Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 29 november 2021
[naam] ,
[naam] ,
maandag 29 november 2021 2021in tegenwoordigheid van de griffier.
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 29 november 2021 uitspraak gedaan over een verzoek van een vader om een omgangsregeling met zijn kind vast te stellen. De vader had verzocht om een begeleide omgangsregeling, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de begeleide omgangsregeling niet kon worden opgestart vanwege het onredelijke en bedreigende gedrag van de vader. De vader had aangegeven dat hij een andere organisatie wilde inschakelen voor de begeleiding van de omgang, omdat hij vond dat de huidige instanties niet in staat waren om met zijn gedrag om te gaan. De rechtbank wees erop dat het aan de vader was om zijn gedrag aan te passen en dat het onredelijk was om van hulpverleners te verwachten dat zij zich aanpasten aan zijn onredelijke eisen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er in het verleden al verschillende pogingen zijn gedaan om een omgangsregeling tot stand te brengen, maar dat deze pogingen zijn gestrand door de houding van de vader. Hij stelde onredelijke eisen aan de omgang, zoals de duur, locatie en de taal die gesproken moest worden. De rechtbank benadrukte dat de betrokken hulpverleningsinstanties professioneel zijn en dat het niet de bedoeling kan zijn dat zij zich aanpassen aan de bedreigende en onredelijke houding van de vader. De rechtbank concludeerde dat zolang de vader niet bereid is om zijn gedrag te veranderen en niet openstaat voor een constructieve dialoog, er geen mogelijkheid is om een omgangsregeling vast te stellen. De rechtbank heeft het verzoek van de vader dan ook afgewezen en de vrouw werd opgedragen om in overleg met de hulpverlening te bekijken hoe het online contact tussen de vader en het kind verder kan worden ingevuld.