In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 19 mei 2021, verzoekt de man de beëindiging van zijn partneralimentatieverplichting op grond van artikel 1:160 BW, omdat zijn vrouw samenleeft als ware zij gehuwd. Echter, de man overlijdt voordat de rechtbank een beslissing kan nemen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de situatie en de erfgenamen van de man, waaronder zijn drie meerderjarige kinderen en zijn geregistreerd partner, zijn betrokken bij de procedure. De advocaat van de man, mr. H. de Jong, heeft de rechtbank op de hoogte gesteld van het overlijden en de mogelijke voortzetting van de procedure door de erfgenamen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden en verzocht om duidelijkheid over de erfgenamen en hun intenties om de procedure voort te zetten. De rechtbank heeft bepaald dat de advocaat de namen en adressen van alle erfgenamen moet verstrekken, evenals bewijs van hun erfgenaamschap. De rechtbank houdt de verdere beslissing aan en heeft een nieuwe pro forma datum vastgesteld voor de behandeling van de zaak.