In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 16 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Second Opinion, handelend onder de naam Krantz & Polak RESOLVE, en de naamloze vennootschap Unigarant N.V., tevens handelende onder de naam ANWB Verzekeren. De eisende partij, Krantz, vorderde betaling van € 1.101,10 aan hoofdsom en € 61,58 aan buitengerechtelijke kosten van Unigarant, omdat zij als contra-expert was afgewezen door de verzekeraar. Krantz stelde dat Unigarant onrechtmatig had gehandeld door haar niet als contra-expert te accepteren, wat leidde tot schade in de vorm van misgelopen omzet en winst.
De kantonrechter oordeelde dat Unigarant als schadeverzekeraar redelijke kwaliteitseisen mag stellen aan contra-experts. De rechter benadrukte dat Krantz geen contractspartij was van Unigarant en daarom niet kon aanvoeren dat de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend waren. De rechter concludeerde dat de vordering van Krantz niet kon slagen, omdat Unigarant in haar voorwaarden ruimte laat voor de acceptatie van contra-experts die niet bij het NIVRE zijn aangesloten, mits zij voldoen aan redelijke kwaliteitseisen. De vordering van Krantz werd afgewezen, en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van redelijke kwaliteitseisen in de relatie tussen verzekeraars en contra-experts, en bevestigt dat verzekeraars de vrijheid hebben om voorwaarden te stellen aan de acceptatie van contra-experts, zolang deze voorwaarden niet onredelijk bezwarend zijn voor de consument.