Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Oordeel van de rechtbank
Binnenkomend kan een van jullie 1 e kant wtr geven ik zit vandaag in tijd nood. ik doe dan andere kant
Rechtbank Noord-Nederland
Op 28 december 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van het telen van hennepplanten in de periode van september 2013 tot en met januari 2015 te Hellum, gemeente Slochteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen opzettelijk een hoeveelheid van 2500 hennepplanten heeft geteeld in een loods. De verdachte is verschenen op de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, mr. E. van der Meer, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. M.H.G. Scharenborg.
De rechtbank heeft de verklaringen van medeverdachten en de verdachte zelf in overweging genomen. De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd, waarbij hij stelde dat de verdachte een belangrijke rol speelde in de hennepkwekerij. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de betrokkenheid van de verdachte niet voldoende was om te spreken van medeplegen. De rechtbank oordeelde echter dat de rol van de verdachte, die als klusjesman en timmerman fungeerde, van voldoende gewicht was om te concluderen dat er sprake was van medeplegen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 1 jaar. De rechtbank heeft rekening gehouden met het tijdsverloop sinds de gepleegde delicten en de maatschappelijke impact van de hennepteelt. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.