Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 24 november 2021 in de zaak tussen
Gasunie Transport Services B.V., te Groningen, eiseres
de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Kamerstukken II2015/16, 34348, nr. 6). Er zit (deels) een omslagstelseleffect in de tarifering. Het totaal van de werkelijke kosten is de basis voor het geheel aan vergoedingen die alle netbeheerders moeten betalen. Er is niet op kostenniveau onderscheid gemaakt tussen de netbeheerders. Verweerder acht dat niet (kennelijk) onredelijk. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de Mbr zorgvuldig tot stand is gekomen. In de toelichting bij de Mbr is aangegeven dat de raming van de kosten voor het toezicht op gasnetten is gebaseerd op de ervaring die SodM met dit toezicht de afgelopen jaren heeft opgedaan en de kosten die daarvoor zijn gemaakt. Dit op basis van het capaciteitsplan van SodM, waarin de kosten die SodM maakt ten aanzien van het toezicht op de netbeheerders is berekend op € 890.000,-. Dit zijn slechts personeelskosten; hierin zijn geen kosten opgenomen voor onderzoek naar incidenten, huisvesting en dergelijke. Verweerder acht de in rekening gebrachte kosten daarom aan de conservatieve kant. SodM maakt de nodige kosten gelet op het gastransportnet van eiseres door heel Nederland en de bijzondere verantwoordelijkheid voor de veiligheid daarvan. De berekening van de kosten in de Mbr is in lijn met de wenken uit het rapport, aldus verweerder.
Kamerstukken II2014-2015, 34041, nr. 3, blz. 15) het volgende – voor zover hier van belang – is opgenomen over retributie: