In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 17 december 2021, heeft de kantonrechter het verzoek van [stichting A] tot ontslag als mentor van [betrokkene] ingewilligd. De mentor heeft verzocht om ontslag omdat hij zijn functie niet meer naar behoren kan uitoefenen door de toenemende druk en stress veroorzaakt door de rol van de mensen om betrokkene heen, met name door één van de kinderen die de rol van de mentor in twijfel trekt. De kantonrechter heeft de situatie van de mentor en de impact op betrokkene in overweging genomen en besloten om het ontslag met spoed te verlenen, zonder de nader te bepalen zitting af te wachten. Tevens is er een tijdelijke mentor, [naam BV], benoemd om de zorg voor betrokkene te waarborgen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de mentor, [de heer (naam)], veel tijd en energie in het dossier heeft gestoken, maar dat de omstandigheden rondom betrokkene en de druk vanuit de omgeving het hem onmogelijk maken om de rust en stabiliteit te creëren die betrokkene nodig heeft. De kantonrechter heeft de mentor de gelegenheid gegeven om zijn verzoek toe te lichten en heeft begrip getoond voor de situatie waarin hij zich bevindt. De beslissing om het ontslag te verlenen is genomen in het belang van betrokkene, die recht heeft op een goede en stabiele begeleiding.
De kantonrechter heeft ook de jaarbeloning van de tijdelijke mentor vastgesteld volgens de geldende regeling. Het verzoek tot ondercuratelestelling van betrokkene is ingetrokken, waardoor hier niet meer op hoeft te worden beslist. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep, uitsluitend via een advocaat, binnen drie maanden na de uitspraak.