ECLI:NL:RBNNE:2021:5656

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 september 2021
Publicatiedatum
25 maart 2022
Zaaknummer
C/18/20774 / PR RK 21-266
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een herhaald wrakingsverzoek tegen een rechter in bestuursrechtelijke procedure

Op 17 september 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. P.G. Wijtsma. Dit verzoek tot wraking werd ingediend op 31 augustus 2021 en was gebaseerd op eerdere uitspraken van de gewraakte rechter in andere procedures van verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker eerder, in een andere bestuursrechtelijke procedure met registratienummer LEE 20/435, een vergelijkbaar wrakingsverzoek had ingediend. Dit eerdere verzoek werd op 2 oktober 2020 door de wrakingskamer afgewezen, omdat de gewraakte rechter al eerder uitspraken had gedaan in zaken van verzoeker, waar verzoeker zich niet mee kon verenigen. De wrakingskamer had toen geoordeeld dat een volgend verzoek tot wraking op basis van dezelfde gronden niet in behandeling zou worden genomen, conform artikel 8:18 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

In de huidige procedure heeft de rechtbank geconstateerd dat het wrakingsverzoek wederom is gebaseerd op dezelfde gronden als het eerdere verzoek. Verzoeker heeft geen nieuwe specifieke wrakingsgronden aangevoerd. Gezien de eerdere uitspraak van de wrakingskamer, heeft de rechtbank besloten het huidige verzoek niet in behandeling te nemen. De hoofdzaak met zaaknummer LEE AWB 20/453 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De rechtbank heeft de beslissing onverwijld medegedeeld aan verzoeker en mr. P.G. Wijtsma.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Meervoudige kamer
Zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer: LEE AWB 20/453
Rekestnummer: C/18/20774 / PR RK 21-266
Beslissing van 17 september 2021
op het verzoek van
[verzoeker],
verzoeker.

1.De procedure

1.1.
Bij e-mail van 31 augustus 2021 heeft verzoeker het verzoek tot wraking ingediend van mr. P.G. Wijtsma als de rechter in de procedure met registratienummer LEE AWB 20/453.

2.2. Beoordeling

2.1
In een andere Awb procedure met registratienummer LEE 20/435 heeft verzoeker reeds eerder een wrakingsverzoek gedaan. De wrakingskamer van deze rechtbank heeft op 2 oktober 2020 onder meer overwogen dat die rechter is gewraakt omdat die in eerdere gerechtelijke procedures van verzoeker uitspraak heeft gedaan. Verzoeker is het niet eens met deze uitspraken en de wijze waarop die rechter die eerdere zaken heeft behandeld. De wrakingskamer heeft vervolgens onder meer besloten dat op de voet van artikel 8:18 van de Awb een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zal worden genomen. Deze uitspraak heeft het nummer C/18/200711 PR RK 20-253.
2.2
De rechtbank heeft ook het onderhavige verzoek tot wraking aldus begrepen als (wederom) gelegen in het feit dat de gewraakte rechter eerder een uitspraak heeft gedaan waarmee verzoeker zich niet kan verenigen. Gelet op de eerdere uitspraak van 2 oktober 2020 is er sprake van een herhaald wrakingsverzoek gebaseerd op dezelfde wrakingsgrond, welke gemotiveerd is afgewezen. Andere specifieke wrakingsgronden zijn thans niet aangevoerd.
2.3
Gelet op voornoemde overwegingen zal de wrakingskamer het huidige verzoek niet in behandeling nemen. Tot een mondelinge behandeling behoeft derhalve niet te worden overgegaan.

3.De beslissing

De rechtbank
- neemt het wrakingsverzoek niet in behandeling;
- bepaalt dat de hoofdzaak (met zaaknummer LEE AWB 20/453) wordt voortgezet in de stand waarin het zich ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking, bevond.
- beveelt onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoeker en mr. P.G. Wijtsma.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en
mr. C.W. Couperus-Van Kooten en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2021.