Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
23 maart 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlasteleggingen
Beoordeling van het bewijs
Op 23 mei 2019 rond 19:30 uur ben ik erachter gekomen dat mijn scooter ontvreemd was/ niet meer stond op de plaats waar ik hem op 21 mei 2019 heb achtergelaten. Het betreft een Vespa Piaggio, kenteken: [kenteken] . Kleur: blauw.
Die dag te 21:00 uur reden wij op de Mensingheweg te Roden. Al daar reed een scooter voor ons die de parkeerplaats van het Mensinghe op reed. Hij bleef daar stil staan. Ik hoorde collega [verbalisant 3] zeggen dat zij het kenteken, [kenteken] , van de scooter had gecontroleerd in het RDW systeem en dat de scooter niet voorzien was van een verzekering en dat de scooter geschorst was. Wij reden terug en hielden de persoon staande. De persoon op de scooter gaf op te zijn: [naam 1] , geboren op [geboortedatum] -2000. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , hoorde [naam 1] verklaren dat hij de scooter had geleend van [verdachte] , de te naam gestelde.
Op verzoek van mij opende [naam 1] de buddyseat van de scooter zodat ik het framenummer van de scooter kon bekijken. Onder de buddyseat zat de helmbak die ik verwijderde zodat ik het framenummer kon controleren. Ik zag dat het framenummer zeer moeilijk zichtbaar was. Ik zag dat er met het framenummer gerommeld was. Ik zag dat het frame op de plek van het framenummer opnieuw gespoten was. Hier op nam ik de scooter in beslag. Ik nam de scooter mee naar het bureau te Roden. Het contactslot van de scooter functioneerde niet naar behoren, de sleutels van de scooter waren nieuw, het slot van de buddyseat zat vast met tape, de kentekenplaat zat niet op de originele manier gemonteerd, in het lak van de scooter zaten lopers, op verschillende onderdelen van de scooter stond productie jaar 2014 terwijl op het kenteken als bouwjaar 2010 staat. Toen in het framenummer nogmaals controleerde onder de buddyseat, zag ik dat er plamuur onder aan het frame nummer zat. Vervolgens verwijderde ik het framenummer. Ik zag dat onder het framenummer de originele zwarte lak zat en dat het originele framenummer was uitgeslepen.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 25 september 2019, opgenomen op pagina 37 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van getuige [getuige 1] :
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 4 oktober 2019, opgenomen op pagina 42 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
A: Het framenummer was niet goed te lezen, omdat deze erin is gezet van die andere zwarte scooter. Dit heb ik gedaan.
V: Wat is er gebeurd met het framenummer van de bruine scooter?
A: De bruine scooter had geen framenummer. Er zat geen kenteken en geen framenummer in.
0: Onder de buddyseat zat de helmbak die wij verwijderden, zodat wij het framenummer konden controleren. Wij zagen dat het framenummer zeer moeilijk zichtbaar was. Wij zagen dat er met het framenummer gerommeld was. Wij zagen dat het frame op de plek van het framenummer opnieuw gespoten was. Verbalisant laat foto 3 zien aan verdachte, van het fotoblad.
V: Wat kun je mij hierover vertellen?
0: Op het bureau te Roden vielen mij en mijn collega nog meer zaken op, zoals: het contactslot van de scooter functioneerde niet naar behoren.
V: Waarom zit dit draadje daar?
O: Ook viel ons op dat het slot van de buddyseat vast zat met tape.
A: Dit weet ik niet.
O: Ook het kentekenplaat was niet volgens de originele manier gemonteerd.
A: Ik heb het kenteken van mijn zwarte scooter, op de bruine Vespa scooter gezet.
O: Toen wij het framenummer nogmaals controleerden onder de buddyseat, zagen wij dat er plamuur onder aan het frame nummer zat. Vervolgens verwijderden wij het framenummer. Wij zagen dat onder het framenummer de originele zwarte lak zat en dat het originele framenummer was uitgeslepen. Verbalisant laat foto 6 zien, van het fotoblad.
V: Hoe komt dat?
O: Wij hebben een aantal zwarte gekleurde Vespa onderdelen gevonden in jouw schuur die het bouwjaar 2010 hebben. Verbalisant laat foto 9, foto 10 en foto 11 zien van het fotoblad. V: Hoe kom jij aan deze onderdelen?
A: Van mijn zwarte scooter.
O: Wij hebben ook contact gehad met de vorige eigenaar van de scooter met het kenteken [kenteken] .
