ECLI:NL:RBNNE:2021:5101

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 december 2021
Publicatiedatum
2 december 2021
Zaaknummer
18/084666-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor phishing, oplichting, computervredebreuk en diefstal met een valse sleutel

Op 2 december 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan phishing activiteiten, waaronder oplichting, computervredebreuk en diefstal met een valse sleutel. De verdachte heeft op 10 juni 2019, in samenwerking met anderen, een persoon genaamd [benadeelde partij] misleid door zich voor te doen als een geïnteresseerde koper op Marktplaats. Door middel van een phishinglink heeft de verdachte de inloggegevens van het internetbankieren van de benadeelde partij weten te bemachtigen. Hierdoor heeft hij in totaal een bedrag van € 2.975,45 van de rekening van de benadeelde partij weten te stelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de phishinglink heeft verstuurd en vervolgens toegang heeft gekregen tot de bankrekening van de benadeelde partij. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 62 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, en daarnaast een taakstraf van 40 uren. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om het jeugdstrafrecht toe te passen, ondanks de leeftijd van de verdachte ten tijde van de feiten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Groningen
parketnummer 18/084666-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 december 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 november 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.P. Eckert, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. I. Kluiter.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 10 juni 2019 te 's-Gravenhage en/of Groningen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon genaamd [benadeelde partij] (pagina 217 t/m 220 van het dossier)heeft bewogen tot
  • het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (voor internetbankieren), althans het ter beschikkingstellen van gegevens, door
  • zich jegens voornoemde [benadeelde partij] valselijk voor te (laten) doen als een geïnteresseerdemarktplaatsgebruiker voor de door [benadeelde partij] geplaatste advertentie voor de verkoop van twee kandelaars en/of
  • daarbij gebruik te maken van de naam [naam 1] en/of
  • een (valse/phishing) tikkielink en/of betaalverzoek te sturen hetgeen doorleidde naar eenbankomgeving teneinde daar 0,01 cent te betalen, althans een (valse/phishing) betaalverzoeklink en/of
  • die [benadeelde partij] te laten inloggen op een fictieve internetbankieren-omgeving en/of
  • op deze wijze de inloggegevens voor internetbankieren af te vangen van die [benadeelde partij] enhiermee zelf in te loggen op de internetbankieren-omgeving en/of diverse af- en overschrijvingen te doen en/of nieuwe rekeningen te koppelen aan de bankaccount van die [benadeelde partij] waar geld heen werd gesluisd en/of nieuwe decices aan die rekening/dat bankaccount te koppelen;
2. hij op of omstreeks 10 juni 2019 te 's-Gravenhage en/of Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een webserver met daarop het internetbankieren(account) van [benadeelde partij] , is binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door via een phishingpagina/phishinglink/phishingwebsite de inloggegevens voor internetbankieren af te vangen van die [benadeelde partij] en hiermee in te loggen op de internetbankierenomgeving van die [benadeelde partij] ;
3. hij op of omstreeks 10 juni 2019 te 's-Gravenhage en/of Groningen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(in totaal) een geldbedrag van 2975,45 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij]
(pagina 217 tot en met pagina 220 van het dossier), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten de via een phishinglink/website afgevangen inloggegevens van die [benadeelde partij] haar internetbankieren (gekoppeld aan het rekeningnummer [rekeningnummer] ), met welke inloggegevens, vervolgens door verdachte en/of zijn medeverdachten is ingelogd op de internetbankierenomgeving van die [benadeelde partij] en/of diverse af-en overschrijvingen zijn gedaan, te weten
  • een geldbedrag van 200 euro tnv bol.com.bv en/of
  • een geldbedrag van 529,00 euro tnv bol.com.bv en/of
  • een geldbedrag van 1249,00 euro tnv bol.com.bv en/of
  • een geldbedrag van 247,45 euro tnv Moneybookers by Global collect en/of
  • een geldbedrag van 750,00 euro tnv ABN AMRO Bank NV (zie pagina 220 dossier) en/ofnieuwe rekeningen te koppelen aan het bankaccount van die [benadeelde partij] waar geld heen werd gesluisd en/of nieuwe devices aan die rekening/dat bankaccount te koppelen.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat verdachte zich omringde met verkeerde vrienden die zich bezig hielden met oplichting en phishing-activiteiten. Ze gebruikten elkaars telefoon, gaven elkaar tips en wisselden informatie uit. Uit de inhoud van het dossier kan de specifieke rol van verdachte hierbij niet worden afgeleid, maar er liggen in het dossier wel voldoende aanwijzingen voor een bewezenverklaring van het medeplegen van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgend vast.
