3.2.In haar pleitnota heeft eiseres verder gesteld dat sprake was van een voor haar niet kenbare onjuistheid waarbij een reële herstelmogelijkheden ontbrak. Volgens eiseres was de voorlopige Wtl-beschikking van 12 maart 2020 (zie 1.7.) het eerste moment waarop het voor haar kenbaar werd dat de juiste doelgroepverklaringen ontbraken. Deze datum ligt voor de drie werknemers buiten de aanvraagtermijn voor de doelgroepverklaringen van drie maanden na aanvang dienstverband. Het gebrek, bestaande uit het ontbreken van de juiste doelgroepverklaringen, kon daarom toen niet meer hersteld worden, aldus eiseres. Onder verwijzing naar uitspraken van het gerechtshof Amsterdam (30 november 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:4304) en de rechtbank Gelderland (12 mei 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:2456, 20 mei 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:2543) is eiseres van mening dat verweerder daarom de loonkostenvoordelen voor de drie werknemers toe moet kennen. 4. Verweerder stelt dat hij terecht geen loonkostenvoordelen heeft toegekend voor de drie werknemers. Eén van de voorwaarden voor het in aanmerking komen voor het loonkostenvoordeel is dat er een doelgroepverklaring aangevraagd moet zijn bij – in het geval van de drie werknemers – het UWV. Eiseres heeft dat niet gedaan, zodat geen recht bestaat op de gevraagde loonkostenvoordelen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet volgens verweerder. Verweerder voert daartoe aan dat niet duidelijk is wat eiseres bij de gemeente heeft aangevraagd. In de verklaringen die eiseres van de gemeente heeft gekregen staat niets waaruit afgeleid kan worden dat deze afgegeven zijn als doelgroepverklaring voor de toekenning van een loonkostenvoordeel. De gemeente is ook niet bevoegd om dergelijke doelverklaringen af te geven.
5. De relevante bepalingen uit de Wtl luiden als volgt (tekst 2019):
artikel 2.1 Loonkostenvoordelen
Een werkgever kan in de loonaangifte een verzoek doen voor de volgende tegemoetkomingen:
(…)
b. loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer;
c. loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden;
Een werkgever die een verzoek als bedoeld in artikel 2.1 heeft gedaan, heeft recht op een loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer indien bij deze werkgever een werknemer in een of meerdere dienstbetrekkingen is die:
(…)
c. een geldige doelgroepverklaring als bedoeld in artikel 2.7 aan de werkgever heeft verstrekt.
artikel 2.7 Doelgroepverklaring
1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt uitsluitend aan degene die een dienstbetrekking met een werkgever aangaat en, met inachtneming van artikel 2.6, derde tot en met vijfde lid, voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, onderdelen a en b, of aan de voorwaarden, bedoel in artikel 2.6, tweede lid, op diens verzoek een verklaring dat de aanvrager aan de genoemde voorwaarden voldoet. Indien de doelgroepverklaring niet kan worden verstrekt, wordt het besluit tot weigering uitsluitend verstrekt aan de aanvrager van de doelgroepverklaring. De doelgroepverklaring wordt aangevraagd binnen drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking. Bij regeling van Onze Minister van Financiën kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nadere regels worden gesteld met betrekking tot de geldigheid van de doelgroepverklaring, bedoeld in de eerste volzin.
Een werkgever die een verzoek als bedoeld in artikel 2.1 heeft gedaan, heeft recht op een loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer indien bij deze werkgever een werknemer in een of meerdere dienstbetrekkingen is die:
(…)
c. een geldige doelgroepverklaring als bedoeld in artikel 2.7 aan de werkgever heeft verstrekt.
artikel 2.11 Doelgroepverklaring
1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt uitsluitend aan degene die een dienstbetrekking met een werkgever aangaat en, met inachtneming van artikel 2.10, tweede en derde lid, voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onderdelen a en b, op diens verzoek een verklaring dat de aanvrager aan de genoemde voorwaarden voldoet. Indien de doelgroepverklaring niet kan worden verstrekt, wordt het besluit tot weigering uitsluitend verstrekt aan de aanvrager van de doelgroepverklaring. De doelgroepverklaring wordt aangevraagd binnen drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking. Bij regeling van Onze Minister van Financiën kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nadere regels worden gesteld met betrekking tot de geldigheid van de doelgroepverklaring, bedoeld in de eerste volzin.
Beroep op het vertrouwensbeginsel