ECLI:NL:RBNNE:2021:679

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 maart 2021
Publicatiedatum
3 maart 2021
Zaaknummer
18-101452-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woningoverval met geweld en oplichting door minderjarige verdachte

Op 3 maart 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2002, die betrokken was bij een woningoverval en oplichtingspraktijken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met medeverdachten op 21 oktober 2019 in Drachten een woningoverval heeft gepleegd op een 93-jarige vrouw. De verdachten hadden een plan gemaakt om de woning binnen te dringen, waarbij zij geweld gebruikten tegen het slachtoffer. De verdachte en zijn medeverdachten hebben de vrouw vastgepakt, haar ogen en mond bedekt en haar gedwongen om hen toegang te geven tot haar geld. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, waarbij de verdachte medepleger was van de woningoverval en opzettelijke vrijheidsberoving. Daarnaast was de verdachte ook betrokken bij oplichtingspraktijken via Marktplaats, waarbij hij twee slachtoffers geld afhandig maakte door zich voor te doen als een bonafide verkoper. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 66 dagen op, gelijk aan het voorarrest, en een voorwaardelijke jeugddetentie van 12 maanden met bijzondere voorwaarden. Tevens werd een werkstraf van 150 uur en een leerstraf opgelegd. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en benadrukte de noodzaak van begeleiding voor de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer: 18-101452-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 3 maart 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] ,
wonende [straatnaam] te [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 september 2020, 16 en 17 februari 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.R. Stoeten, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 21 oktober 2019 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan of bij de [straatnaam] ) heeft weggenomen een (geld)kistje met inhoud (te weten meerdere brieven en/of munten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, die [slachtoffer] (met kracht) bij het lichaam heeft vastgepakt en (daarbij) met de/een hand(en) de ogen en/of de mond van die [slachtoffer] heeft bedekt en/of daarop heeft gedrukt/geduwd en/of die [slachtoffer] tegen een muur heeft geduwd en/of (zodoende) die [slachtoffer] gedurende langere, althans enige, tijd in bedwang heeft gehouden en/of het zicht en/of de spraak heeft belet en/of belemmerd en/of daarbij die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld!" en/of "Tas, tas!";
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere perso(o)n)en op of omstreeks 21 oktober 2019 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland,
tezamen en in vereniging, althans alleen, in/uit een woning (gelegen aan of bij de [straatnaam] ), een (geld)kistje met inhoud (te weten meerdere brieven en/of munten), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of die een of meer andere perso(o)n)en toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de maand oktober 2019 (tot en met 21 oktober 2019) te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door toen en aldaar opzettelijk die [medeverdachte 1] en/of en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere perso(o)n)en
- te informeren over een grote hoeveelheid geld (tussen de 1 en 3 ton) die in die woning van die [slachtoffer] (gelegen aan of bij de [straatnaam] ) zou liggen en/of waar dat geld zou liggen (onder het bed), althans informatie van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( daarbij) een foto van die woning te tonen en/of
- die woning van die [slachtoffer] (gelegen aan of bij de [straatnaam] ) aan te wijzen/te laten zien en/of er langs te rijden en/of
- ( met een scooter) naar de directe omgeving van die woning, althans de plaats van het misdrijf, te vervoeren en/of aldaar af te zetten en/of (vervolgens) zich op een scooter naar de (onmiddellijke) nabijheid van de plaats van het misdrijf te begeven en/of aldaar in die (onmiddellijke) nabijheid, althans de omgeving, van de plaats van het misdrijf (met die scooter) te wachten, teneinde die [medeverdachte 1] en/of en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere perso(o)n)en bij onraad te waarschuwen en/of te helpen vluchten, althans de vlucht mogelijk te maken en/of gemakkelijk te maken,
althans op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft;
2
hij op of omstreeks 21 oktober 2019 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in een woning (gelegen aan of bij de [straatnaam] ) opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
- de woning van die [slachtoffer] binnen te dringen, althans binnen te gaan, en/of (aldaar)
- die [slachtoffer] (met kracht) bij het lichaam vast te pakken en (daarbij) met de/een hand(en) de ogen en/of de mond van die [slachtoffer] te bedekken en/of daarop te drukken/duwen en/of
- die [slachtoffer] tegen een muur te duwen en/of (zodoende)
- die [slachtoffer] gedurende langere, althans enige, tijd in bedwang te houden en/of het zicht en/of de spraak te beletten en/of belemmeren en/of (daarbij)
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, de woorden toe te voegen: "Geld, geld!" en/of "Tas, tas!" en/of
