ECLI:NL:RBNNE:2021:5173

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
14 december 2021
Zaaknummer
18-286696-19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voorhanden hebben van valse identiteitsbewijzen

Op 3 december 2021 heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een vrouw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en een taakstraf van 180 uren. De vrouw was beschuldigd van het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid valse ID-bewijzen. Tijdens de zitting op 19 november 2021 werd vastgesteld dat in de woning van de verdachte 17 valse identiteitskaarten waren aangetroffen, allemaal met de foto van de verdachte maar met verschillende namen. De verdachte verklaarde dat ze alleen woonde en dat de ID-bewijzen mogelijk van haar toenmalige partner waren. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte niet geloofwaardig was, omdat ze gedurende meer dan twee jaar geen openheid van zaken had gegeven. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 24 oktober 2019 de valse ID-bewijzen voorhanden had.

De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was begaan, de persoon van de verdachte en de vordering van de officier van justitie. De officier had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar als dat niet zou worden gehonoreerd, voor een schuldigverklaring zonder straf. De rechtbank besloot uiteindelijk tot een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank wees ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf af, omdat de omstandigheden niet opportuun waren voor een tenuitvoerlegging.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Leeuwarden
parketnummer 18-286696-19
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 13-133133-19
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken van 3 december 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [straatnaam].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 november 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.M.C. van Nielen, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. E.R. Jepkema.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij, op of omstreeks 24 oktober 2019 te [plaats], gemeente Waadhoeke, één of meerdere reisdocument(en) en/of identiteitsbewijs/identiteitsbewijzen als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten:
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 1], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 2], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 3], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 4], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 5], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 6], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 7] geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 8], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 9], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 10] geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 11], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 12], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 13], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 14], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 15], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 16], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), en/of
- een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 17], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]), waarvan zij, verdachte, (telkens) wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was/waren, heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat in de woning van verdachte valse ID-bewijzen zijn aangetroffen. Verdachte woonde alleen in de woning. De officier van justitie acht het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de valse ID-bewijzen voorhanden had.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte niet wist dat de ID-bewijzen in haar woning lagen. Volgens verdachte is het mogelijk dat de ID-bewijzen van haar toenmalige partner waren met wie zij toen samenwoonde.
Oordeel van de rechtbank
Op 24 oktober 2019 zijn in de woning van verdachte 17 valse ID-bewijzen aangetroffen. Op alle IDbewijzen staat de foto van verdachte met telkens een andere naam. Verdachte heeft op de dag van de vondst bij de politie verklaard dat ze daar alleen woonde. Voor het overige heeft zij zich op haar zwijgrecht beroepen. Ook de volgende dag heeft verdachte zich tijdens de politieverhoren op haar zwijgrecht beroepen. Pas ter zitting heeft verdachte verklaard dat zij toentertijd met haar vriend zou hebben samengewoond en dat de valse ID-bewijzen mogelijk van hem waren.
Verdachte heeft meer dan twee jaar de tijd gehad om openheid van zaken te geven, maar heeft dat nagelaten. Als het al zo zou zijn dat verdachte -zoals zij ter zitting heeft verklaard- tijdens de politieverhoren uit angst voor haar toenmalige partner niet heeft durven te verklaren, dan had verdachte dat later, toen die relatie over was (zoals verdachte heeft verklaard was dat niet heel lang na 24 oktober 2019) kunnen doen. Het op een zo laat tijdstip geven van een alternatief scenario, dat bovendien niet concreet en niet nader onderbouwd is, maakt dat deze verklaring niet meer te verifiëren is. De rechtbank schuift deze verklaring dan ook terzijde en acht het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 24 oktober 2019 de valse ID-bewijzen voorhanden had.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding van 24 oktober 2021,opgenomen op pagina 23 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002019283162 van 18 december 2019, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Ik was op donderdag 24 oktober 2019 belast met de assistentie van de deurwaarder. Ik was op verzoek van deurwaarder Van der Borg aanwezig bij een ontruiming op het adres [straatnaam] in [plaats]. Omstreeks 09:14 uur werd ik door deurwaarder Van der Borg gebeld. Ik hoorde dat hij zei dat er zojuist een stapel valse ID-kaarten was aangetroffen tijdens de ontruiming. Daarop ben ik weer ter plaatse gegaan naar het eerder genoemde adres. Ter plaatste overhandigde deurwaarder Van der Borg mij 17 ID-kaarten. Ik heb daarbij de ID-kaarten in beslag genomen voor nader onderzoek. Ik zag dat de foto op alle ID-kaarten hetzelfde was en dat dit een pasfoto van betrokkene [verdachte] was.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2019,opgenomen op pagina 14 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik ontving zeventien Nederlandse identiteitskaarten die mogelijk vervalst waren.
Serie 1:
Kaartnummer [nummer]
Geboortedatum [geboortedatum]
Gebruikte namen: [naam 10], [naam 5], [naam 3], [naam 12]
, [naam 4], [naam 11], [naam 6], [naam 9]
, [naam 8], [naam 17] Serie 2:
Kaartnummer [nummer]
Geboortedatum [geboortedatum]
Gebruikte namen: [naam 13], [naam 14], [naam 16]
Opvallend: Achternaam vet gedrukt, lengte l,70m, andere burgemeester Serie 3:
Kaartnummer [nummer]
Geboortedatum [geboortedatum]
Gebruikte naam: [naam 7] Serie 4:
Kaartnummer [nummer]
Geboortedatum [geboortedatum]
Gebruikte naam: [naam 15] Serie 5:
Kaartnummer [nummer]
Geboortedatum [geboortedatum]
Gebruikte naam: [naam 2] Serie 6:
Kaartnummer [nummer]
Geboortedatum [geboortedatum]
Gebruikte naam: [naam 1]
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 28 oktober 2019, opgenomen op pagina 34 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Door mij, opperwachtmeester der Koninklijke Marechaussee, documentdeskundige, is het volgende onderzoek gedaan:
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 1]
Voornamen : [naam 1]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland
Nummer : [nummer]
Ten name van:
Naam : [naam 2]
Voornamen : [naam 2]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 3]
Voornamen : [naam 3]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 4]
Voornamen : [naam 4]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 5]
Voornamen : [naam 5]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 6]
Voornamen : [naam 6]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 7]
Voornamen : [naam 7]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 8]
Voornamen : [naam 8]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 9]
Voornamen : [naam 9]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 10]
Voornamen : [naam 10]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 11]
Voornamen : [naam 11]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 12]
Voornamen : [naam 12]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 13]
Voornamen : [naam 13]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 14]
Voornamen : [naam 14]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 15]
Voornamen : [naam 15]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland Nummer : [nummer] Ten name van:
Naam : [naam 16]
Voornamen : [naam 16]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
Document : nationale identiteitskaart
Land : Nederland
Nummer : [nummer]
Ten name van:
Naam : [naam 17]
Voornamen : [naam 17]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboortedatum : [geboortedatum]
CONCLUSIE: Naar aanleiding van vorenstaande kon dezerzijds worden vastgesteld dat deze Nederlandse identiteitskaart vals is.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 24 oktober 2019, opgenomen op pagina 151 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V:Waar woon je?
A: Ik woon in [plaats] op de [straatnaam].
V: Met wie woon je daar?
A: Ik woon daar alleen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
zij op 24 oktober 2019 te [plaats] meerdere identiteitsbewijzen als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten:
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 1], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 2], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 3], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 4], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 5], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 6], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 7] geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 8], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 9], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 10] geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 11], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 12], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 13], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 14], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 15], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 16], geboren[geboortedatum] te [geboorteplaats]) en
  • een Nederlandse identiteitskaart (documentnummer [nummer] t.n.v. [naam 17], geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]) waarvan zij, verdachte, telkens wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst waren, voorhanden heeft gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht dat afgegeven is door een dienst van vitaal of nationaal belang voorhanden hebben, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat het vals of vervalst is.
Dit feit is strafbaar, omdat geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar, omdat niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd 3 jaren en afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair, als de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, heeft de raadsvrouw gepleit voor een schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel en meer subsidiair de oplegging van een geheel voorwaardelijke straf. Verdachte heeft haar leven inmiddels op orde en ze is hoogzwanger. Ze is slachtoffer van de toeslagenaffaire, maar inmiddels schuldenvrij en werkt als zelfstandige. Een gevangenisstraf zou de positieve ontwikkeling in haar leven teniet doen. Ook is de redelijke termijn van twee jaar overschreden. Dat moet tot strafvermindering leiden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsrapport van 22 april 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid valse ID-bewijzen. Door het bezit en gebruik van dergelijke valse bewijzen wordt identiteitsfraude gefaciliteerd en daarmee het vertrouwen geschaad dat in het maatschappelijk verkeer in identiteitspapieren en reisdocumenten moet kunnen worden gesteld. De rechtbank rekent het verdachte aan dat zij geen enkele verantwoordelijkheid voor het strafbare feit neemt.
De rechtbank leidt uit het reclasseringsrapport af dat verdachte ten tijde van het plegen van het delict grote schulden had en dat zij gedwongen haar huurwoning moest verlaten. De reclassering ziet een mogelijk financieel motief voor het handelen van verdachte en schat het de kans op herhaling in als gemiddeld.
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens haar justitiële documentatie, niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk misdrijf.
De rechtbank houdt in strafverminderende zin rekening met het feit dat verdachte haar leven op orde lijkt te hebben. Ze werkt als zelfstandige en is schuldenvrij. De redelijke termijn is overschreden met 3 weken. Dit maakt dat de rechtbank geen gevangenisstraf zal opleggen.
Alles overwegend acht de rechtbank het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet meer op zijn plaats. De rechtbank acht een taakstraf voor de duur van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter van de rechtbank Amsterdam is verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
De officier van justitie heeft bij schriftelijke vordering van 2 december 2019 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
De raadsvrouw heeft eveneens tot afwijzing van de vordering geconcludeerd.
Vanwege de aan verdachte in de hoofdzaak op te leggen straf, acht de rechtbank het niet opportuun de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf te gelasten. De rechtbank zal de vordering dan ook afwijzen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 231 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

een taakstraf voor de duur van 180 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 90 dagen zal worden toegepast.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

13.13-133133-19:

Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij vonnis van de politierechter van de Rechtbank Amsterdam van 19 september 2019.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. M.J. Dijkstra en mr. M.E. Joha, rechters, bijgestaan door K. de Ruiter, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 december 2021.