V: Hoe komt het dat wij een bruine Vespa hier hebben staan, op jouw naam, met het kenteken [kenteken] , terwijl jij een zwarte Vespa hebt gekocht?
A: De bedoeling van mij was om van die twee, één te maken.
A: Ik heb geen scooter gestolen. Ik heb hem gekocht.
V: Hoe kan het dat het framenummer van de zwarte scooter in het frame van de bruine scooter zit?
V: De scooter die werd gestolen aan de Bernhardpassage te Roden, was blauw van kleur.
Uit onderzoek blijkt dat onder de bruine kleur op de in beslag genomen scooter, de blauwe kleur zit. Hij is dus over gespoten. Wat vind jij hier van?
Ik zag dat [medeverdachte 2] erbij stond te lachen en ik hoorde dat [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] zei dat hij mijn spullen uit mijn broekzak moest pakken. Ik zag dat [medeverdachte 2] voor mij ging staan en hij ging mijn zakken doorzoeken en haalde mijn persoonlijke spullen uit mijn zakken.
haalde mijn identiteitskaart uit mijn rechterbroekzak en uit mijn linker broekzak een briefje van tien euro en een briefje van vijf euro. Ik zag dat [medeverdachte 2] mijn telefoon uit mijn jas haalde, ik had mijn telefoon in een zak aan de voorzijde van mijn jas. Ik zag en voelde dat [medeverdachte 1] mijn rugtas losmaakte, ik had deze op borsthoogte vastgemaakt. Daarna trok [medeverdachte 1] mijn rugtas af en gaf de rugtas aan [medeverdachte 2] terwijl hij met de andere arm mij nog vasthield.
Deze rugtas was zwart van kleur, er zaten veel vakken in, er zat een wit vlak aan de voorzijde waar je een naam op kunt schrijven. In mijn rugzak zat een 'Nike' pet en enkele spullen maar dat weet ik niet precies meer. Ik zag en voelde dat [medeverdachte 1] mijn jas losmaakte en uittrok. Ik zag dat [medeverdachte 1] mijn jas op de grond gooide. Daarna liet [medeverdachte 1] mij los en hij pakte mijn jas van de grond en gooide mijn jas in de auto. Dit was een halflange donkerblauwe jas met een capuchon, merk 'Veromode' maat M.
woning van perceel [straatnaam] te Peize, Altena. Ik bevond mij daar met collega's ter aanhouding van 3 mannen, [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , die verdacht werden van een beroving. Dit betrof een heterdaad situatie.
Achter deze woning trof ik met collega [verbalisant 5] een man die collega [verbalisant 5] ambtshalve kende als zijnde [medeverdachte 1] . Ik hoorde dat collega [verbalisant 5] [medeverdachte 1] mee deelde dat hij was aangehouden en mee moest naar het bureau van politie. Ik zag en hoorde op het moment dat [verbalisant 5] [medeverdachte 1] de handboeien omdeed dat [medeverdachte 1] een Identiteitskaart uit zijn hand op de grond liet vallen. Ik pakte de identiteitskaart van de grond en ik zag dat deze kaart op naam stond van [benadeelde partij 1] , geboren op [geboortedatum] 1997, BSN [nummer] .
Op 30 oktober 2020 te 22.05 uur reed ik de [straatnaam] in en zag dat voor perceel
de gele Seat voorzien van het kenteken [kenteken] geparkeerd stond. Er was op dat moment niemand in de omgeving van de auto.
Nadat de collega's gearriveerd waren zijn we naar perceel [straatnaam] gelopen. Bij kloppen op de deur werd niet open gedaan. Vervolgens zijn we via het toegangshek het erf opgelopen. Achter de woning troffen wij [verdachte] , [medeverdachte 1] , [naam 2] en [naam 3] aan. Ik hoorde en zag dat collega [verbalisant 4] een van de betrokkenen aansprak. Dit was [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] werd vervolgens door collega [verbalisant 4] naar een van de surveillance auto's begeleid. Tijden deze begeleiding liet [medeverdachte 1] iets uit zijn handen vallen. Dit bleek de identiteitskaart van aangever [benadeelde partij 1] te zijn.
Op dat moment kwamen [naam 3] en [naam 2] ook de straat op gelopen. Zij wilden graag uitleg hebben waarom de mannen werden meegenomen.