- gedurende langere, althans enige, tijd die voornoemde woning (van die [slachtoffer] ) te doorzoeken en zodoende die [slachtoffer] gedurende langer, althans enige, tijd van de vrijheid te beroven en/of beroofd te houden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(e) perso(o)n(en) op of omstreeks 21 oktober 2019 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging, in een woning (gelegen aan of bij de [straatnaam] ) opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door tezamen en in vereniging, althans alleen,
- de woning van die [slachtoffer] binnen te dringen, althans binnen te gaan, en/of (aldaar)
- die [slachtoffer] (met kracht) bij het lichaam vast te pakken en (daarbij) met de/een hand(en) de ogen en/of de mond van die [slachtoffer] te bedekken en/of daarop te drukken/duwen en/of
- die [slachtoffer] tegen een muur te duwen en/of (zodoende)
- die [slachtoffer] gedurende langere, althans enige, tijd in bedwang te houden en/of het zicht en/of de spraak te beletten en/of belemmeren en/of (daarbij)
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, de woorden toe te voegen: "Geld, geld!" en/of "Tas, tas!" en/of
- gedurende langere, althans enige, tijd die voornoemde woning (van die [slachtoffer] ) te doorzoeken,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 21 oktober 2019 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door toen en aldaar opzettelijk die [medeverdachte 1] en/of zijn mededaders(s)
- een foto van die woning van die [slachtoffer] (gelegen aan of bij de [straatnaam] ) te tonen en/of
- die woning van die [slachtoffer] (gelegen aan of bij de [straatnaam] ) aan te wijzen/te laten zien en/of er langs te rijden en/of
- ( met een scooter) naar de directe omgeving van die woning, althans de plaats van het misdrijf, te vervoeren en/of aldaar af te zetten en/of (vervolgens) zich op een scooter naar de (onmiddellijke) nabijheid van de plaats van het misdrijf te begeven en/of aldaar in die (onmiddellijke) nabijheid, althans de omgeving, van de plaats van het misdrijf (met die scooter) te wachten, teneinde die [medeverdachte 1] en/of en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere perso(o)n)en bij onraad te waarschuwen en/of te helpen vluchten, althans de vlucht mogelijk te maken en/of gemakkelijk te maken,
althans op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft;
3
hij op of omstreeks 16 oktober 2019 te Eindhoven en/of te Drachten, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een hoeveelheid geld (te weten 380 euro),
hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich via de (internet)site "www. marktplaats.nl" in een advertentie voorgedaan als een bonafide verkoper van een goed, te weten een IPhone XS, 64 GB, en/of (daarbij) zich voorgedaan als een persoon genaamd " [naam 1] " en/of " [naam 2] " en/of " [naam 3] ", in elk geval met een andere naam dan zijn, verdachtes, werkelijke naam (kennelijk met de bedoeling verdachtes ware identiteit te verhullen) en/of (daarbij) een foto van een identiteitskaart overlegd ten name van " [naam 3] " en/of (vervolgens) die [benadeelde partij 1] een betalingsverzoek (via Tikkie) gezonden, waardoor die [benadeelde partij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en zulks terwijl die [benadeelde partij 1] die IPhone nimmer heeft ontvangen;
4
hij op of omstreeks 8 januari 2020 te Rijssen, in elk geval in de gemeente Rijssen-Holten, en/of te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, althans in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een hoeveelheid geld (150 euro,
hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich via de (internet)site "www.marktplaats.nl" in een advertentie voorgedaan als een bonafide verkoper van een goed, te weten een armband van het merk "Buddha to Buddha", en/of (daarbij) zich voorgedaan als (een) perso(o)n(en) genaamd " [naam 4] & [naam 5] ", in elk geval met een andere naam dan zijn, verdachtes, werkelijke naam en/of gebruik gemaakt van een (kennelijk met de bedoeling verdachtes ware identiteit te verhullen) en/of (vervolgens) die [benadeelde partij 2] een betalingsverzoek (via Tikkie) gezonden, waardoor die [benadeelde partij 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en zulks terwijl die [benadeelde partij 2] die armband nimmer heeft ontvangen;
5
hij op of omstreeks 18 oktober 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij de [straatnaam] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een kluis met inhoud (te weten geld (ongeveer 1700 euro)), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij 3] en/of het bedrijf [benadeelde partij 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen kluis met inhoud onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.

Beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
Feit 1 en 2.
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde gevorderd. Uit de verklaringen van aangeefster [slachtoffer] , de medeverdachte [medeverdachte 3] en de overige in het dossier aanwezige bewijsmiddelen blijkt afdoende dat verdachte zich (als medepleger met de medeverdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ) schuldig heeft gemaakt aan deze feiten. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] hebben het initiatief genomen voor het ten laste gelegde. De medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn de woning van [slachtoffer] binnengedrongen. Beiden hebben de woning doorzocht en beiden hebben gedurende enige tijd geweld gepleegd jegens [slachtoffer] . Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] hebben de woning in de gaten gehouden en nadien de overige medeverdachten opgehaald.
Feit 3.
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 3 ten laste gelegde gevorderd, gelet op de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte.
Feit 4.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 4 ten laste gelegde wegens het ontbreken van overtuigend bewijs.
Feit 5.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 5 ten laste gelegde wegens het ontbreken van overtuigend bewijs.
Het standpunt van de verdediging
Feit 1 en 2.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omtrent een eventuele bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde.
De raadsman heeft vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde bepleit, want het opzet van verdachte tot het (mede)plegen van de onder 1 ten laste gelegde woningoverval omvatte niet tevens de wederrechtelijke vrijheidsberoving van het slachtoffer.
Feit 3.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omtrent een eventuele bewezenverklaring.
Feit 4.
De raadsman heeft vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit wegens het ontbreken van overtuigend bewijs. Verdachte heeft het feit ontkend. Daarnaast zijn er in het dossier voldoende aanwijzingen voor de betrokkenheid van anderen. Het geld is immers door [benadeelde partij 2] overgemaakt naar de bankrekening op naam van [naam 6].
Feit 5.
De raadsman heeft vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Het oordeel van de rechtbank [1]
Feit 1 en 2.
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.
Geruime tijd voor 21 oktober 2019 heeft [medeverdachte 3] een tip gekregen dat er een groot geldbedrag in een kluis onder het bed zou liggen in de woning van aangeefster [slachtoffer] (verder: aangeefster) aan de [straatnaam] te Drachten. [2] [medeverdachte 3] heeft deze tip vervolgens met [verdachte] besproken. [3] [medeverdachte 3] en [verdachte] zijn daarna samen langs de woning van aangeefster gereden en hebben het plan opgevat om het geld te stelen. [4]
Na enige tijd zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bij dit plan betrokken. Vervolgens zijn zij met z’n vieren langs de woning van aangeefster gereden en is besproken en besloten geld te stelen. [5]
In de avond van 21 oktober 2019 hebben [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een ontmoeting op een parkeerplaats op het Oud Ambacht. [6] Daar is besproken dat aangeefster altijd thuis is [7] ; dus het zou gaan om een woningoverval in plaats van een inbraak. [8] Ook is besproken dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] de woning van aangeefster binnengaan. [medeverdachte 3] en [verdachte] blijven op de uitkijk staan en halen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] na afloop op. [9] Afgesproken is dat de buit in gelijke delen verdeeld zal worden door de vier verdachten. [10]
Daarna rijden [medeverdachte 3] en [verdachte] met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op hun scooters richting de woning van aangeefsters en zetten zij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bij een steeg nabij de woning van aangeefster af. [11] Het is dan rond 21.15 uur. [12] [13] [14] [15] [16] [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] dragen een muts en een van hen heeft zijn gezicht bedekt met een bandana. [17] Een van beiden heeft handschoenen aangetrokken. [18]
[medeverdachte 3] en [verdachte] rijden rond in de buurt van de woning aan de [straatnaam] . [19]
Aangeefster [20] heeft de voordeur van haar woning rond 21.00 uur die avond dichtgedaan maar niet afgesloten, zodat deze van buiten te openen is. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] (hierna ook wel: de jongens) gaan aangeefsters woning binnen en treffen haar in de hal. [medeverdachte 2] loopt direct naar boven [21] , terwijl [medeverdachte 1] aangeefster vastpakt, haar hoofd tegen een muur duwt, waarbij hij zijn handen over aangeefsters mond en voorhoofd drukt. Aangeefster kan dan niets meer zien. De jongens roepen meermalen ‘geld, geld’ en ‘tas, tas’. Zij wisselen elkaar af, en wel zo dat beide jongens aangeefster om beurten hebben vastgepakt en haar ogen en mond bedekt hebben, terwijl de ander de woning heeft doorzocht.
Een van de jongens laat een geldkistje, dat aangeefster boven onder haar bed in haar slaapkamer bewaarde, aan aangeefster zien. Voordat de jongens met het geldkistje, met daarin brieven en munten [22] , de woning verlaten, sluit [medeverdachte 1] om 21.33 uur [23] de stroom in de meterkast af. [24]
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] rennen de woning van aangeefster uit in verschillende richtingen. [medeverdachte 2] heeft het geldkistje bij zich op het moment dat hij [verdachte] tegenkomt en springt bij [verdachte] achterop de scooter. Later is [medeverdachte 1] ook opgehaald, achterop de scooter van [medeverdachte 3] . Gezamenlijk zijn zij naar de woning van [verdachte] gegaan. [25] In de schuur bij die woning is het geldkistje, in het bijzijn van alle vier de verdachten, opengemaakt. [26]
De rechtbank begrijpt de verklaring van [verdachte] , dat het zou gaan om een woningoverval in plaats van een inbraak zo, dat het plan om het geld te stelen uit de woning van aangeefster hoe dan ook doorgang zou vinden, onafhankelijk van de vraag of zij al dan niet in de woning aanwezig zou zijn, en dat dit in bijzijn van alle vier de verdachten is besproken.
Uit al het bovenstaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte tezamen met de medeverdachten het plan had om in de avonduren uit de woning van aangeefster een geldbedrag te stelen, ongeacht of zij thuis was. In dit plan lag besloten – behoudens aanwijzingen van het tegendeel, die in dit geval ontbreken – dat in het geenszins onwaarschijnlijke geval dat aangeefster thuis zou zijn, enig geweld, zoals een duw en/of enkele klap en/of het vasthouden van aangeefster, zou worden gebruikt om te komen tot de uitvoering van de voorgenomen diefstal en/of om te ontkomen. Verdachte heeft de aanmerkelijke kans op het bewezenverklaarde geweld (kort gezegd: het in bedwang houden van aangeefster en het met de handen bedekken van haar ogen en mond) bewust aanvaard omdat het plegen van dit geweld onderdeel was van het door verdachte met de medeverdachten uitgevoerde plan. [27] Hetzelfde geldt voor de opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving van aangeefster gedurende de tijd dat de medeverdachten in de woning waren, die evenals het bewezenverklaarde geweld deel uitmaakte van het plan.
Op grond van al het hiervoor overwogene staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte een van de plegers van de woningoverval op en opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving van aangeefster is geweest, waarbij dusdanig nauw en bewust is samengewerkt tussen hem en de medeverdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , zowel tijdens de voorbereiding, de uitvoering als na afloop, dat sprake is van medeplegen.
Gelet op dit alles acht de rechtbank de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3.
Uit de aangifte van [benadeelde partij 1] [28] en de bekennende verklaring van verdachte [29] blijkt dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan op de wijze zoals hierna vermeld onder het kopje ‘bewezenverklaring’.
Op grond van het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, Sv. volstaat de rechtbank met een opgave van voornoemde bewijsmiddelen, nu de verdachte het onder 3 bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Feit 4.
Uit de aangifte van [benadeelde partij 2] [30] blijkt dat hij via marktplaats.nl heeft gereageerd op een advertentie waarin een Buddha tot Buddha armband is aangeboden door accountnaam ‘ [naam 4] & [naam 5] ’, wonende te Drachten. Aanvankelijk is het contact verlopen via de website. De verkoper heeft gesteld dat hij eerder was opgelicht bij het eerlijk oversteken, waarna de verkoper heeft voorgesteld om te betalen via een Tikkie betaalverzoek. Aangever heeft op 8 januari 2020 een geldbedrag van € 150,00 [31] overgemaakt, maar heeft de armband nooit ontvangen. De verkoper heeft gebruik gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Verdachte, wonende te Drachten, heeft verklaard dat hij het telefoonnummer [telefoonnummer] heeft gebruikt voor een oplichting. [32] Ook heeft hij verklaard dat niemand gebruik kan maken van zijn telefoon omdat alleen hij de pincode weet. [33]
Uit onderzoek [34] naar de onder verdachte in beslag genomen [35] telefoon blijkt onder meer dat het WhatsApp gesprek [36] tussen aangever en telefoonnummer [telefoonnummer] op de telefoon van verdachte is aangetroffen, inclusief het Tikkie betaalverzoek [37] .
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte, ondanks zijn stellige ontkenning, zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde. Daarbij heeft de rechtbank vooral gelet op de verklaring van verdachte dat hij als enige gebruik maakte van zijn telefoon en op zijn telefoon het met aangever gevoerde WhatsApp gesprek en Tikkie betaalverzoek is aangetroffen.
Feit 5.
