ECLI:NL:RBNNE:2021:5065

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 november 2021
Publicatiedatum
29 november 2021
Zaaknummer
18-148624-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van telen van hennep met onvoldoende bewijs

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, geboren in 1977 te [geboorteplaats], heeft de rechtbank Noord-Nederland op 23 november 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk telen van hennep in de periode van 4 december 2019 tot en met 15 januari 2020 te Triemen, in de gemeente Noardeast-Fryslân. De tenlastelegging omvatte het telen, bereiden, bewerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een grote hoeveelheid hennepplanten, in dit geval 597 hennepplanten, wat valt onder de Opiumwet.

Tijdens de zitting op 9 november 2021 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocate, mr. G.W. van der Zee. De officier van justitie vorderde vrijspraak, stellende dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verdediging steunde deze vordering en voerde aan dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte] niet voldoende waren om de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij te onderbouwen.

De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verklaringen van [medeverdachte] en de sms-berichten naar de verdachte gaven onvoldoende aanwijzingen voor zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerij. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte nauw en bewust had samengewerkt met [medeverdachte]. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18-148624-21
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 november 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 9 november 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.W. van der Zee, advocate te Groningen.
Het openbaar ministerie is ter zitting vertegenwoordigd door mr. D. Homans – De Boer.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, in of omstreeks de periode van 4 december 2019 tot en met 15 januari 2020, te Triemen, in de gemeente Noardeast-Fryslân, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 597 hennepplanten, althans hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft eveneens betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsvrouw aangevoerd dat uit de verklaring van [medeverdachte] niet kan worden afgeleid welke Armeense man hem heeft geholpen bij de inrichting van de hennepkwekerij. Daarnaast is onduidelijk waar deze hulp uit zou hebben bestaan.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Uit het dossier zou kunnen worden afgeleid dat [medeverdachte] verantwoordelijk was voor de hennepkwekerij op het adres [straatnaam]. Bij de politie heeft [medeverdachte] verklaard dat hij, samen met een Armeense man genaamd [naam], de hennepkwekerij heeft opgebouwd en ingericht. Deze man zou echter inmiddels weer terug zijn gegaan naar zijn eigen land en niet meer in Nederland verblijven. De politie heeft vervolgens nader onderzoek verricht naar de man die [medeverdachte] zou hebben geholpen. Op de telefoon van [medeverdachte] zijn door de politie berichten gevonden die zijn verstuurd naar verdachte. [medeverdachte] heeft op 6 januari 2020 aan verdachte gevraagd of hij een hele zaterdag bij hem kan komen werken. Verdachte heeft geantwoord dat hij niet kan komen werken. Uit dit bericht kan niet worden afgeleid welke werkzaamheden verdachte op die dag zou hebben kunnen verrichten bij [medeverdachte].
Verdachte heeft bij de politie en ter zitting ontkend dat hij betrokken is geweest bij de hennepkwekerij. Verdachte zou [medeverdachte] een paar keer hebben geholpen met werkzaamheden rond het huis en bij de verzorging van de dieren. Aanwijzingen voor de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde feit zijn beperkt tot de verklaring van [medeverdachte] en de eerder genoemde sms-berichten. Verder volgen uit het dossier geen aanwijzingen dat verdachte bij de hennepkwekerij betrokken is geweest; evenmin valt uit het dossier af te leiden waaruit zijn hulp zou hebben bestaan. Op basis van het dossier kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat verdachte de Armeense man is geweest die [medeverdachte] heeft geholpen bij de hennepkwekerij.
Gelet op het bovenstaande kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte met betrekking tot de hennepkwekerij nauw en bewust heeft samengewerkt met [medeverdachte]. Verdachte zal daarom van het ten laste gelegde feit worden vrijgesproken.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. Post voorzitter, mr. G.W.G. Wijnands en mr. B.F. Hammerle, rechters, bijgestaan door mr. S.D. Rodenboog, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 november 2021.