ECLI:NL:RBNNE:2021:5660

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
25 maart 2022
Zaaknummer
C/18/208312 / PR RK 21-287
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de politierechter in een strafzaak

Op 5 oktober 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van [verzoeker] tegen de politierechter mr. E. Läkamp. Het verzoek tot wraking werd ingediend tijdens een strafzaak met parketnummer 18-152258-20, waarin [verzoeker] als verdachte werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 15 september 2021 heeft [verzoeker] de politierechter gewraakt, omdat hij twijfels had over de onpartijdigheid van de rechter. Hij voerde aan dat er een fout was gemaakt bij het instellen van verzet, wat door het Openbaar Ministerie werd bevestigd in een brief die niet in het dossier zat. Dit leidde tot een gevoel van wantrouwen bij [verzoeker].

De politierechter, mr. E. Läkamp, heeft in een e-mail aangegeven niet in de wraking te berusten. De rechtbank heeft vervolgens de gronden van het wrakingsverzoek beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank concludeerde dat er geen concrete feiten of omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid van de rechter objectief gerechtvaardigd maakten. De enkele opmerking van de politierechter dat zij zich niet kon voorstellen dat het OM expres een brief zou weglaten, was onvoldoende om aan te nemen dat er sprake was van vooringenomenheid.

De rechtbank heeft het verzoek tot wraking dan ook ongegrond verklaard en bepaald dat de hoofdzaak voortgezet zal worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken op 5 oktober 2021.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Meervoudige kamer
Zittingsplaats Leeuwarden
Parketnummer: 18-152258-20
Rekestnummer: C/18/208312 / PR RK 21-287
Beslissing van 5 oktober 2021
op het verzoek van
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] ,
wonende [woonplaats] ,
verzoeker.

1.De procedure

1.1
Bij de afdeling strafrecht van deze rechtbank, locatie Assen, is een strafzaak, met parketnummer 18-152258-20, aanhangig. In die procedure is [verzoeker] (verzoeker) de verdachte.
1.2
Op 15 september 2021 dient de strafzaak tegen [verzoeker] als verdachte. mr. E. Läkamp is de behandeld politierechter. Ter zitting heeft [verzoeker] de politierechter gewraakt. Hierop is de behandeling geschorst en is een proces-verbaal van de zitting en van wraking opgesteld.

2.Het standpunt van verzoeker

2.1
[verzoeker] heeft blijkens het proces-verbaal een tweetal gronden aangevoerd.
2.2
Ten eerste is er bij het instellen van verzet door [verzoeker] iets fout gegaan, waarna de fout is hersteld. Het Openbaar Ministerie heeft daarop een brief aan verdachte gestuurd waarin staat dat dit de rechtsgang in Nederland is, hetgeen discriminerend is opgevat. Deze brief bevindt zich niet in het dossier, waardoor hij geen vertrouwen heeft in een goede afloop van de zitting.
2.3
Ten tweede heeft de politierechter opgemerkt dat zij zich niet kan voorstellen dat deze gang van zaken expres is gegaan, maar de politierechter kan helemaal niet bewijzen of dit expres of per ongeluk is gebeurd.

3.Het standpunt van mr. E. Läkamp

3.1
.1 De politierechter heeft per e-mail van 28 september 2021 aangegeven niet in de wraking te berusten.

4.Beoordeling

4.1
De wrakingskamer overweegt dat voor de beoordeling van wrakingsverzoeken de toepasselijke norm is gegeven in artikel 512 Wetboek van Strafverordening (Sv) en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), in samenhang met de door de Hoge Raad en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens daaromtrent ontwikkelde criteria.
4.2
Artikel 512 Sv bepaalt dat op verzoek van een partij de rechter die een zaak behandelt kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter in de zin van artikel 512 Sv /artikel 6 EVRM dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van haar/zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een procespartij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die procespartij bestaande vrees dienaangaande objectief gerechtvaardigd is. Daarbij kan rekening worden gehouden met de uiterlijke schijn. Het enkele subjectieve oordeel van verzoeker is niet doorslaggevend.
4.3
De rechtbank overweegt dat aan het onderhavige verzoek tot wraking van de behandelend rechter geen concrete feiten of omstandigheden ten grondslag zijn gelegd waaruit vooringenomenheid van die rechter of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, kunnen worden afgeleid.
4.4
De enkele opmerking van de politierechter dat zij zich niet kan voorstellen dat het Openbaar Ministerie expres een brief zou weglaten, is geen omstandigheid waaruit (de vrees voor) vooringenomenheid kan worden afgeleid.
4.5
Het verzoek tot wraking zal dan ook kennelijk ongegrond. Een mondelinge behandeling van het verzoek tot wraking kan daarom achterwege blijven.

5.De beslissing

De rechtbank
- verklaart het verzoek tot wraking ongegrond;
- bepaalt dat de hoofdzaak (met parketnummer 18-152258-20) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking;
- beveelt onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoeker, mr. E. Läkamp (politierechter) en de officier van justitie mr. D.F. Osinga.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en
mr. C.W. Couperus-van Kooten in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2021.