Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
5.De beslissing
16 december 2021in tegenwoordigheid van de griffier.
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 december 2021 uitspraak gedaan in twee verzoekprocedures van een vrouw, hierna aangeduid als 'de vrouw', tegen een man, hierna aangeduid als 'de man'. De vrouw verzocht de rechtbank om het huwelijk met de man nietig te verklaren en om de echtscheiding uit te spreken. Tevens verzocht zij om de ontkenning van het vaderschap van de man over haar kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw in 2014 vanuit Eritrea naar Nederland is gekomen en dat er een huwelijk tussen de vrouw en de man is geregistreerd in de Basis Registratie Personen (BRP). De vrouw betwist echter de rechtsgeldigheid van dit huwelijk en stelt dat zij de man niet kent en twijfelt of hij überhaupt bestaat.
De rechtbank heeft ambtshalve onderzocht of zij bevoegd is om de zaak te behandelen en welk recht van toepassing is. Gezien het feit dat de vrouw haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft, is de Nederlandse rechter bevoegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen rechtsgeldig huwelijk tussen de vrouw en de man tot stand is gekomen, omdat de vrouw niet kan aantonen dat zij met de man is gehuwd. Hierdoor is de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken tot nietigverklaring van het huwelijk en echtscheiding.
Wat betreft de ontkenning van het vaderschap heeft de rechtbank vastgesteld dat, aangezien er geen rechtsgeldig huwelijk is, de vrouw ook niet-ontvankelijk is in haar verzoeken tot ontkenning van het vaderschap van de man over [kind 1] en [kind 2]. De rechtbank heeft de overige verzoeken van de vrouw afgewezen en de taak van de bijzondere curator beëindigd. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.