Ik ben vervolgens met [naam 2] en [naam 3] meegelopen naar de achterzijde van de woning,
alwaar ik hen uitgelegd heb waarvoor de mannen waren aangehouden. Ik heb [naam 2]
vervolgens gevraagd of er in de woning nog goederen aanwezig waren die de mannen
vanavond hadden meegenomen en niet van hen waren. Vervolgens liep [naam 2] voor mij aan het achterhuis is. Op dat moment had ik telefonisch contact met collega [verbalisant 6] die met aangever [benadeelde partij 1] op het Politiebureau in Roden zat. Collega [verbalisant 6] vertelde mij dat van aangever [benadeelde partij 1] een blauwe jas van het merk Vero Moda, een zwarte rugtas met daarin een zwarte Nike cap, een Huawei telefoon, geld en de identiteitskaart van [benadeelde partij 1] door [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] waren meegenomen.
Ik zag dat in de hal van de woning een witte kinderstoel stond. Ik zag dat op deze kinderstoel een blauwe jas lag met een capuchon. Ik zag dat aan de binnenzijde een wit merklabel zat met de naam Vero Moda. Voor de kinderstoel zag ik een zwarte rugtas staan. In de rugtas zat een zwarte Nike cap.
[naam 2] deelde mij mede dat ze vanavond had gehoord dat [medeverdachte 2] nog geld van die
jongen tegoed had en dat ze daarom zijn spullen hadden afgepakt.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 31 oktober 2020, opgenomen op pagina 104 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
A: Ik heb gezien dat er spullen zijn overgedragen.
V: Dus [medeverdachte 2] moest geld hebben van die jongen?
A: ja.
V: Dus die spullen zijn door die jongen overgedragen aan [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ?
A: Ja aan van hen. [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1] .
V: Ok dan zijn de spullen overgedragen. En dan?
A: We zijn in de auto gestapt en we zijn naar mijn huis gereden.
V: Wat is er met de spullen van die jongen gebeurd?
A: Die heeft [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1] meegenomen in huis. Dat is in mijn gang beland.
V: Hoe weet je dat het om 70 euro ging?
A: Dat was besproken in de auto. Er was besloten om langs te gaan.
V: Waar moesten ze langsgaan?
A: Ze zijn gestopt bij [getuige 2] , voor het huis. [getuige 2] stond er zelf ook bij. Hij stond in zijn deuropening.
V: Wat voor spullen heb jij allemaal gezien van die jongen?
A: Een rugzak en jasje.
Tegen 12.15 uur werden wij door een buurman, [naam 4] , gebeld die ons een tip gaf. [naam 4] vertelde dat hij onlangs had vernomen dat iemand zijn weggenomen aanhangwagen had teruggevonden aan de [straatnaam] in Altena. Het zou daar gaan om een huis waar meerdere boten in de tuin zouden staan. Wij zijn vervolgens direct met de auto naar de [straatnaam] in Altena gereden. Bij een woning waar boten in de voortuin stonden, huisnummer [nummer] , zag ik mijn aanhangwagen achter een hek in de tuin staan.
Ik ben over het hek gestapt en herkende met honderd procent zekerheid mijn aanhanger.
Ik klopte aan de voordeur van de woning en een vrouw deed de deur open. Zij vertelde
dat haar man de aanhangwagen heeft gekocht op Marktplaats. Maar ze zei ook dat ik de
aanhangwagen wel mee mocht nemen. In eerste instantie had ze gezegd dat ze niet wist van wie de aanhangwagen was.
Aanrijdend gebeld met melder [benadeelde partij 6] . Wij hoorden [benadeelde partij 6] zeggen dat hij vanmorgen zijn
aanhanger wilde pakken, echter was deze verdwenen. De aanhanger heeft er op donderdag 28 oktober 2020 nog gestaan. Wij hoorden [benadeelde partij 6] zeggen dat hij een bericht op de buurtapp heeft gezet met de vraag of iemand iets verdachts had gezien. Hierop kwam antwoord van een buurman die [benadeelde partij 6] wist te vertellen dat hij moest gaan kijken op het adres [straatnaam] in Peize. Wij hoorden [benadeelde partij 6] zeggen dat deze buurman iemand kende waarvan de aanhanger ook gestolen was, en dat deze op bovengenoemd adres terug was gevonden.
Wij hoorden [benadeelde partij 6] zeggen dat zij op dit moment voor het adres stonden en ook
daadwerkelijk de aanhanger zien staan. Wij hoorden [benadeelde partij 6] zeggen dat ondertussen een
vrouw uit de woning was gekomen en de aanhanger naar de voortuin had gerold en had
gezegd, "neem hem maar mee".
