ECLI:NL:RBNNE:2021:756

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 februari 2021
Publicatiedatum
10 maart 2021
Zaaknummer
8747544
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van vergoeding kosten van een contra-expert door verzekeraar met redelijke kwaliteitseisen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 16 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Second Opinion, handelend onder de naam Krantz & Polak RESOLVE, en de naamloze vennootschap Unigarant N.V., tevens handelende onder de naam ANWB Verzekeren. De eisende partij, Krantz, vorderde betaling van € 1.101,10 aan hoofdsom en € 61,58 aan buitengerechtelijke kosten van Unigarant, omdat zij als contra-expert was afgewezen door de verzekeraar. Krantz stelde dat Unigarant onrechtmatig had gehandeld door haar niet als contra-expert te accepteren, wat leidde tot schade in de vorm van misgelopen omzet en winst.

De kantonrechter oordeelde dat Unigarant als schadeverzekeraar redelijke kwaliteitseisen mag stellen aan contra-experts. De rechter benadrukte dat Krantz geen contractspartij was van Unigarant en daarom niet kon aanvoeren dat de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend waren. De rechter concludeerde dat de vordering van Krantz niet kon slagen, omdat Unigarant in haar voorwaarden ruimte laat voor de acceptatie van contra-experts die niet bij het NIVRE zijn aangesloten, mits zij voldoen aan redelijke kwaliteitseisen. De vordering van Krantz werd afgewezen, en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van redelijke kwaliteitseisen in de relatie tussen verzekeraars en contra-experts, en bevestigt dat verzekeraars de vrijheid hebben om voorwaarden te stellen aan de acceptatie van contra-experts, zolang deze voorwaarden niet onredelijk bezwarend zijn voor de consument.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 8747544 \ CV EXPL 20-4062
vonnis van de kantonrechter van 16 februari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap Second Opinion, contra-experts des Vaderlands B.V., tevens handelende onder de naam Krantz & Polak RESOLVE KVK 76008061,
hierna te noemen: Krantz,
gevestigd te Hilversum,
eisende partij,
gemachtigde: mr. E.M. Horssius,
tegen
de naamloze vennootschap Unigarant N.V., tevens handelende onder de naam ANWB Verzekeren,
hierna te noemen: Unigarant,
gevestigd te 7901 EH Hoogeveen, Schutstraat 120,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. D.D. Markvoort,

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 31 augustus 2020 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.