1
Door meerdere personen (waaronder aangever [benadeelde partij] ) is aangifte gedaan van oplichting en diefstal van geld van hun bankrekening, gepleegd op diverse plaatsen in Nederland in de periode van 1 juni 2019 tot en met 12 juni 2019, waarbij de volgende werkwijze werd gehanteerd.
Aangevers werden naar aanleiding van een door hen op marktplaats.nl aangeboden goed benaderd door een zogenaamde geïnteresseerde koper (fraudeur), vaak met de vraag of het product nog te koop is. Wanneer aangevers hier positief op reageerden, vond er een korte onderhandeling plaats, waarbij er overeenstemming werd bereikt over de verkoopprijs.
Vervolgens vroeg de persoon die zich voordeed als geïnteresseerde koper en zich bediende van een valse naam aan aangever of hij/zij een verificatie link mocht doorsturen, teneinde 1 cent over te maken. Aangevers klikten vervolgens op de door de fraudeur verstuurde link en landden op een fictieve bank/betaalomgeving, een phishingsite. Door het inloggen op deze site werden door de aangevers inloggegevens voor internetbankieren achtergelaten. Hierna werd met die gegevens ingelogd op de rekeningen van aangevers en werd geld van hun rekeningen afgeschreven, waarbij in een aantal gevallen ook geld van een spaar- naar een betaalrekening werd overgemaakt. Ook ontstond hier de mogelijkheid om eigen devices, zoals een eigen telefoon, aan een bankrekening te koppelen. De fraudeur heeft in dit stadium de mogelijkheid om gelden te onttrekken aan de rekening van aangevers.
2
Aangever [benadeelde partij] , woonachtig te ‘s-Gravenhage, heeft verklaard dat op de hiervoor omschreven werkwijze op 10 juni 2019 een totaal bedrag van € 2.975,45 van haar Rabobank rekening is afgeschreven. Aangever [benadeelde partij] had twee kandelaars aangeboden via marktplaats. Zij kreeg bericht van iemand die belangstelling had. Deze persoon noemde zichzelf [naam 1] . Deze persoon gaf aan dat hij vaker was opgelicht via marktplaats en stuurde aangever [benadeelde partij] een link om ter verificatie 1 eurocent over te maken. Aangever [benadeelde partij] heeft vervolgens op 10 juni 2021 op deze link geklikt. Hierna is in totaal € 3.000,- van haar Rabobank spaarrekening overgeschreven naar haar Rabobank betaal rekening [rekeningnummer] . Er zijn drie producten gekocht bij Bol.com, te weten voor een bedrag van € 1.249,-, een bedrag van € 529,- en een bedrag van € 200,-. Daarnaast zijn er nog twee bedragen overgemaakt naar andere rekeningnummers, te weten een bedrag van € 247,45 naar Moneybookers by Global collect en een bedrag van € 750,- naar ABN AMRO Bank NV [rekeningnummer] (t.n.v. Jiano).
3
Onder verdachte is op 14 juni 2021 een telefoon in beslag genomen, een Samsung S8.
4
Uit onderzoek aan deze telefoon blijkt dat [verdachte] (verdachte) staat benoemd als de ‘owner’ (eigenaar) van deze Samsung S8. In deze telefoon zijn meerdere e-mailadressen en usernames etc. aangetroffen, waaronder [emailadres] @outlook.com en [naam 4] .
5
Daarnaast zijn in deze telefoon diverse chat-gesprekken aangetroffen gevoerd door [naam 4] , waarbij door deze persoon gesproken wordt over: “wil je snel wat verdienen”, “10k is leefgeld”, “ING fixen”, “als je dat voor me fixt hebben leuke dokoe deze week”.
