ECLI:NL:RBNNE:2021:5659

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 september 2021
Publicatiedatum
25 maart 2022
Zaaknummer
C/18/208103 / PR RK 21-279
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft verzoekster op 14 september 2021 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. M.S. van den Berg, de rechter die de procedure met registratienummer LEE AWB 20/577 behandelt. Dit verzoek is een herhaling van een eerder verzoek tot wraking dat op 10 september 2021 door de wrakingskamer is afgewezen, omdat het verzoek niet tijdig was ingediend en er geen concrete feiten of omstandigheden waren die vooringenomenheid van de rechter konden onderbouwen. De rechtbank heeft het nieuwe verzoek tot wraking opnieuw als niet-ontvankelijk verklaard, met de overweging dat het verzoek wederom niet tijdig is gedaan. De rechtbank heeft ook bepaald dat een nieuw verzoek tot wraking met betrekking tot dezelfde zaak niet in behandeling zal worden genomen, gezien de stapeling van wrakingsverzoeken door verzoekster. De beslissing is openbaar uitgesproken op 30 september 2021.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Meervoudige kamer
Zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer: LEE AWB 20/577
Rekestnummer: C/18/208103 / PR RK 21-279
Beslissing van 30 september 2021
op het verzoek van
mw. [verzoekster],
wonende [woonplaats] ,
verzoekster.

1.De procedure

1.1.
Per fax van 14 september 2021 (ingekomen op 13 september 2021) heeft verzoeker het verzoek tot wraking ingediend van mr. mr. M.S. van den Berg als rechter die de procedure met registratienummer LEE AWB 20/577 behandelt.

2.Beoordeling

2.1
De wrakingskamer overweegt dat in dezelfde procedure met registratienummer LEE AWB 20/577 verzoekster reeds eerder een wrakingsverzoek heeft gedaan.
2.2
De wrakingskamer van deze rechtbank heeft op 10 september 2021 (rekestnummer C/18/207530 / PR RK 21-259) onder meer overwogen dat verzoekster niet-ontvankelijk is, omdat het verzoek niet tijdig is gedaan. Voorts is overwogen dat indien het verzoek tijdig was gedaan verzoekster niet-ontvankelijk is, omdat geen concrete feiten of omstandigheden ten grondslag zijn gelegd waaruit vooringenomenheid van de rechter of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, kunnen worden afgeleid.
2.3
De rechtbank begrijpt het wrakingsverzoek van 14 september 2021 als een herhaling van het eerder gedane wrakingsverzoek.
2.4
Onder verwijzing naar de eerdere beslissing van deze rechtbank (wrakingskamer d.d. 10 september 2021 (rekestnummer C/18/207530 / PR RK 21-259)) overweegt de rechtbank dat verzoekster niet-ontvankelijk is in het verzoek tot wraking, omdat het verzoek niet tijdig is gedaan.
2.5
Het vorenstaande leidt tot de herhaalde slotsom dat verzoekster aanstonds als kennelijk niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking zal worden verklaard. Een mondelinge behandeling van het verzoek tot wraking kan daarom achterwege blijven.
2.6
Gelet op de stapeling van wrakingsverzoeken en het oneigenlijk gebruikmaken van de mogelijkheid tot wraking zoals door verzoekster is gedaan met het indienen van het tweede verzoek, acht de wrakingskamer redenen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:18, vierde lid, van de Awb. De wrakingskamer bepaalt dan ook dat een volgend verzoek om wraking met betrekking tot de zaak met nummer LEE AWB 20/577 niet in behandeling zal worden genomen.

3.De beslissing

De rechtbank
- verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek;
- bepaalt dat de hoofdzaak (met registratienummer LEE AWB 20/577) wordt voortgezet in de stand waarin het zich ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking, bevond;
- beveelt onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoekster, mr. M.S. van den Berg (rechter) en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met [naam] als gemachtigde (belanghebbende);
- bepaalt dat een nieuw verzoek tot wraking met betrekking tot de zaak met nummer LEE AWB 20/577 niet in behandeling zal worden genomen.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en
mr. C.W. Couperus-Van Kooten en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2021.