Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.Het gewijzigde verzoek van de man
3.De beoordeling
4.De beslissing
woensdag 10 maart 2021in tegenwoordigheid van de griffier.
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw en een man over de boedelverdeling en partneralimentatie na de ontbinding van hun geregistreerd partnerschap. Het geregistreerd partnerschap werd op 18 november 2020 ontbonden, en de rechtbank heeft de zaak verwezen voor een mondelinge behandeling over de verdeling van de gemeenschap en de alimentatieverplichtingen. De vrouw heeft verzocht om toebedeling van bepaalde inboedelgoederen en een bedrag van € 5.000,- van de man, terwijl de man verzocht om te verklaren dat de vrouw voor de helft draagplichtig is voor verschillende schulden, waaronder een lening bij Santander en een schuld bij Wehkamp.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Wet beperkte gemeenschap van goederen van toepassing is, aangezien partijen geen partnerschapsvoorwaarden hebben opgesteld. De rechtbank heeft de verzoeken van de man en de vrouw beoordeeld en heeft geoordeeld dat de vrouw recht heeft op de toebedeling van de inboedelgoederen, maar dat haar verzoek om het bedrag van € 5.000,- niet voldoende onderbouwd was en daarom is afgewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vrouw voor de helft draagplichtig is voor de schulden bij Wehkamp en De Friesland Zorgverzekeraar, en dat de man een regresvordering heeft op de vrouw voor het meerdere dat hij heeft voldaan.
Ten aanzien van de partneralimentatie heeft de vrouw verzocht om een bijdrage van € 743,- per maand, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de man geen draagkracht heeft om deze bijdrage te betalen, gezien zijn financiële situatie en de kosten van zijn kinderen uit een eerdere relatie. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om partneralimentatie afgewezen en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing van de rechtbank is gegeven te Leeuwarden door mr. G.J. Baken, rechter.