Eenmaal ter plaatse omstreeks 13.27 uur zagen wij de aanhanger in de voortuin staan
van de [straatnaam] in Peize. De aanhanger had geen kenteken plaat meer, van [benadeelde partij 6]
hoorden wij dat deze er wel op heeft gezeten. Hiervan zijn foto's toegevoegd bij dit
proces verbaal. Ik verbalisant [verbalisant 7] , hoorde [benadeelde partij 6] zeggen dat ik op zijn telefoon
kon kijken waarop hij te zien was op foto's met de aanhanger. Deze aanhanger was
identiek aan de aanhanger in de voortuin.
Wij verbalisanten zijn naar de voordeur gelopen van de woning, waarop een vrouw open
deed en zich voorstelde als de bewoonster van het pand, [naam 2] . Ik, verbalisant [verbalisant 7] , heb [naam 2] direct de cautie medegedeeld en haar gevraagd hoe het kan dat deze aanhanger bij hun achter het hek staat terwijl deze niet van hun is. Wij hoorden [naam 2] zeggen dat ze dat niet weet, want haar vriend handelt in die dingen via marktplaats.
Tijdstip geconstateerd 04-09-2020 05:20
Pleegplaats [straatnaam] Eastermar
Vanmorgen om 5.00 uur hoorde ik een auto voor huis. Toen ik door het raam keek zag ik een auto met de kofferbak open. Toen ik het raam opendeed knalde hij de kofferbak dicht en reed weg. Buiten gekomen bleek het motortje van mijn zoon zijn bootje te zijn gestolen. Hij had hem pas 2 maanden, hij is dus zo goed als nieuw.
Het betreft: een buitenboordmotor van het merk Mariner, type Four Stroke, kleur grijs, 3,5 pk, waarde 599 euro.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 25 mei 2018, opgenomen op pagina 37 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 9] :
Naar aanleiding van de bovenstaande bevindingen nam ik telefonisch contact op met de aangeefster van de diefstal buitenboordmotor. Ik kreeg via de mail een foto van deze aangeefster. Ik voeg de foto toe aan dit proces-verbaal van bevindingen. Ik zag dat de foto van de aangeefster een (1) op een (1) overeen kwam met de uiterlijke kenmerken van de advertentie van [naam 5] cq [verdachte] . Ik zie op de foto van de aangeefster en die van de marktplaats advertentie de volgende vergelijkingen:
Grijze Mariner Four Stroke;
Onderzijde zwart;
Handvat zwart, met wit randje aan het einde van het handvat;
Zwart-rode streep aan de zijkant;
Mariner in zwarte letters;
Four Stroke in witte letters.
Op de foto van de aangeefster is een dodemanskoord zichtbaar, deze is tijdens de diefstal achtergelaten. Op de foto van de marktplaats advertentie is geen dodemanskoord zichtbaar, wat overeenkomt met de gestolen buitenboordmotor.
In mijn onderzoek van heling en diefstal naar [verdachte] , met toestemming van officier van justitie Tromp, is er een back-up gemaakt van de gegevens van de inbeslaggenomen telefoon van [verdachte] . In dit onderzoek zag ik dat de telefoon van [verdachte] op 4 september 2020 om 03.22 uur een locatie deelt met telefoonnummer [telefoonnummer] . In de contactlijst van [verdachte] staat dit nummer bij de naam Hettie [verdachte] , de zus van [verdachte] . Het nummer van [verdachte] is mij bekend door het onderzoek wat naar hem is ingesteld. De gestuurde locatie ( [coördinaten] ) blijkt, via Google Maps, te gaan om [straatnaam] te Eastermar. De buitenboordmotor is weggenomen, tussen 3 september 22.00 uur en 4 september om 05.20 uur, bij [straatnaam] te Eastermar.
Uit de gegevens op de telefoon blijkt dat [verdachte] en Hettie regelmatig contact hebben via WhatsApp. Zo ook op 3 september 2020, waarin er wordt gesproken om in de avond op pad te gaan. Ze sturen ook een bericht dat ze eerst gaan rusten. Later in de nacht, worden er locaties met elkaar gedeeld waar onder de hierboven genoemde locatie. Op 4 september 2020 om 05.10 uur wensen ze elkaar via WhatsApp welterusten.
Op zaterdag 21 november 2020 heeft [verbalisant 11] in een Proces-Verbaal van Bevindingen (2020244345-2) onderzoek gedaan naar een soortgelijke buitenboordmotor die gestolen was in Eastermar (Friesland). In dit proces-verbaal van bevindingen wordt het aannemelijk gemaakt dat het in beide gevallen om dezelfde buitenboordmotor gaat en dat de aangeboden buitenboordmotor dus van diefstal afkomstig is.
