Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De motivering
3.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man en een vrouw over de huwelijkse voorwaarden en de betaling van aanslagen inkomstenbelasting. De vrouw verzocht de rechtbank om de huwelijkse voorwaarden, die op 26 juli 2014 waren opgesteld, te vernietigen op grond van dwaling. Zij stelde dat zij niet goed was voorgelicht door de notaris en dat de man haar niet had geïnformeerd over de gevolgen van de koude uitsluiting in de huwelijkse voorwaarden. De man betwistte deze claims en stelde dat de vrouw op de hoogte was van de inhoud van de huwelijkse voorwaarden en dat zij bewust had gekozen voor de koude uitsluiting.
De rechtbank overwoog dat voor een geslaagd beroep op dwaling moest vaststaan dat de vrouw bij een juiste voorstelling van zaken de huwelijkse voorwaarden niet had getekend. De rechtbank concludeerde dat de vrouw onvoldoende had aangetoond dat zij een onjuiste voorstelling van zaken had en dat zij zich bewust was van de gevolgen van de huwelijkse voorwaarden. De rechtbank wees het verzoek van de vrouw af.
Daarnaast verzocht de vrouw de man te verplichten om aanslagen inkomstenbelasting voor 2018 en 2019 te betalen, omdat zij stelde dat deze aanslagen hun oorsprong vonden in de huwelijkse periode. De man betwistte deze claim en stelde dat er geen verplichting was om de aanslagen van de vrouw te betalen op grond van de huwelijkse voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat de vrouw onvoldoende had onderbouwd dat zij niet in staat was om de aanslagen te voldoen en wees ook dit verzoek af. De rechtbank compenseerde de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen.