Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Aanvullende verzoeken
3.Beoordeling
woensdag 10 maart 2021in tegenwoordigheid van de griffier.
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 maart 2021 een beschikking gegeven inzake de inschrijving van een kind op een basisschool, in het kader van een co-ouderschapsregeling tussen de ouders. De vrouw en de man, beiden vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben een verzoek ingediend om vervangende toestemming voor de inschrijving van hun kind op verschillende basisscholen. De rechtbank heeft eerder een voorlopige zorgregeling vastgesteld en de zaak aangehouden in afwachting van een traject bij het Kenniscentrum Kind en Echtscheiding (KKE).
De man verzocht om toestemming om hun kind in te schrijven op basisschool [A] in [plaats A], terwijl de vrouw verzocht om inschrijving op basisschool [B] in [plaats B]. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de zorgregeling, maar niet over de schoolkeuze. De vrouw geeft de voorkeur aan een christelijke school, terwijl de man de voorkeur geeft aan een openbare school. De rechtbank heeft beide verzoeken beoordeeld en gekeken naar de belangen van het kind, waarbij de persoonlijke aandacht op de kleinere school [A] als doorslaggevend werd beschouwd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de man vervangende toestemming te verlenen om het kind in te schrijven op basisschool [A]. De rechtbank heeft ook een co-ouderschapsregeling vastgesteld, waarbij het kind om de week bij de vrouw en de man verblijft, met een wisselmoment op maandag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.