Op zaterdag 21 november heeft collega [verbalisant 12] omstreeks 19.30uur gecontroleerd of deze advertentie nog steeds online stond. Hij zag toen dat de advertentie inmiddels was verwijderd van Marktplaats.
Op zondag 22 november om 07.48 uur kreeg ik van collega [verbalisant 12] wederom een schermafbeelding van Marktplaats. Dezelfde buitenboordmotor werd opnieuw aangeboden, maar ditmaal voor een bedrag van 450 euro. Aanbieder was ene " [naam 5] ". In (verhoor met proces-verbaalnummer) 2020308412-24 verklaart [verdachte] dat hij gebruik maakt van dit account.
Op zondag 22 november om 08.32uur heb ik, verbalisant [verbalisant 10] , gebeld met Officier van Justitie voor toestemming pseudokoop. Deze toestemming werd gegeven door Officier van Justitie Mr. H. Mous.
tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] . Ik zag dat dit gesprek plaats vond op 17 augustus 2020 tussen 17.21 uur en 21.01 uur. De telefoonnummers die in deze communicatie zichtbaar zijn, behoren toe aan de eerder genoemde personen. Dit ontdekte ik door de politie-systemen te raadplegen.
Uit genoemde communicatie blijkt dat [verdachte] en [medeverdachte 2] een goede band
onderhouden. Er worden woorden gebruikt naar elkaar als: mattie en broer.
Er wordt door [verdachte] onder andere geschreven over : "pakken we snel paar mee".
[medeverdachte 2] schrijft verderop: "Dan kan je wel 4 5 pakken".
[verdachte] reageert hierop: "ja kom dan gaan we dat doen".
Ik heb samen met mijn vrouw een woning gekocht aan de [straatnaam] te Paterswolde.
De voordeur van de woning zit aan de [straatnaam] . Deze woning zijn wij aan het verbouwen, waardoor wij niet in deze woning verblijven. De woning heeft een voortuin met een oprit.
Ik had mijn boot geplaatst in mijn voortuin aan de [straatnaam] in Paterswolde. Dit was op het gras naast mijn oprit. De boot stond met het blauwe dekzeil, op de trailer, op het disselslot. De boot was zichtbaar vanaf de weg. Er zit een lantarenpaal bij onze voortuin waardoor de boot goed zichtbaar was vanaf de weg.
Ik ben eigenaar van een boot. Dit betreft een polyester motorboot van vier meter lang. De boot heeft vier stoelen, een radio en een stuur. De boot is wit met een zwarte rand. Er zit een 15pk buitenboordmotor aan de achterzijde van de boot. De boot heeft geen registratienummer. De boot zit op een kanteltrailer met lier. Op de trailer zit de kentekenplaat van mijn auto, namelijk [kenteken] . De trailer heeft opvallende sportieve zwarte velgen. Over de boot zit een blauw dekzeil. Er zit een slot om het dissel van de trailer. Dit betreft een soort rechthoekige metalen doos dit om de dissel gaat, en op slot wordt gezet met een hangslot.
ingezet op basis van artikel 3 Politiewet. Op basis van een aantal recente BVH-registraties blijkt dat [verdachte] , woonachtig aan de [straatnaam] te Altena (Peize) alsmede [medeverdachte 1] , thans verblijvend aan de [straatnaam] te Groningen, zich bezig houden met diefstal dan wel heling van goederen. Ambtshalve is het eveneens bekend dat [medeverdachte 1] en [verdachte] vaker samen zijn gezien. Het is ambtshalve bekend dat [verdachte] niet meer beschikt over een geldig rijbewijs. Op basis van onderstaande BVH-registraties blijkt dat hij vaak samen op pad is met [medeverdachte 1] en dat [medeverdachte 1] veelvuldig optreedt als bestuurder.
Het voertuig voorzien van het kenteken [kenteken] is op basis van bovenstaande informatie voorzien van een technisch hulpmiddel op 25 november 2020 omstreeks 20.45 uur teneinde deze te kunnen volgen op basis van artikel 3 van de Politiewet.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 28 november 2020, opgenomen op pagina 93 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
De eigenaar van het voertuig betreft [medeverdachte 1] , geboren op 26-03-1995 en zou mogelijk de bestuurder zijn en als bijrijder [verdachte] , geboren [geboortedatum] -1984.
Die dag te 18:13 uur, kreeg ik op mijn diensttelefoon een bericht van het technisch hulpmiddel, wat was geplaatst op het voertuig: Volvo S80 met het kenteken [kenteken] .