2.De vaststaande feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.1.
Unigarant is een schadeverzekeraar. Een van haar verzekerden is mevrouw
K. Bisseling (hierna: Bisseling), die een inboedelverzekering heeft afgesloten.
2.2.
Op de verzekeringsovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden van Unigarant van toepassing. In artikel 13.2, dat handelt over de schadevaststelling, is het volgende bepaald:
"2. (…) Benoem je zelf een expert dan betalen wij de kosten mits deze redelijk zijn."
Het begrip expert is in artikel 1.7 als volgt gedefinieerd:
"Een deskundig persoon die als expert staat ingeschreven bij het NIVRE (Nederlands Instituut van Register Experts) of door ons is geaccepteerd."
2.3.
Bisseling heeft schade gelden door brand. Krantz is gepresenteerd als haar contra-expert. Unigarant heeft Bisseling op 20 augustus 2020 bericht dat Krantz geen partij is die door haar als contra-expert wordt geaccepteerd. In de brief staat onder meer het volgende:
"
Volgens de polisvoorwaarden heeft u recht op een eigen (contra) expert. Een expert staat in de voorwaarden omschreven als: een deskundig persoon, die is ingeschreven in het NIVRE of door ons is geaccepteerd.
(…)
Expert buiten het Nivre
Unigarant accepteert ook contra-experts die geen Nivre-registerexpert zijn. Deze experts moeten echter wel aantoonbaar aan redelijke kwaliteitseisen voldoen. (…) Deskundigheidseisen stellen is niet verboden, zeker niet als dit gebeurt door de partij die daarvoor in beginsel moet betalen. (…)
Niet aanbevelingswaardig
Krantz & Polak is geen bedrijf dat Unigarant in geval van contra-expertise kan aanbevelen bij haar verzekerden. Het staat u desondanks vrij om met deze partij in zee te gaan. Unigarant is immers geen contractspartij, dat bent u zelf. Unigarant staat in dat geval echter niet in voor de kosten. Wat Unigarant betreft is de zaak gebaat bij een gespecialiseerde partij waarmee op constructieve wijze kan worden samengewerkt. (…)"
2.4.
Krantz heeft zich na een e-mailwisseling met Bisseling hierover terugtrokken als contra-expert.
2.5.
Krantz heeft Bisseling op 24 augustus 2020 € 1.101,10 gefactureerd.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Krantz vordert primair dat Unigarant, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van € 1.101,10 aan hoofdsom en € 61,58 aan buitengerechtelijke kosten. Subsidiair vordert zij dat de kantonrechter in goede justitie en ex aequo et bono elke beslissing neemt die recht doet aan de positie en belangen van partijen. Daarnaast vordert Krantz de kosten van de procedure en executie.
3.2.
Krantz voert daartoe aan dat Unigarant onrechtmatig heeft gehandeld door haar in strijd met de wet af te wijzen als een schade-deskundige die namens een bij Unigarant verzekerde de schadetoedracht en -omvang vaststelt, althans haar het uitvoeren van de opdracht onmogelijk heeft gemaakt, waardoor zij schade heeft geleden in de vorm van misgelopen omzet en winst. Volgens Krantz verdraagt de voorwaarde van Unigarant dat de contra-expert aangesloten moet zijn bij het NIVRE of een vergelijkbare beroepsorganisatie zich niet met een vrije keuze en bescherming van Bisseling als consument. Krantz berekent haar schade op de tijd die zij heeft besteed om Unigarant over te halen haar alsnog als contra-expert te accepteren, te weten 7 uren tegen een tarief van € 130,00, oftewel
€ 1.101,10, inclusief btw; Krantz merkt hiervan € 714,00 aan als gederfde winst. Zij stelt dat deze kosten alleszins redelijk zijn in de zin van artikel 6:96 lid 2 sub b en c BW jo 7:959 en 7:693 BW.
3.3.
Unigarant voert gemotiveerd verweer. Hierop wordt voor zover van belang bij de beoordeling nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het betoog van Krantz komt er naar de kantonrechter begrijpt in de kern op neer dat de eisen die Unigarant in haar algemene voorwaarden stelt aan het vergoeden van de kosten van een door haar verzekerde in te schakelen contra-expert jegens Krantz als opdrachtnemer van die verzekerde, onrechtmatig is. Krantz beroept zich daarbij op het arrest van gerechtshof Den Haag van 2 juni 2020 (ECLI:NL:GHDHA:2020:940). Uit dat arrest volgt volgens haar dat het standpunt van Unigarant dat daarvan geen sprake, onhoudbaar is.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat Krantz geen contractspartij is van Unigarant en dat zij als derde niet de vernietiging kan inroepen van bedingen in de algemene voorwaarden die in haar ogen onredelijk bezwarend zijn. Krantz schrijft in repliek wel wat Bisseling vindt, maar Bisseling is geen partij in deze procedure tegen Unigarant. Krantz kan Unigarant alleen aanspreken als Unigarant onrechtmatig tegenover Krantz zelf heeft gehandeld. Unigarant heeft gemotiveerd betwist dat dit het geval is en onder meer aangevoerd dat zij geen norm heeft geschonden die (ook) strekt ter bescherming van de (financiële) belangen van Krantz.
4.3.
De kantonrechter laat het handelen van unigarant jegens Krantz verder onbesproken. De vordering van Krantz strandt namelijk reeds omdat Krantz uitgaat van de onjuiste veronderstelling dat de algemene voorwaarden van Unigarant eisen dat de contra-expert van een verzekerde per definitie bij het NIVRE of een andere door de verzekeraars opgerichte belangenstichting of beroepsorganisatie moet zijn aangesloten. Volgens de algemene voorwaarden van Unigarant kunnen immers ook andere personen als (contra)expert worden geaccepteerd. Unigarant heeft toegelicht dat als toets geldt of aan redelijke kwaliteitseisen wordt voldaan. Dat heeft zij in haar brief van 20 augustus 2020 ook aan Bisseling geschreven.
4.4.
Uit het door Krantz aangehaalde arrest van het gerechtshof Den Haag, waarin een collectieve actie was aangespannen tegen de algemene voorwaarden van Achmea, volgt niet dat Unigarant die kwaliteitseis niet zou mogen stellen. Integendeel, het hof heeft overwogen met Achmea van oordeel te zijn dat het in het belang van een verzekerde is dat een ingeschakelde contra-expert aan minimum kwaliteitseisen voldoet en dat in de polisvoorwaarden omschreven eisen daaraan kunnen bijdragen. Het hof heeft de gewraakte algemene voorwaarde van Achmea vernietigd omdat deze dwingend voorschrijft dat een contra-expert bij het NIVRE of een andere beroepsorganisatie aangesloten moet zijn, terwijl het aldus het hof niet uitgesloten is dat een contra-expert die niet aan die voorwaarde voldoet, toch in staat is een kwalitatief goede contra-expertise uit te voeren. Die voorwaarde werd daarom door het hof jegens (nota bene, ktr.) de verzekeringsnemers van Achmea onredelijk bezwarend geacht, omdat een consument in beginsel de vrijheid heeft zijn eigen deskundige te kiezen, mits deze naar objectieve maatstaven redelijkerwijs in staat moet worden geacht een deskundig advies uit te brengen.
De algemene voorwaarden van Unigarant laten de ruimte om ook anderen als contra-expert te accepteren en het staat Unigarant vrij om daarbij redelijke kwaliteitseisen te stellen. Dat dit zo is ligt - anders dan Krantz kennelijk ingang wil doen vinden - ook besloten in het oordeel van de voorzieningenrechter in het door Krantz genoemde kort gedingvonnis van
17 februari 2017. Unigarant heeft toegelicht waarom zij van mening is dat Krantz daaraan niet voldoet en Krantz heeft niet (voldoende) onderbouwd waarom Unigarant zich in redelijkheid niet op dat standpunt kan stellen.
4.5.
De slotsom is dat de vorderingen van Krantz worden afgewezen.
4.6.
Krantz zal als grotendeels in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moeten dragen.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vorderingen van Krantz af;
veroordeelt Krantz tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van Unigarant begroot op € 248,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 dagen volgende op de datum van dit vonnis indien deze kosten niet binnen die termijn zijn voldaan;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.E. van Rossum en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2021.
typ/conc: 536/MER
coll: