Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De verdere procesgang
- het tussenvonnis van 1 juni 2021
- de mondelinge behandeling op 12 oktober 2021
- de akte met producties die SSH voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft ingediend
- de vermeerdering van de reconventionele vordering tijdens de mondelinge behandeling.
2.De verdere beoordeling
“Declare to have agreed to the following”, staat namelijk dat alles wat in de preambule staat, als herhaald en ingelast wordt beschouwd. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de 24-uurs calamiteitenservice en de schoonmaakfaciliteiten aan de orde gekomen. SSH heeft met betrekking tot de 24-uurs calamiteitenservice aangevoerd dat de ‘residence assistent’ 24/7 bereikbaar is, bijvoorbeeld voor het geval een bewoner ’s nachts niet over zijn of haar huissleutel beschikt en dat de buitenlandse studenten worden geholpen bij het maken van een afspraak met bijvoorbeeld een huisarts, tandarts of fysiotherapeut. [gedaagde conventie/eiser reconventie] heeft dat laatste slechts bij gebrek aan wetenschap betwist, maar deze blote betwisting is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende. In rechte moet daarom worden uitgegaan van hetgeen SSH daarover heeft aangevoerd. Of [gedaagde conventie/eiser reconventie] wel of niet van deze voorziening gebruik heeft gemaakt, is naar het oordeel van de kantonrechter niet van belang. Met betrek tot de schoonmaakfaciliteiten heeft SSH tijdens de mondelinge behandeling onbetwist aangevoerd dat niet alleen de algemene ruimtes schoon worden gehouden, maar dat ook de woonruimtes bij de komst en het vertrek van de bewoner schoon worden gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter is er dan ook sprake van een vergaande service, wat bij een ‘reguliere’ huurovereenkomst niet tot de normale gang van zaken behoort. Tot slot is in artikel 7 en 8 van de huurovereenkomst bepaald dat de verhuurder een aantal onderhoudswerkzaamheden zal verrichten die normaal gesproken onder het Besluit kleine herstellingen vallen en dus normaal gesproken voor rekening van een huurder komen. Net zoals in eerdergenoemde zaak waar het Gerechtshof over heeft geoordeeld, leveren al deze omstandigheden tezamen naar het oordeel van de kantonrechter eerder een aanwijzing in de richting van een tijdelijk pension dan van reguliere huur op.