Het bericht gaf aan dat het voertuig in beweging was. Via het bijbehorend programma op mijn diensttelefoon zag ik dat het voertuig reed vanuit Peize naar Eelde. Ik reed naar Eelde. In Eelde volgde ik het voertuig enige tijd. Ik zag dat in het voertuig twee personen zaten ik kon toen niet zien wie die personen waren.
Het viel mij op dat het voertuig meerdere malen door dezelfde straten reed. Het viel mij op dat in de straten waar het voertuig meerdere malen door heen reed er of een boot op een trailer geparkeerd stond of een aanhangwagen, bij mensen op het perceel.
Middels contact via C2000 gaf ik collega [verbalisant 16] deze straten door. Een van deze straten betrof de [straatnaam] in Paterswolde. Daar op perceel [nummer] stond een witte boot op een trailer. Ik zag dat de trailer voorzien was van een disselslot. Ik zag dat de woning op het perceel verbouwd werd en leeg stond.
Gezien de mogelijke inzittende van de genoemde Volvo bekend is met diefstallen en helen van boten, aanhangwagen en buitenboordmotoren had ik het vermoeden dat die wel eens door de personen weggenomen zouden kunnen gaan worden.
Op vrijdag 27 november 2020, was ik, verbalisant [verbalisant 2] , belast met een de opsporing naar de diefstallen van aanhangwagens, boten, bootmotoren en boortrailers.
Die dag te 19:40 uur, kreeg ik een bericht op mijn diensttelefoon dat het voertuig in beweging was. Via het bijbehorende programma zag ik op mijn diensttelefoon dat het voertuig vanuit de [straatnaam] te Peize (Altena), het adres van de genoemde [verdachte] , uiteindelijk in de richting van Eelde/Paterswolde reed. Via het C2000 systeem hoorde ik collega [verbalisant 15] en [verbalisant 16] . Ik hoorde dat collega [verbalisant 15] op afstand achter het voertuig aanreed. Ik reed vervolgens naar Eelde/Paterswolde. Ik hoorde collega [verbalisant 16] , die ook mee keer in het genoemde programma, zeggen dat de Volvo parkeerde in de buurt van de [straatnaam] . Ik hoorde collega [verbalisant 15] zeggen dat hij daar ter plaatse ging. Kort hier op hoorde ik collega [verbalisant 15] zeggen dat hij had gezien dat de Volvo geparkeerd stond in de buurt en dat er twee personen bij de genoemde boot stonden. Ik hoorde hem zeggen dat een persoon aan het blauwe dekkleed van de boot zat. Ik hoorde collega [verbalisant 15] zeggen dat hij één van de personen herkende als zijnde de genoemde [medeverdachte 1] . Vervolgens hoorde ik hem zeggen dat dat de personen terug liepen naar de Volvo en weg reden. Ik hoorde collega [verbalisant 16] zeggen dat de auto weg reed in de richting van de autosnelweg A28 en vervolgens richting Groningen reden. Ik hoorde collega [verbalisant 16] zeggen dat de Volvo ergens in Groningen stil stond bij een benzinestation.
Kort hier op hoorde ik collega [verbalisant 16] zeggen dat het voertuig weer terug reed in de richting van Paterswolde. Collega [verbalisant 15] en ik hielde ons separaat op in de buur van de boot aan de [straatnaam] in Paterswolde. Ik hoorde collega [verbalisant 15] zeggen dat hij zicht had op de genoemde boot. Wij beide verbalisant waren toen onopvallend gekleed en reden in onopvallend dienstvoertuig.
Kort hierop hoorde ik collega [verbalisant 16] zeggen dat het voertuig weer stil stond in de buurt van de genoemde boot. Ik hoorde collega [verbalisant 15] zeggen dat hij beweging zag bij de boot. Ik hoorde hem zeggen dat de boot werd verplaatst en dat hij achter de genoemde Volvo werd gekoppeld. Ik hoorde collega [verbalisant 15] zeggen dat de Volvo weg reed in de richting van Haren. Ik volgende het voertuig. Het voertuig reed met hoge snelheid weg. Achter mij reed collega [verbalisant 15] . De Volvo reed via de Kwikstaartweg in Paterswolde naar de Kooiweg en naar de Boterdijk. Op het moment dat ik het voertuig op de Boterdijk wilde inhalen stopte deze. Ik stapte uit en rende in de richting van de Volvo. Ik maakte met luide stem duidelijk dat ik van de Politie was. Ik zag dat de bijrijdersportier open ging en de mij ambtshalve bekende [verdachte] één been uit het voertuig zette. Ik maakte nogmaals met luide stem duidelijk dat ik van de Politie was. Ik had het vermoedden dat hij toen weg wilde rennen gezien zijn houding, mede gezien ik ambtshalve wist dat hij vluchtgevaarlijk is, wilde ik hem vastpakken. Ik zag dat hij de bijrijdersdeur van het voertuig weer dicht trok. Ik trok het portier open en trok [verdachte] uit de auto, en hield hem in bedwang. Ik schreeuwde tegen de bestuurder dat hij moest blijven zitten. Ik herkende de bestuurder als zijn de [medeverdachte 1] . Ik zag dat collega [verbalisant 15] zich ontfermde over [medeverdachte 1] . Ik hield vervolgens [verdachte] aan.
