Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[veroordeelde],
Procesverloop
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Bewijsmiddelen
Beoordeling
18 januari 2019: € 1.000,00 [3] 30 januari 2019: € 1.000,00 [4] 15 februari 2019: € 880,00
22 februari 2019: € 1.000,00 [5] 6 maart 2019: € 800,00 [6] 12 april 2019: € 920,00
18 april 2019: € 1.000,00 [7] 10 mei 2019: € 200,00 [8] 7 juni 2019: € 980,00 [9] 3 juli 2019: € 1.000,00
16 juli 2019: € 400,00
30 juli 2019: € 1.000,00 [10] 4 september 2019: € 2.035,00 [11] 4 oktober 2019: € 700,00
15 oktober 2019: € 450,00
18 oktober 2019: € 300,00 [12] 31 oktober 2019: € 300,00
6 november 2019: € 300,00
14 november 2019: € 350,00 [13] 3 december 2019: € 1.990,00
12 december 2019: € 300,00 [14] 10 januari 2020: € 700,00 [15] 6 februari 2020: € 960,00 [16]
Toepassing van de wetsartikelen
Beslissing
De rechtbank
[veroordeelde]voornoemd de verplichting op tot betaling van een geldbedrag van € 19.165,00 (zegge: negentienduizend honderdvijfenzestig euro) aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.