De rechtbank is, evenals de officier van justitie en de verdediging, dat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt, zodat verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 21 oktober 2019 te Drachten, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [straatnaam] ) heeft weggenomen een (geld)kistje met inhoud (te weten meerdere brieven en munten), toebehorende aan [slachtoffer] ,
welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
welk geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededaders, die [slachtoffer] (met kracht) bij het lichaam heeft vastgepakt en met de handen de ogen en de mond van die [slachtoffer] heeft bedekt en daarop heeft gedrukt/geduwd en die [slachtoffer] tegen een muur heeft geduwd en zodoende die [slachtoffer] gedurende langere tijd in bedwang heeft gehouden en het zicht en de spraak heeft belemmerd en daarbij die [slachtoffer] meermalen de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld!" en/of "Tas, tas!";
2 primair
hij op 21 oktober 2019 te Drachten, tezamen en in vereniging met anderen, in een woning (gelegen aan de [straatnaam] ) opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door tezamen en in vereniging met zijn mededaders,
- de woning van die [slachtoffer] binnen te dringen en aldaar
- die [slachtoffer] (met kracht) bij het lichaam vast te pakken en met de handen de ogen en de mond van die [slachtoffer] te bedekken en daarop te drukken/duwen en
- die [slachtoffer] tegen een muur te duwen en (zodoende)
- die [slachtoffer] gedurende langere tijd in bedwang te houden en het zicht en de spraak te belemmeren en daarbij
- die [slachtoffer] meermalen de woorden toe te voegen: "Geld, geld!" en "Tas, tas!" en
- gedurende langere tijd die voornoemde woning (van die [slachtoffer] ) te doorzoeken
en zodoende die [slachtoffer] gedurende langere tijd van de vrijheid te beroven en beroofd te houden;
3
hij op 16 oktober 2019 te Drachten, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, [benadeelde partij 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een hoeveelheid geld (te weten 380 euro),
hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich via de internetsite "www. marktplaats.nl" in een advertentie voorgedaan als een bonafide verkoper van een goed, te weten een IPhone XS, 64 GB, en daarbij zich voorgedaan als een persoon genaamd " [naam 1] " en/of " [naam 2] " en/of " [naam 3] ", (kennelijk met de bedoeling verdachtes ware identiteit te verhullen) en daarbij een foto van een identiteitskaart overlegd ten name van " [naam 3] " en vervolgens die [benadeelde partij 1] een betalingsverzoek (via Tikkie) gezonden, waardoor die [benadeelde partij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en zulks terwijl die [benadeelde partij 1] die IPhone nimmer heeft ontvangen;
4
hij op 8 januari 2020 te Drachten, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse, [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten 150 euro,
hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich via de internetsite "www.marktplaats.nl" in een advertentie voorgedaan als een bonafide verkoper van een goed, te weten een armband van het merk "Buddha to Buddha", en daarbij zich voorgedaan als (een) perso(o)n(en) genaamd " [naam 4] & [naam 5] " en vervolgens die [benadeelde partij 2] een betalingsverzoek (via Tikkie) gezonden, waardoor die [benadeelde partij 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en zulks terwijl die [benadeelde partij 2] die armband nimmer heeft ontvangen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair. Diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
2 primair. Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Feit 1 primair en 2 primair zijn in eendaadse samenloop gepleegd.
3. Oplichting.
4. Oplichting.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 66 dagen, een voorwaardelijke jeugddetentie van 12 maanden met een proeftijd van 2 jaar en de geadviseerde bijzondere voorwaarden, eventueel met uitzondering van het middelenverbod en contactverbod met de medeverdachten. Voorts heeft de officier van justitie een werkstraf van 100 uren en een leerstraf van 25 uur (Tools4U regulier plus) gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om een jeugddetentie op te leggen gelijk aan het reeds door verdachte ondergane voorarrest (65 dagen) met daarnaast een voorwaardelijke jeugddetentie met de geadviseerde bijzondere voorwaarden. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat een middelenverbod niet noodzakelijk is, omdat er geen redenen zijn om aan te nemen dat middelengebruik een recidive verhogende factor is bij verdachte. Een contactverbod met de medeverdachten is wellicht ook niet zinvol. Ten aanzien van een Elektronische Controle heeft de raadsman bepleit expliciet te bepalen dat deze maximaal een jaar zal duren vanaf de schorsing van de voorlopige hechtenis. De raadsman heeft bepleit de duur van de werkstraf te matigen.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich op 21 oktober 2019 samen met drie medeverdachten schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving van een toen 93-jarige vrouw in Drachten. Er is door het viertal gezamenlijk geruime tijd daarvoor een plan bedacht om te komen tot een woninginbraak na een tip dat er onder het bed van het alleenwonende slachtoffer een kluis met daarin een groot geldbedrag zou liggen. Daarbij was ingecalculeerd dat het slachtoffer op leeftijd zou zijn en dat zij misschien thuis zou zijn. Verdachte en [medeverdachte 3] hebben het initiatief genomen voor de woningoverval. Zij hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ingeschakeld en ervoor gekozen hen de daadwerkelijke overval te laten plegen, in de veronderstelling dat zij zelf in mindere mate strafrechtelijk verantwoordelijk zouden kunnen worden gehouden. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn de woning van het slachtoffer binnengegaan. Vrijwel direct werden zij geconfronteerd met het slachtoffer. Zij hebben afwisselend geweld gebruikt tegen het slachtoffer en de woning doorzocht. Vóór vertrek uit de woning is de stroom uitgeschakeld. Nadien hebben verdachte en [medeverdachte 3] de twee medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] opgehaald en hebben zij gezamenlijk de buit bekeken. De buit bestond uit een geldkist met voor het slachtoffer waardevolle brieven en munten. Verdachte heeft daarna het geldkistje weggegooid in het water.