Er werden meerdere afbeeldingen aangetroffen met daarop e-mailadressen en daarachter een combinatie van woorden/tekens. Dit betreffen inloggegevens voor bijvoorbeeld Marktplaats.nl.
Ook werden meerdere afbeeldingen aangetroffen waarop 'blokjes' te zien zijn met informatie zoals bank, IP, pasnummer en accountnummer. Deze ‘blokjes’ worden gegenereerd wanneer een persoon probeert in te loggen op zijn internetbankierenaccount via een phishingsite.
De informatie kan gebruikt worden om in te loggen op de internetbankierensite van het slachtoffer. Er werden meerdere afbeeldingen aangetroffen van de chatapplicatie van Marktplaats. Op de afbeeldingen zijn gesprekken te zien waarbij de gebruiker van de applicatie mensen verzoekt € 0,01 over te maken. Vastgesteld werd dat een aantal afbeeldingen door de Samsung S8 waren gemaakt. Er werd een afbeelding aangetroffen waarop het adres van een phishingsite te zien was. Betreffende adres werd op de Samsung S8 meerdere malen bezocht. Daarnaast werd een screenshot aangetroffen met een overzicht van mijning.nl waarop te zien is welke telefoons gekoppeld zijn aan de internetbankieren rekening. Dit betreft één van de manieren om het geld van een rekening te halen.
Voorts werd in voornoemde telefoon een foto van een factuur aangetroffen afkomstig van Bol.com gericht aan de heer [naam 2] , [straatnaam] te Grolloo. Het gekochte artikel betrof een Apple Macbook Air met een aanschafwaarde van € 1.249,-.
De factuur was voorzien van factuurnummer [nummer] met als factuurdatum 11 juni 2019.
Naast deze factuur werd een foto op de telefoon aangetroffen waarop aangegeven staat dat de zending af te halen was bij PostNL locatie CIGO Oosterhof te Assen en dat het oorspronkelijke adres [straatnaam] te Grolloo was.
Voorts blijkt uit de telefoon dat via Whatsapp meerdere malen contact is tussen de ‘owner’ en [naam 3] , onder andere over het ophalen van een pakket. In een WhatsApp gesprek van 11 juni 2019 vraagt ‘owner’ of [naam 3] een pakketje voor hem kan ophalen.
Om 14:56 uur stuurt ‘owner’ de foto waarop staat dat de zending af te halen is bij de Post.nl locatie CIGO Oosterhof. In het WhatsApp gesprek van 12 juni 2019 vraagt ‘owner’ wanneer [naam 3] het pakketje gaat ophalen en geeft [verdachte] aan dat hij [naam 3] hiervoor € 150,- geeft.
6Bovengenoemde “ [naam 3] ” betreft zeer waarschijnlijk [naam 2] .
7
Bij Bol.com zijn de gegevens gevorderd van de bestelling gekoppeld aan het factuurnummer [nummer]. De factuur bleek te zijn betaald vanaf het rekeningnummer van aangever [benadeelde partij] , zijnde [rekeningnummer] . Tevens blijkt dat er nog twee aankopen zijn gedaan, te weten een Samsung Galaxy S9 t.w.v. € 529,- en een cadeaukaart van € 200,-. De goederen zijn besteld op 10 juni 2019 tussen 23:53 uur en 23:57 uur. Bij de bestellingen is gebruik gemaakt van het e-mailadres [emailadres] @outlook.com.
Uit de webhistorie van de telefoon blijkt verder dat op 10 juni 2019 om 20:48 uur de website https://marktplaats-ideal-betaalverzoek.space/AvE1V02Amkr is bezocht. Dit betreft dezelfde website als de link die aangever [benadeelde partij] kreeg van de koper met het verzoek om 1 eurocent over te maken.
Daarnaast is op 10 juni 2019 tussen 22:22 uur en 22:23 uur verschillende malen gezocht via Google.com naar Moneybookers Global collect. Er is een totaalbedrag van € 247,45 overgemaakt naar Moneybookers Global collect van de rekening van aangever [benadeelde partij] .
Op 11 juni 2019 om 5:05 uur, 9:50 uur, 10:58 uur en 11:20 uur wordt ook de website post.nl verschillende malen bezocht.