Ik zag dat op de achterbank van de genoemde Volvo een haakse slijper op accu lag. Na de inbeslagname van de Volvo zag ik dat in de kofferbak een opengeslepen disselslot lag die ik herkende als zijnde het slot dat op de trailer van de genoemde boot bevestigd zat.
- Haakse slijper op de achterbank. (Foto 2)
- Beton schaar in kofferbak bij reservewiel (foto 5)
- Kapot disselslot in de kofferbak (foto 3 en 4)
Adverteerder is: [naam 5] uit Roden. Het betreft:
- blauwe motor
- stickers wit verkleurd
- veel herkenbare krassen en gebruikssporen op de kap
- Bij 1 van de klemmen waarmee hij op de boot klemt, is een gat geboord voor het slot
- Dodemanskoord is niet gestolen en nog in ons bezit.
- Typeplaatje niet leesbaar.
Tijdstip achtergelaten 05-08-2020 20:29
Tijdstip geconstateerd 07-11-2020 11:14
Merk Evinrude, type 9.9 Kortstaart.
Omstreeks 15.00 uur kregen wij op onze portofoon een melding van het OC te Drachten.
In de melding stond dat melder zijn buitenboordmotor, welke afgelopen augustus is gestolen, nu op Marktplaats zou worden aangeboden door [naam 5] aan de [straatnaam] te Peize. Melder herkent deze buitenboordmotor aan de specifieke beschadigingen en een gat welke hij er in had geboord. Ik verbalisant [verbalisant 20] sloeg meteen aan op het adres, [straatnaam] te Peize. Op dit adres woont namelijk de ons bekende, [verdachte] , welke veelvuldig voorkomt met betrekking tot onder andere heling en diefstallen. Zijn vriendin heet [naam 2] .
Hierop heb ik, verbalisant [verbalisant 19] , telefonisch contact opgenomen met de melder.
Vervolgens heb ik, verbalisant [verbalisant 19] , telefonisch contact opgenomen met [benadeelde partij 7] .
Ik hoorde dat [benadeelde partij 7] zei dat hij inderdaad een melding had gedaan. [benadeelde partij 7] vertelde verder dat hij gisteravond de advertentie van zijn buitenboordmotor tegen kwam op Marktplaats. Hierop heeft hij via marktplaats een bod gedaan van 350 euro, waar de adverteerder [naam 5] al snel mee akkoord ging. In het gesprek hebben ze afgesproken dat [benadeelde partij 7] hem vandaag zou komen halen. [naam 5] gaf aan dat de buitenboord motor is af te halen aan de [straatnaam] te Peize. [benadeelde partij 7] gaf aan dat het contact vandaag verder ging en dat hij had aangegeven om hem tegen 17.00 uur om te komen halen op genoemd adres.
In de bijlage bij het proces-verbaal zijn opgenomen de Marktplaats foto's en screenshots van het chatgesprek tussen [benadeelde partij 7] en [naam 5] .
Er was een afspraak gemaakt voor de koop van de voornoemde buitenboordmotor voor
Omstreeks 19.55 uur was ik op de [straatnaam] te Altena, gemeente Noordenveld.
Ik zag dat het een soort 2-onder-1-woning betrof. Om de woning was het donker en er was geen verlichting ingeschakeld.
Ik heb vervolgens een aantal malen aan de deur geklopt. Deze deur was aan de zijkant van de woning gesitueerd. Ik zag en hoorde dat er niemand reageerde, op 2 honden na. Wel zag ik een manspersoon op de bank liggen. Na nogmaals op het raam en op de deur geklopt te hebben , reageerde er nog niemand. Ik ben toen richting de achterzijde van de woning gegaan om de aandacht van deze voornoemde manspersoon te trekken.