Het gaat om zeer ernstige feiten. Het is een feit van algemene bekendheid dat een woningoverval door het slachtoffer als uitermate beangstigend wordt ervaren. Je eigen woning is bij uitstek de plek waar je je veilig moet kunnen voelen. Uit de verklaring van het slachtoffer en de stukken die in het kader van de vordering benadeelde partij zijn ingediend, blijkt ook dat het slachtoffer angstig is geweest en nog steeds gevoelens van onveiligheid ervaart. Bovendien vergroten dergelijke geweldsdelicten de gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. Verdachte en zijn mededaders hebben niet aan deze gevolgen gedacht maar hebben alleen gedacht aan het geld dat zij buit wilden maken.
Verdachte heeft zich voorts op 16 oktober 2019 en 8 januari 2020 schuldig gemaakt aan (Marktplaats)oplichting. Door zijn handelen heeft hij twee slachtoffers geld afhandig gemaakt (voor een bedrag van in totaal € 530,00) en in teleurstelling achtergelaten. Oplichtingspraktijken als de onderhavige schaden het vertrouwen in eerlijke handel en verstoren de werking van dergelijke toegankelijke en populaire handelsforums. De oplichting getuigt van brutaliteit en egoïsme. Verdachte heeft zich uitsluitend laten leiden door persoonlijk financieel gewin en heeft zich niet bekommerd om de gevolgen voor de betrokken kopers.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 17 september 2020, niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het ‘Advies uitgebreid onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming’ (verder: de Raad) d.d. 12 februari 2021. Samengevat komt daaruit het volgende beeld naar voren. Sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte in juni 2020 functioneert hij binnen de strakke kaders van ITB Harde Kern, en wordt er onder meer door middel van elektronische controle toezicht op hem gehouden. Hij heeft aan alle voorwaarden steeds goed meegewerkt, terwijl de schorsing inmiddels ruim acht maanden heeft geduurd. Zowel zijn verblijf in de JJI als de periode van de schorsing hebben verdachte geholpen om zijn leven een radicaal andere richting te geven en opnieuw op te bouwen. Dat proces is nog niet voltooid. Wel is duidelijk dat verdachte inziet dat hij in de periode waarin de bewezenverklaarde feiten zijn begaan, verkeerd bezig was. Destijds leek het alsof het na een eerdere moeilijke periode beter met hem ging, maar hij bleek er een criminele levensstijl op na te houden. Daarbij was sprake van oplichtingspraktijken, handel in harddrugs en het plannen en uitvoeren van een woningoverval. Alles was erop gericht dat verdachte snel geld maakte.
Zijn wens om afstand te nemen van het leven dat hij leidde komt oprecht over. Hij wordt daarin bovendien gesteund door het gezin waarvan hij deel uitmaakt en door zijn vriendin. Verdachte is bereid om gedurende langere tijd met de jeugdreclassering mee te werken, ook wanneer dat betekent dat hij nog langer een enkelband moet dragen en er gedurende langere tijd sprake zal zijn intensieve begeleiding en toezicht. De raad acht dat ook nodig, om verdachte op een verantwoorde manier te laten oefenen met meer vrijheden. Een intensief begeleidingstraject met kennis/expertise van recidiverisicofactoren in de vorm van een jeugdreclasseringsmaatregel Toezicht en Begeleiding in verplicht kader, waarvan de eerste zes maanden in het kader van ITB Harde Kern (met Elektronische Controle) acht de Raads noodzakelijk. De Elektronische Controle dient maximaal een jaar te duren vanaf de schorsing van de voorlopige hechtenis. De Raad heeft de oplegging van een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan de duur van het voorarrest geadviseerd. Opnieuw een detentie ondergaan zal hetgeen nu is opgebouwd teniet doen. Een voorwaardelijke jeugddetentie is passend en helpend voor de jeugdreclasseringsmaatregel met een maximale proeftijd vanwege de ernst van het feit en het benodigde begeleidingstraject. Als bijzondere voorwaarden zijn geadviseerd: een middelenverbod met controles, een contactverbod met medeverdachten en het volgen van onderwijs tot het behalen van een startkwalificatie. Daarnaast is de leerstraf Tools4U (regulier) plus geadviseerd.
De deskundigen dhr. E. Teeken (jeugdreclassering) en mevr. M. Terpstra (de Raad) hebben ter terechtzitting van 16 februari 2021 beiden gesteld dat verdachte goed heeft meegewerkt aan de schorsingsvoorwaarden en hij gemotiveerd is om zich aan afspraken te houden. De in het hiervoor genoemde rapport geadviseerde straffen en voorwaarden worden door beide deskundigen onderschreven. Door Terpstra is gesteld dat er geen contra-indicaties zijn voor het daarnaast opleggen van een werkstraf. Ook Teeken heeft verklaard dat er ruimte is voor het uitvoeren van een werkstraf naast de geadviseerde bijzondere voorwaarden en leerstraf.
LOVS oriëntatiepunten
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor de op te leggen straf voor de onder 1 primair en 2 primair bewezenverklaarde feiten de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS). Het LOVS heeft als oriëntatiepunt voor straftoemeting voor minderjarigen ten aanzien van een woningoverval met licht geweld jeugddetentie van 6 maanden vastgesteld. Als straf vermeerderende factoren houdt de rechtbank rekening met de kwetsbaarheid van het slachtoffer en het samenwerkingsverband. Voor elke factor kan een maand extra jeugddetentie opgelegd worden.
Straf
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, door de rechtbank berekend op 66 dagen, passend en geboden is. Daarnaast acht de rechtbank een voorwaardelijke jeugddetentie van 12 maanden passend, om de ernst van de onder 1 primair en 2 primair bewezenverklaarde feiten te benadrukken en om verdachte er van te weerhouden wederom strafbare feiten te plegen. Aan het voorwaardelijke deel van de jeugddetentie kunnen de bijzondere voorwaarden worden verbonden zoals door de officier van justitie gevorderd. De rechtbank ziet geen reden om een middelenverbod op te leggen, aangezien er geen relatie kan worden gelegd tussen eventueel middelengebruik en het bewezenverklaarde. Een contactverbod met de medeverdachten acht de rechtbank wel zinvol.
Daarnaast zal de rechtbank de leerstraf Tools4U (regulier) plus opleggen alsmede een werkstraf van 150 uur. Een werkstraf van beperktere omvang zou onvoldoende recht doen aan de ernst van (met name) de onder 1primair en 2 primair bewezenverklaarde feiten en de belangrijke rol van verdachte daarbij.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer] , tot een bedrag van € 2.250,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [benadeelde partij 1] , tot een bedrag van € 380,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
3. [benadeelde partij 2] , tot een bedrag van € 180,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Het standpunt van de officier van justitie
[slachtoffer]
De officier van justitie heeft de hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde partij 1]
De officier van justitie heeft toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedings-maatregel.
[benadeelde partij 2]
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, gelet op het door hem ingenomen standpunt omtrent vrijspraak van het ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
[slachtoffer]
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
[benadeelde partij 1]
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
[benadeelde partij 2]
De raadsman heeft primair bepleit de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren gelet op de reeds bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij
[slachtoffer] de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 primair en 2 primair bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 21 oktober 2019.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte/medeverdachten deze al heeft/hebben betaald, en andersom.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 1]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij [benadeelde partij 1] de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2019.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 2]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij [benadeelde partij 2] de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 4 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 januari 2020.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank telkens de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden. In het feit dat verdachte destijds minderjarig was, ziet de rechtbank aanleiding de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast te bepalen op 0 dagen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 47, 55, 63, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 282, 312 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 5 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een jeugddetentie voor de duur van 426 dagen.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot
360 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt en/of de hierna te noemen voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarde(n) dat de veroordeelde:
- zich binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid op het adres [straatnaam] te Leeuwarden en dat hij zich daarna zal blijven melden zolang en zo frequent als deze instelling dat noodzakelijk acht, waarvan de eerste zes maanden van de proeftijd in het kader van Intensieve Trajectbegeleiding (ITB) Harde Kern. Aan deze bijzondere voorwaarde wordt elektronisch toezicht verbonden voor de duur van één jaar, gerekend vanaf de datum waarop de voorlopige hechtenis van veroordeelde is geschorst, te weten 18 juni 2020;
- op geen enkele manier contact zoekt of heeft met de medeverdachten: [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 2001, [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum] 2001, en [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] 2000;
- onderwijs volgt totdat hij over een startkwalificatie beschikt.
Geeft aan het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het jeugdreclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

Een taakstraf voor de duur van 175 uur, bestaande uit:

Een werkstraf voor de duur van 150 uren.De werkstraf moet binnen 18 maanden zijn verricht.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie voor de duur van 75 dagen zal worden toegepast.
Een leerstraf, bestaande uit het volgen van het leerproject Tools4U (regulier) plus voor de duur van 25 uren.Het leerproject moet plaatsvinden binnen 9 maanden.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de leerstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie voor de duur van 12 dagen zal worden toegepast.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Ten aanzien van feit 1 primair en 2 primair:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 2.250,00(zegge: tweeduizend tweehonderdenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 oktober 2019, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer] , te betalen een bedrag van € 2.250,00 (zegge: tweeduizend tweehonderdenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 oktober 2019, en bepaalt de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast op 0 dagen, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte en/of zijn mededader(s) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte en/of zijn mededader(s) aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van feit 3:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 380,00(zegge: driehonderdtachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 oktober 2019.
Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1] te betalen een bedrag van € 380,00 (zegge: driehonderdtachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 oktober 2019, en bepaalt de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast op 0 dagen. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van feit 4:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 2]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 150,00(zegge: honderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2020.
Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] te betalen een bedrag van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2020, en bepaalt de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast op 0 dagen.
Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A. Vlietstra, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. K. Bunk en mr. M.J. Dijkstra, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 maart 2021.
Mr. M.J. Dijkstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 2019280633, doorgenummerd 1 tot en met 1630.
2.Pagina’s 445, 452 en 453 ( [medeverdachte 3] ).
3.Pagina’s 136, 137 ( [verdachte] ), 445, 452 en 453 ( [medeverdachte 3] ).
4.Pagina’s 147, 150 ( [verdachte] ) en 446 ( [medeverdachte 3] ).
5.Pagina’s 147, 148, 150 ( [verdachte] ), 429, 445, 446 ( [medeverdachte 3] ), pagina 496, 497 ( [medeverdachte 2] ) en de verklaring van [medeverdachte 1] bij de politie op 4 november 2020.
6.Pagina’s 136, 137, 148 ( [verdachte] ), pagina 447 ( [medeverdachte 3] ) en de verklaring van [medeverdachte 1] bij de politie op 4 november 2020.
7.De verklaring van [medeverdachte 3] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 6 augustus 2020.
8.Pagina 148 ( [verdachte] ).
9.Pagina’s 137, 148 ( [verdachte] ), 447, 454 ( [medeverdachte 3] ) en de verklaring van [medeverdachte 1] bij de politie op 4 november 2020.
10.Pagina’s 455 ( [medeverdachte 3] ), 499 ( [medeverdachte 2] ) en de verklaring van [verdachte] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 6 augustus 2020.
11.Pagina’s 136, 137, 149 ( [verdachte] ) 446, 455 ( [medeverdachte 3] ), 496, 497 ( [medeverdachte 2] ) en de verklaring van [medeverdachte 1] bij de politie op 4 november 2020.
12.Pagina 652.
13.Pagina’s 580, 790, 800, 808 en 809.
14.Pagina’s 580, 792, 800, 808 en 809.
15.Pagina’s 657 en 658 (getuige [getuige 1] ).
16.Pagina’s 664 en 665 (getuige [getuige 2] ).
17.Pagina 139 ( [verdachte] ).
18.Pagina 657 (getuige [getuige 1] ).
19.Pagina’s 137 ( [verdachte] ), 446 ( [medeverdachte 3] ) en 498 ( [medeverdachte 2] ).
20.Voor zover niet met andere voetnoten aangeduid zijn de hierna volgende twee alinea’s gebaseerd op de verklaringen van aangeefster: pagina’s 626, 611, 612, 615 en 616 en de verklaring van aangeefster [slachtoffer] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 19 november 2020.
21.Pagina 139 ( [verdachte] ) en de verklaring van [verdachte] afgelegd tegenover de rechter-commissaris op 6 augustus 2020.
22.Pagina’s 614 en 617.
23.Pagina 911.
24.Pagina’s 500 ( [medeverdachte 2] ), 987, 988, 991, 994, 1002, 1027 en 1028.
25.Pagina’s 136, 137 ( [verdachte] ), 446 ( [medeverdachte 3] ), 500 ( [medeverdachte 2] ) en de verklaring van [medeverdachte 1] bij de politie op 4 november 2020.
26.Pagina’s 136, 138 ( [verdachte] ), 449 ( [medeverdachte 3] ), 500 ( [medeverdachte 2] ) en de verklaring van [medeverdachte 1] bij de politie op 4 november 2020.
27.Vgl. Hoge Raad 17 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1804.
28.Pagina’s 1050, 1051, 1052, 1054 en 1060.
29.Pagina’s 127 en de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 februari 2021.
30.Pagina’s 1072 en 1073.
31.Pagina 1075.
32.Pagina 127.
33.Pagina 151.
34.Pagina 1205.
35.Pagina 39.
36.Pagina’s 1223 tot en met 1228.
37.Pagina 1224.