8
Verdachte heeft ter terechtzitting van 18 november 2021 erkent dat de in beslaggenomen telefoon, de Samsung S8, van hem was en dat o.a. username [naam 4] en het e-mailadres [emailadres] @outlook.com door hem werden gebruikt.
Bewijsoverweging
Verdachte heeft niet ontkend dat de onder hem inbeslaggenomen telefoon, de Samsung S8, aan hem toebehoort en dat hij hem gebruikte. In deze telefoon zijn e-mailadressen (waaronder [emailadres] @outlook.com) en usernames (zoals [naam 4] ) aangetroffen, waarvan verdachte ter terechtzitting heeft toegegeven dat die van hem zijn. Daarnaast is er met deze telefoon in de ten laste gelegde periode ook meermalen gebeld met de nummers van de ouders van verdachte.
9
Het dossier bevat geen concrete aanwijzingen dat mogelijke medeverdachte(n) in de ten laste gelegde periode deze telefoon voorhanden hebben gehad of gebruik zouden hebben gemaakt van deze telefoon. De rechtbank zal verdachte daarom aanmerken als gebruiker van de telefoon.
De rechtbank acht op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich ten aanzien van aangever [benadeelde partij] schuldig heeft gemaakt aan de hem onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, te weten oplichting, computervredebreuk en diefstal met een valse sleutel.
Gelet op de bewijsmiddelen kan het immers niet anders dan dat verdachte degene is geweest die de phishing-link heeft verstuurd aan aangever [benadeelde partij] en vervolgens het bankaccount is binnengedrongen. Voorts acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest die vanaf de bankrekening van aangever [benadeelde partij] betalingen heeft gedaan.
De rechtbank acht niet bewezen dat bij deze feiten sprake was van medeplegen. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat deze feiten enkel zijn terug te leiden tot verdachte en uit het dossier niet is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking of gezamenlijke uitvoering met een ander of anderen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. hij op 10 juni 2019 te 's-Gravenhage en/of Groningen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door listige kunstgrepen een persoon genaamd [benadeelde partij] (pagina 217 t/m 220 van het dossier) heeft bewogen tot
  • het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (voor internetbankieren), door
  • zich jegens voornoemde [benadeelde partij] valselijk voor te doen als een geïnteresseerdemarktplaatsgebruiker voor de door [benadeelde partij] geplaatste advertentie voor de verkoop van twee kandelaars en
  • daarbij gebruik te maken van de naam [naam 1] en
  • een (valse/phishing) tikkielink en/of betaalverzoek te sturen hetgeen doorleidde naar eenbankomgeving teneinde daar 1 cent te betalen, en
  • die [benadeelde partij] te laten inloggen op een fictieve internetbankieren-omgeving en
  • op deze wijze de inloggegevens voor internetbankieren af te vangen van die [benadeelde partij] ;
2 hij op 10 juni 2019 te 's-Gravenhage en/of Groningen, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een webserver met daarop het internetbankieren(account) van [benadeelde partij] , is binnengedrongen met behulp van een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door via een phishingpagina/phishinglink/phishingwebsite de inloggegevens voor internetbankieren af te vangen van die [benadeelde partij] en hiermee in te loggen op de internetbankierenomgeving van die [benadeelde partij] ;
3
hij op 10 juni 2019 te 's-Gravenhage en/of Groningen, in totaal een geldbedrag van 2975,45 euro, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] (pagina 217 tot en met pagina 220 van het dossier), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten de via een phishinglink/website afgevangen inloggegevens van die [benadeelde partij] haar internetbankieren (gekoppeld aan het rekeningnummer [rekeningnummer] ), met welke inloggegevens, vervolgens door verdachte is ingelogd op de internetbankierenomgeving van die [benadeelde partij] en diverse af-en overschrijvingen zijn gedaan, te weten
  • een geldbedrag van 200 euro tnv bol.com.bv en
  • een geldbedrag van 529,00 euro tnv bol.com.bv en
  • een geldbedrag van 1249,00 euro tnv bol.com.bv en
  • een geldbedrag van 247,45 euro tnv Moneybookers by Global collect en
  • een geldbedrag van 750,00 euro tnv ABN AMRO Bank NV (zie pagina 220 dossier).
