Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.2. Beoordeling
3.De beslissing
mr. C.W. Couperus-Van Kooten en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2021.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 17 september 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. P.G. Wijtsma. Dit verzoek tot wraking werd ingediend op 31 augustus 2021 en was gebaseerd op eerdere uitspraken van de gewraakte rechter in andere procedures van verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker eerder, in een andere bestuursrechtelijke procedure met registratienummer LEE 20/435, een vergelijkbaar wrakingsverzoek had ingediend. Dit eerdere verzoek werd op 2 oktober 2020 door de wrakingskamer afgewezen, omdat de gewraakte rechter al eerder uitspraken had gedaan in zaken van verzoeker, waar verzoeker zich niet mee kon verenigen. De wrakingskamer had toen geoordeeld dat een volgend verzoek tot wraking op basis van dezelfde gronden niet in behandeling zou worden genomen, conform artikel 8:18 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In de huidige procedure heeft de rechtbank geconstateerd dat het wrakingsverzoek wederom is gebaseerd op dezelfde gronden als het eerdere verzoek. Verzoeker heeft geen nieuwe specifieke wrakingsgronden aangevoerd. Gezien de eerdere uitspraak van de wrakingskamer, heeft de rechtbank besloten het huidige verzoek niet in behandeling te nemen. De hoofdzaak met zaaknummer LEE AWB 20/453 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De rechtbank heeft de beslissing onverwijld medegedeeld aan verzoeker en mr. P.G. Wijtsma.