1
zij op of omstreeks 29 september 2020, te of bij Noordwolde, (in elk geval) in de gemeente Weststellingwerf, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Nieuweweg (de N353), zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, niet voortdurend de aandacht aan de weg en/of aan het verkeer besteed en/of haar motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad en/of niet voortdurend de handelingen verricht die van haar werden vereist, immers is zij, verdachte, in plaats van op normale en veilige wijze de rechterzijde van die door haar bereden weg te (blijven) volgen, geheel of gedeeltelijk terecht gekomen op - gezien verdachtes rijrichting - linker zijde van die weg, op een moment dat een haar over die weg tegemoetkomende personenauto haar, verdachte, dicht was genaderd, tengevolge waardoor een botsing of aanrijding is ontstaan tussen het door haar, verdachte, bestuurde motorrijtuig en die haar tegemoetkomende personenauto
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 1]) zwaar lichamelijk letsel, te weten drie breuken in het heiligbeen, een breuk in de linker bekkenkom, twee breuken in het rechter been en twee breuken in de linker tenen), of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl zij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van genoemde wet;