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Tekst

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

oplichting;
computervredebreuk;
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1, 2 en 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 62 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast heeft de officier van justitie een taakstraf voor de duur van 80 uren gevorderd. De officier van justitie ziet geen aanleiding voor oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Gelet op het wegingskader ASR ziet de officier van justitie ook geen aanleiding voor het toepassen van jeugdstrafrecht.
Zij heeft daartoe aangevoerd dat het huidig toezicht ook wordt uitgevoerd door volwassenreclassering en dat er aan de onderhavige strafbare feiten berekend gedrag en een pro criminele houding ten grondslag ligt, hetgeen ook terug is te zien in de blijvende ontkenning van verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor het toepassen van jeugdstrafrecht, nu verdachte voor de eerder door hem gepleegde strafbare feiten (met een pleegdatum gelegen vier dagen na onderhavige feiten) ook onder het jeugdstrafrecht is veroordeeld.
De raadsman heeft daarbij verzocht in het bijzonder rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte 18 jaar was toen hij de strafbare feiten pleegde.
Voorts heeft verdachte blijkens het reclasseringsadvies een verstandelijke beperking en mogelijk ook gedragsproblemen, hetgeen wellicht een rol speelt bij zijn proceshouding. Daar komt bij dat sprake is van een lang tijdsverloop tussen de gepleegde strafbare feiten en de terechtzitting. Verdachte is sinds deze feiten niet meer in aanraking geweest met politie en/of justitie. De raadsman heeft daarom gepleit voor het opleggen van een geheel voorwaardelijke werkstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het advies van de reclassering Verslavingszorg Noord Nederland van 7 juni 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 30 september 2021, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan phishing activiteiten, te weten oplichting, computervredebreuk en diefstal met een valse sleutel. Door het plegen van deze feiten heeft verdachte planmatig en op geraffineerde wijze schade toegebracht aan het slachtoffer. De impact van dergelijke criminaliteit is groot. Het slachtoffer, maar ook vele anderen in de samenleving, verliest het vertrouwen in instanties, in het bancaire verkeer en in het digitale geld- en handelsverkeer. Ook wordt door het inbreken op de betaalomgeving een inbreuk op de privacy van het slachtoffer gemaakt. Verdachte heeft zijn eigen financiële gewin vooropgesteld en heeft daarbij geen rekening gehouden met de gevolgen. Daar komt bij dat uit het dossier kan worden afgeleid dat verdachte zich al langere tijd actief bezig hield met phishing en mogelijk betrokken is geweest bij veel meer oplichtingen. De rechtbank rekent verdachte dit aan, temeer nu hij geen volledige openheid van zaken heeft gegeven over zijn rol.
De rechtbank heeft tevens, ten nadele van verdachte, in aanmerking genomen dat verdachte blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, te weten in mei 2019 o.a. voor het medeplegen van diefstal met valse sleutel en opzetheling en ook eerder voor vermogensdelicten.
In het voordeel van verdachte weegt mee dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van toepassing is en dat er sprake is van tijdsverloop tussen de bewezenverklaarde gedragingen en de terechtzitting.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van voornoemd rapport van reclassering Verslavingszorg Noord Nederland. In dit rapport is -onder meer- vermeld, zakelijk weergegeven:
De in het verleden opgelegde (forensische) interventies onder het jeugdstrafrecht hebben niet tot het juiste effect geleid. De houding van verdachte en de geringe ontvankelijkheid voor begeleiding hebben hierin een rol gespeeld. De reclassering constateert dat verdachte moeizaam aan zijn verplichtingen meewerkt. Hij heeft een afwachtende houding, vergeet afspraken en lijkt er weinig nut in te zien. Op 5 maart 2021 heeft verdachte een officiële waarschuwing ontvangen voor het niet nakomen van de meldplichten en het uit contact met de reclassering zijn. Ook heeft verdachte een belangrijk startmoment voor de gedragstraining COVA+ gemist zonder zich af te melden. Er wordt gesteld dat verdachte naast een verstandelijke beperking ook gedragsproblemen (ADHD/ODD) heeft.
De reclassering adviseert de rechtbank het volwassenenstrafrecht toe te passen en bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen, te weten een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan begeleid wonen of maatschappelijke opvang en deelname aan ambulante behandeling.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat het reclasseringstoezicht, opgelegd bij een eerdere veroordeling, inmiddels is teruggelegd, omdat hij zich niet zou hebben gehouden aan de aan de voorwaardelijk opgelegde straf verbonden bijzondere voorwaarden.
Anders dan de raadsman heeft verzocht, zal de rechtbank niet het jeugdstrafrecht toepassen.
Met name het planmatig uitvoeren van de strafbare feiten en de rol van verdachte daarin zijn naar het oordeel van de rechtbank contra-indicaties om het jeugdstrafrecht toe te passen.
Daarnaast blijkt uit voornoemd reclasseringsadvies dat het toepassen van het jeugdstrafrecht in het verleden geen positief effect heeft gehad en dat verdachte op dit moment moeizaam aan zijn verplichtingen meewerkt.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 62 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en daarnaast een taakstraf voor de duur van 40 uren passend en geboden. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank enkel de algemene voorwaarde verbinden.
Gelet op de stand van zaken in het huidige reclasseringstoezicht en de niet meewerkende houding van verdachte ziet de rechtbank geen aanleiding om aan de voorwaardelijke gevangenisstraf bijzondere voorwaarden te verbinden. Het voorwaardelijke strafdeel dient als waarschuwing aan verdachte, teneinde te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten.

Beslag

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verbeurdverklaring gevorderd van het op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 30 september 2021 onder nummer 1 opgenomen voorwerp, te weten een telefoon (Samsung, zwart, omschrijving: 2019152098-1150452), nu dit toestel is gebruikt bij het plegen van de strafbare feiten. De op voornoemde lijst onder de nummers 2, 3 en 4 opgenomen telefoons zijn niet nader onderzocht en het is onbekend wie de rechthebbende eigenaar is. De officier van justitie heeft daarom gevorderd deze voorwerpen te bewaren ten behoeve van de rechthebbende(n).
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 30 september 2021 onder nummer 1 opgenomen voorwerp, zoals hiervoor beschreven, vatbaar voor verbeurdverklaring nu de bewezenverklaarde feiten met behulp van dit voorwerp zijn begaan of voorbereid.
Voorts zal de rechtbank gelasten dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 30 september 2021 onder de nummers 2, 3 en 4 opgenomen telefoons ten behoeve van de rechthebbende(n) in bewaring zullen blijven.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 56, 57, 63, 138ab, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 62 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf (
een gedeelte, groot 60 dagen), niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaar, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

een taakstraf voor de duur van 40 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 20 dagen zal worden toegepast.
Verklaart verbeurdhet op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 30 september 2021 onder nummer 1 opgenomen voorwerp, te weten een telefoon (Samsung, zwart, omschrijving: 20191520981150452).
Gelast de bewaringvan de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 30 september 2021 onder de nummers 2, 3 en 4 opgenomen voorwerpen, te weten een drietal telefoons, ten behoeve van de rechthebbende(n).
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. S. Zwarts, rechters, bijgestaan door mr. H. Wachtmeester-Koning, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 december 2021.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina’s bevinden zich, tenzij anders is vermeld, in het doorgenummerde proces-verbaal met Proces-verbaalnummer: 2019164769, gesloten op 16 mei 2020.
Zie de beschrijving van deze vorm van fraude in de aangifte ING Bank d.d. 8 oktober 2019, pagina 251 e.v.
Aangifte [benadeelde partij] met bijlagen d.d. 15 juni 2019, pagina 217 e.v.
KVI d.d. 14 juni 2019, pagina 728.
PV van bevindingen met bijlagen d.d. 7 april 2020, pagina 381 e.v.
PV van bevindingen d.d. 22 maart, inclusief bijlagen, pagina 405 e.v.
PV bevindingen d.d. 27 juni 2019, pagina 656 e.v.
PV bevindingen d.d. 22 maart 2020, pagina 405 e.v.
PV van bevindingen d.d. 21 maart 2020, pagina 518 e.v.