Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest bepleit en daarbij gewezen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft een zieke vrouw, een hulpbehoevende zoon en de zorg voor zijn kleinkinderen. Daarom is het van belang dat hij zo snel mogelijk weer vrij komt.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de reclasseringsrapporten van 19 augustus 2021 en 29 oktober 2021, het strafblad van de verdachte, de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met zijn broer en een onbekend gebleven derde schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal met braak in een woning. Eerst hebben zij de tuindeur verbroken en vervolgens hebben zij de schuifpui geforceerd om zich de toegang tot de woning te verschaffen. Het getuigt van brutaliteit om dit op klaarlichte dag te doen. Dat het bij een poging is gebleven is enkel aan het optreden van de aangever te danken die via zijn beveiligingscamera’s een seintje had gekregen dat er activiteit was in de woning. Hij is naar de woning gesneld waarna er een confrontatie heeft plaatsgevonden met de vluchtende inbrekers, waaronder de verdachte. Door het plegen van dit delict heeft de verdachte getoond weinig respect te hebben voor de eigendommen van anderen. Bovendien wordt door een woninginbraak een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van het slachtoffer en de omwonenden. De eigen woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig en geborgen zou moeten voelen. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij uit winstbejag heeft gehandeld en geen rekening heeft gehouden met de gevolgen voor de slachtoffers.
De rechtbank heeft er bij de strafoplegging ten nadele van de verdachte rekening mee gehouden dat hij eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, waaronder woninginbraken. Daarbij gaat het om één recente veroordeling van minder dan vijf jaar geleden. De overige veroordelingen dateren van meer dan vijf jaar geleden. De rechtbank zal deze oudere veroordelingen daarom niet bij de strafmaat betrekken.
De reclassering schat de kans op herhaling in als groot vanwege de slechte financiële situatie van de verdachte, zijn sociale netwerk en familie, zijn psychosociaal functioneren en zijn pro criminele houding. Hij heeft het delict gepleegd vanuit een financieel motief. De verdachte laat zich niet afschrikken door eerdere opgelegde straffen en blijft doorgaan op het criminele pad. Hij bevindt zich in een lopende proeftijd en is gedagvaard voor een soortgelijk delict. De reclassering adviseert oplegging van een straf zonder bijzondere voorwaarden, omdat zij geen mogelijkheden ziet om het gedrag van de verdachte te veranderen.
Bij inbraak in een woning waarbij sprake is van herhaling is volgens de oriëntatiepunten voor straftoemeting van de rechtspraak een gevangenisstraf van vijf maanden het uitgangspunt voor de op te leggen straf. In deze zaak is echter geen sprake van een voltooid delict, maar van een poging. Op grond van artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht is de maximumstraf voor een poging een derde lager dan de hoofdstraf. Dit rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank een mindering op het uitgangspunt van vijf maanden. De verdachte zit vanaf
12 augustus 2021 in voorarrest. Dit betekent dat hij op het moment van deze uitspraak 127 dagen (ruim vier maanden) in voorarrest heeft doorgebracht. Met de raadsman acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest passend en oplegging daarvan geboden.