Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Ik was op 2 oktober 2020 in de woning aan de [straatnaam] te Groningen. Ik heb aangever één klap gegeven met mijn rechtervuist richting zijn oog.
Betreft: [slachtoffer], geboren [geboortedatum]-1965;
Hierbij doe ik u mijn definitieve reactie toekomen:
- Er was sprake van wonden aan de wenkbrauw rechts, beide oogleden rechts en aan de rechterzijde van de neus.
- De aanhechting van de oogleden rechts aan de neuswand was losgescheurd en de afvoerkanalen van de traanbuis ter plaatse waren beschadigd.
- Ook was sprake van een gebroken neus en van een botbreuk van de bodem van de oogkas rechts.
Behandeling bestond uit het vastzetten van de oogleden aan de neuswand en het hechten van de overige wonden. De afvoerkanalen van de traanbuis konden door de forse zwelling niet in dezelfde sessie worden hersteld. De gebroken neus en de botbreuk van de bodem van de oogkas werden niet-operatief behandeld.
- het blijvend slechter kunnen sluiten van het rechteroog waardoor het hoornvlies wordt blootgesteld aan de buitenlucht, met als gevolg schade aan het hoornvlies door verdamping van de traanfilm;
- blijvend verminderde oogbewegingen met als gevolg dubbelbeelden bij kijken in de verte.
Bewezenverklaring
- een scheur bij de aanhechting van het ooglid met de neuswand en een beschadiging bij de afvoerkanalen van de traanbuis en
- een gebroken neus en een breuk bij de oogkas,
waardoor die [slachtoffer] meermalen geopereerd moest worden.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
19 februari 2021. Uit het rapport en de toelichting hierop ter terechtzitting blijkt dat er een patstelling is ontstaan in de visie van verdachte en de visie van de reclassering over welke problematiek dient te worden behandeld teneinde de recidive te voorkomen. De reclassering acht het risico op recidive hoog. De reclassering is van mening dat een klinische behandeling moet worden ondergaan, terwijl verdachte heeft aangegeven daar niet aan mee te willen werken en zijn voorkeur te geven aan behandeling in een ambulant kader. De keuze van verdachte maakt dat de reclassering geen aanknopingspunten ziet tot het adviseren van bijzondere voorwaarden binnen een voorwaardelijk strafdeel. Ter terechtzitting is duidelijk geworden dat er geen alternatief mogelijk is voor verdachte.
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden.
[slachtoffer]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
3.524,50(zegge: drieduizendvijfhonderdvierentwintig euro en vijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2020.
mr. S. Timmermans, rechters, bijgestaan door mr. H.A. Vonk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 maart 2021.