ECLI:NL:RBNNE:2021:5760
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van verzoek om voorlopige voorziening wegens ontbreken van connexiteit
Op 18 november 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met nummer LEE 21/3271. Verzoeker heeft op 5 oktober 2021 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, waarbij hij verwees naar een onderliggende procedure met registratienummer 21/2765. Deze onderliggende procedure betreft een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de rechtbank van 8 september 2017, die betrekking had op een geschil tussen verzoeker en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen over aanspraken op grond van de Ziektewet.
Verzoeker heeft daarnaast verzocht om opschorting van de behandeling van vier andere zaken (21/907, 21/908, 21/914 en 21/954), die verband houden met geschillen met de Belastingdienst inzake de Inkomstenbelasting. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat deze geschillen niet connex zijn aan de onderliggende procedure. Volgens artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter zonder zitting uitspraak doen.
Gelet op het ontbreken van connexiteit heeft de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H.J. Bastin, in aanwezigheid van mr. H.A. Hulst, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.