ECLI:NL:RBNNE:2021:5764

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 september 2021
Publicatiedatum
3 juli 2024
Zaaknummer
9133793 \ CV EXPL 21-1909
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vrijwaring in koopovereenkomst van recreatiewoning

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 7 september 2021, is een vordering tot vrijwaring aan de orde. De eiser, vertegenwoordigd door De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V., heeft een geschil met de gedaagde, die wordt bijgestaan door Kalahari Legal. De gedaagde vordert dat de heer [naam], werkzaam bij '[naam] Makelaardij', in vrijwaring wordt opgeroepen. De gedaagde stelt dat de makelaar onjuist heeft geadviseerd en tekortgeschoten is in de nakoming van de koopovereenkomst, wat heeft geleid tot schade voor de gedaagde. De eisers verzetten zich tegen deze vordering en stellen dat de makelaar niet verantwoordelijk is voor de financiën van de koper en dat de procedure onnodig vertraagd wordt door het incident.

De kantonrechter overweegt dat een vordering tot vrijwaring in beginsel voor toewijzing in aanmerking komt, mits er voldoende feiten en omstandigheden zijn die een verhaalsrecht op de in vrijwaring op te roepen persoon rechtvaardigen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde voldoende heeft gesteld om een rechtsverhouding aan te nemen, en dat de vordering tot vrijwaring niet per definitie de hoofdzaak vertraagt. De kantonrechter wijst de vordering tot vrijwaring toe en veroordeelt de eisers in de proceskosten van het incident, begroot op € 200,00 aan salaris voor de gemachtigde. De zaak in de hoofdzaak wordt verwezen naar de rolzitting voor conclusie van repliek.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
zaak-/rolnummer: 9133793 \ CV EXPL 21-1909
vonnis van de kantonrechter d.d. 7 september 2021
inzake

1.[eiser sub 1],

2. [eiser sub 2],
beiden wonende te [woonplaats 1],
eisers in de hoofdzaak,
gedaagden in het incident,
gemachtigde: De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V. te Heerhugowaard (J. Duikerweg 15, Postbus 1102, 1700 BC),
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2],
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
gemachtigde: Kalahari Legal te Veendam (Transportweg 40, 9645 KX).
Partijen zullen hierna [eisers] en [gedaagde] worden genoemd.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring
- de antwoordconclusie in het incident
1.2.
Ten slotte is vonnis in het incident bepaald.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
[gedaagde] vordert dat hem wordt toegestaan de heer [naam], h.o.d.n. '[naam] Makelaardij' in vrijwaring op te roepen. [eisers] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2.
In vrijwaring stelt [gedaagde] dat de verkoopmakelaar van [eisers], de heer [naam], onjuist heeft geadviseerd en heeft begeleid. [naam] is daarmee volgens [gedaagde] primair tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. Subsidiair levert deze handelswijze volgens [gedaagde] een onrechtmatige daad op. In het geval de kantonrechter tot het oordeel zou komen dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de door [eisers] gestelde schade, is [naam] daarom daarvoor op zijn beurt aansprakelijk jegens [gedaagde].
2.3.
[eisers] betogen dat de vordering tot vrijwaring moet worden afgewezen, omdat [naam] als makelaar niet verantwoordelijk is voor de financiën van de koper. Voorts heeft [gedaagde] volgens [eisers] door het opwerpen van het incident de procedure onnodig vertraagd.
2.4.
De kantonrechter stelt voorop dat een vordering tot vrijwaring in beginsel voor toewijzing in aanmerking komt indien uit feiten en omstandigheden die aan die vordering ten grondslag worden gelegd, voortvloeit dat de verzoeker tot vrijwaring in geval van een ongunstige afloop van de hoofdzaak, krachtens zijn onderlinge rechtsverhouding, een verhaalsrecht kan hebben op degene die hij in vrijwaring wenst op te roepen. Daarbij hoeft het bestaan van de rechtsverhouding in het vrijwaringsincident als zodanig nog niet vast komen te staan. Of voornoemde rechtsverhouding daadwerkelijk bestaat, is een onderwerp dat in de afzonderlijke vrijwaringsprocedure aan de orde dient te komen.
2.5.
In het licht van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] voldoende heeft gesteld omtrent het al dan niet kunnen vaststellen van een rechtsverhouding. Derhalve staat het voldoende vast dat [gedaagde] een in rechte te respecteren belang heeft om [naam] in vrijwaring op te roepen. Het vrijwaringsincident brengt niet per definitie met zich dat de hoofdzaak onnodig wordt vertraagd. De incidentele vordering tot vrijwaring zal daarom worden toegewezen.
2.6.
De kantonrechter zal [eisers] als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten in het incident. De kosten aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 200,00 aan salaris gemachtigde (1 punt x tarief € 200,00).
2.7.
De kantonrechter zal de zaak in de hoofdzaak verwijzen naar de rolzitting voor conclusie van repliek.

3.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident
3.1.
staat toe dat [naam], h.o.d.n. '[naam] Makelaardij' wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van 28 september 2021;
3.2.
veroordeelt [eisers] in de kosten van deze procedure, tot op heden begroot op € 200,00 aan salaris gemachtigde;
in de hoofdzaak
3.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
dinsdag 21 september 2021voor het indienen van een conclusie van repliek aan de zijde van [eisers];
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. R. Bootsma, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 september 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 490941