeurd was, niet naar zijn geslachtsdeel keken, pakte verdachte uit frustratie impulsief het hoofd van het meisje vast, zodat ze zou kijken. Hij werd hierin slechts geleid door zijn impulsiviteit samenhangend met zowel zijn persoonlijkheidsstoornis als zijn ADHD. Daar de stoornissen van verdachte zijn handelen beïnvloedden, maar niet geheel bepaalden, adviseert onderzoeker hem het tenlastegelegde in verminderde mate toe te rekenen. Verdachte is, om het recidiverisico te verlagen, gebaat bij een klinische behandeling. Hij geeft zelf aan dat hij het in zijn eentje niet zal redden, waardoor de kans op recidive onaanvaardbaar groot zal zijn. Onderzoeker adviseert de rechtbank verdachte de maatregel van TBS met voorwaarden op te leggen.
Verdachte is eveneens onderzocht door N. van der Weegen, GZ-psycholoog. Zij concludeert in haar rapportage eveneens dat de feiten aan verdachte in verminderde mate kunnen worden toegerekend op grond van de geconstateerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline trekken en ADHD. Zijn geweten is lacunair. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Verdachte is, om het recidiverisico te verlagen, gebaat bij een ambulante behandeling. De psycholoog adviseert om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen waarbij de geadviseerde behandeling als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd.
Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde aan verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate.
Verdachte heeft op de terechtzitting aangegeven dat hij achter een behandeling staat met eerst een klinische opname en daarna intensieve begeleiding. Verdachte kan zich vinden in het juridisch kader van een terbeschikkingstelling onder het stellen van de voorwaarden, zoals de reclassering die in haar rapport heeft geadviseerd.
De rechtbank is met de deskundigen van oordeel dat verdachte een intensieve behandeling moet ondergaan om het recidiverisico zoveel mogelijk in te perken. De rechtbank zal die behandeling plaatsen in het kader van een terbeschikkingstelling onder het stellen van voorwaarden. Op die wijze kan de behandeling worden voortgezet, ook indien verdachte onverhoopt de voorwaarden niet langer nakomt.
Het in dit geval opleggen van een terbeschikkingstelling onder het stellen van voorwaarden is mogelijk, omdat voldaan is aan de vereisten die het Wetboek van Strafrecht daaraan stelt.
Zo bestond bij verdachte tijdens het begaan van het bewezen verklaarde een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Het door verdachte begane feit onder 1 primair is een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Het gaat om een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Bovendien eist de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de oplegging van die maatregel.
De rechtbank zal de na te noemen voorwaarden stellen betreffende het gedrag van verdachte. Verdachte heeft zich bereid verklaard deze voorwaarden na te leven.
De rechtbank is van oordeel dat, naast het opleggen van de terbeschikkingstellingsmaatregel, oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is gelet op de ernst van de feiten. Bij de bepaling van de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank afwijken van de eis van de officier van justitie.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachte blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten als deze.
Voor het bezit van kinderpornografisch materiaal weegt de rechtbank mee dat verdachte dat materiaal op zijn computer heeft gedownload, maar ook weer heeft verwijderd. Hoewel verdachte over een recoverysoftwareprogramma beschikte om het verwijderde materiaal weer zichtbaar te maken, is niet gebleken dat verdachte daarvan gebruik heeft gemaakt.
Ook weegt de rechtbank mee dat de klinische behandeling van verdachte naar verwachting ten minste twee jaren in beslag gaat nemen en dat verdachte al veertien maanden in voorarrest heeft doorgebracht.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van achttien maanden opportuun.
De rechtbank zal niet overgaan tot oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht, zoals door de officier van justitie gevorderd. De noodzaak van het opleggen van een dergelijke maatregel is onvoldoende gebleken. Verdachte is zeer gemotiveerd om behandeld te worden en de deskundigen rapporteren dat zijn aandoeningen goed te behandelen zijn.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen computer (omschrijving: 1355745, Packard Bell) vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu deze met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde is begaan en van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen goederen, te weten:
  • 1 STK GSM (Omschrijving: 1355640, blauw, merk: Samsung);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: 1355737, zwart, merk: Samsung);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: 1355714, zwart, merk: Samsung);
  • 1 STK Fiets Heren (Omschrijving: 1361332, groen, merk: Gazelle Primeur).
moeten worden teruggegeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36c, 37a, 38, 38a, 57, 240b en 244 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
veroordeelde verleent, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan.
veroordeelde zal zich niet schuldig maken aan een strafbaar feit.
veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere het volgende in:
  • veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
  • veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan
aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
  • de veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
  • veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken.
  • veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling doorandere instellingen of hulpverleners.
  • veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
  • veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
4. veroordeelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt.
Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar.
5. veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.
6. veroordeelde laat zich opnemen in de Forensisch Psychiatrische Kliniek te Assen of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start direct volgend op de detentie en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
7. veroordeelde laat zich behandelen door de Forensische Polikliniek van Verslavingszorg Noord Nederland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering.
De behandeling start direct volgend op de opname in een zorginstelling en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
8. veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Indien geïndiceerd, start het verblijf direct volgend op de opname in een zorginstelling. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
9. veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
10. veroordeelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek(blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
11. veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2015, en haar familie, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
12. veroordeelde bevindt zich niet in [plaats] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
13. veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van
afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
14. veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat door de reclassering aan te wijzen en gescreende personen hierbij aanwezig zijn.
14. veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
  • het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde werkt mee aan controle (maximaal drie keer per jaar) van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek en verschaft daartoe de reclassering toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Draagt Verslavingszorg Noord-Nederland op veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden de benodigde hulp en steun te verlenen.

Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen:

1 STK computer (Omschrijving: 1355745, Packard Bell).
Gelast de teruggave aan veroordeelde van de in beslag genomen en nog nietteruggegeven:
  • 1 STK GSM (Omschrijving: 1355640, blauw, merk: Samsung);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: 1355737, zwart, merk: Samsung);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: 1355714, zwart, merk: Samsung);
  • 1 STK Fiets Heren (Omschrijving: 1361332, groen, merk: Gazelle Primeur).
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G. de Bock, voorzitter, mr. E.C.M. Wolfert en mr. L.B. Bartels-van Goor, rechters, bijgestaan door D.C. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 april 2022.
Mrs. Wolfert en Bartels-van Goor zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.