Tijdens mijn weg naar de achterdeurzijde van de woning zag ik een buitenboordmotor, merk Evinrude op een “bok” staan. Om het huis zag ik diverse bootjes op trailers staan.
Toen ik achter de woning stond zag ik dat de man kennelijk wakker was geworden en richting de voordeur liep. Ik ben toen ook weer terug gelopen naar de voordeur.
Ik zag toen dat deze manspersoon de voordeur open deed. Ik zag dat het een manspersoon was van ongeveer 30 a 35 jaar oud. Hij was gekleed in een zwarte broek en een legerkleurige jas. Hij was op blote voeten.
Ik hoorde dat hij zei: “Kom je voor de marktplaats”. Ik bevestigde dat en stelde mij voor.
Hij stelde zich niet voor en vertelde dat hij wat aan zijn voeten zou doen en naar buiten zou komen. Nadat hij zijn slippers had aangedaan zei de man dat de bewuste buitenboordmotor buiten op de “bok” stond. Met de verlichting van zijn GSM telefoon hebben we deze buitenboormotor bekeken. Ik zag grote gelijkenis met de motor die ik op de afbeeldingen heb gezien welke bij de marktplaats chat waren gevoegd.
Ik zag ook dat 1 van de 2 grijs kleurige bevestigingsklemschroeven, waarmee je de
buitenboordmotor vast zet op de spiegel van de boot, afgebroken was. (zie bijgevoegde afbeelding 3/4)
Nadat ik hem vroeg of er ook een externe benzinetank bij deze buitenboormotor zat, gaf hij aan dat hij zo’n benzinetank bij een andere buitenboormotor had gevoegd. Deze was reeds verkocht.
Ik zei dat ik akkoord ging. Vervolgens heeft hij deze buitenboormotor achter in de kofferbak van mijn auto gedaan. Ik ben toen met hem meegelopen naar zijn woning om af te rekenen. Daar heb ik de eerder genoemde bankbiljetten op het aanrecht neergelegd.
Ik klopte op het raam van de genoemde woning. Ik zag dat de mij ambtshalve bekende [verdachte] de deur opende. Op het moment dat hij in de deuropening stond pakte ik hem vast en zei ik dat hij was aangehouden ter zake heling. Bij het dienstvoertuig voerde ik een vervoersfouillering uit. In zijn broekzak trof ik 5 (vijf) wikkels met vermoedelijk cocaïne. Tevens trof ik klein gevouwen briefjes van twee honderd (200) euro aan in zijn broekzak. In zijn andere broekzak trof ik een stapel biljetten aan van in totaal driehonderd en vijftig (350) euro.
De buitenboordmotor werd begin augustus 2020 van de boot van [benadeelde partij 7] weggenomen. De boot lag aan de [straatnaam] .
[benadeelde partij 7] omschrijft de weggenomen buitenboordmotor als volgt:
Merk: Evinrude
Type: 9.9 Kortstaart
Kleur: blauw
Bijzonderheden: blauwe motor met stickers, wit verkleurd. Veel krassen en gebruikerssporen op de kap. Bij 1 van de klemmen, waarmee de motor op de boot klemt, is een gat geboord voor het slot.
Typeplaatje niet leesbaar. Dodemanskoord nog in bezit van [benadeelde partij 7] .
De foto's, welke [benadeelde partij 7] bij zijn aangifte heeft gevoegd, zijn bij dit proces verbaal van bevindingen gevoegd, onder fotoblad 1, 2 en 3.
De foto’s, welke verdachte [verdachte] bij zijn advertentie had geplaatst, zijn bij dit proces verbaal van bevindingen gevoegd, onder fotoblad 4, 5, 6 en 7.
Er is een duidelijke overeenkomst te zien van de buitenboordmotor op fotoblad 2 en 3, behorende bij de aangifte en fotoblad 6 en 7, behorende bij de Marktplaats advertentie.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Inbeslaggenomen goederen
Benadeelde partijen
[benadeelde partij 3]gevorderde materiele schade overweegt de rechtbank dat zij over onvoldoende informatie beschikt om het bestaan en de hoogte van die schade te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij (de hoogte van) de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering daarom niet ontvankelijk verklaren. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[benadeelde partij 7]wordt teruggegeven. De vordering benadeelde partij van [benadeelde partij 7] zal dan ook worden afgewezen.
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
een gedeelte, groot 4 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[benadeelde partij 7]van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven buitenboordmotor (merk Evinrude 9.9 kortstaart).
[benadeelde partij 3]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 3] af.