Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 maart 2021 in de zaken tussen
de gemeente Groningen, te Groningen.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 maart 2021 uitspraak gedaan in de zaken LEE 19/3096 en LEE 19/3180, waarbij de rechtbank zich boog over de omgevingsvergunning verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen voor de aanleg van een brug en de herinrichting van de kade aan het Kattendiep/Schuitendiep. Eiser en eiseres hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarin zij betogen dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan en dat er onvoldoende rekening is gehouden met de gevolgen voor het beschermd stadsgezicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente Groningen de aanvraag voor de omgevingsvergunning correct heeft behandeld en dat er geen strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt dat de verweerder voldoende onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van de brug voor de omgeving en dat de vergunning terecht is verleend. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat de vergunning voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiser en eiseres niet slagen, met uitzondering van de motiveringsgebreken die aanleiding geven tot vernietiging van het besluit. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, maar bepaalt dat het griffierecht aan eiser moet worden vergoed.