Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Motivering
3.Bespreking van de standpunten van partijen en de RvdK en beoordeling daarvan
17 juni 2021. De man verwijt de vrouw nogal wat. Hij verwijt haar dat zij vlucht voor de brokken van haar eigen gedrag, dat zij [minderjarige] voor de tweede keer wil ontwortelen, dat zij destructief gedrag naar [minderjarige] vertoont, dat zij zorgt voor parentificatie en dat zij in een angstpsychose zit. Volgens de man is het gedrag van de vrouw te duiden als kindermishandeling. Voor het overige schrijft de man over indoctrinatie door het onderwijs en de overheid en stemmingmakerij door hulpverlenende instanties. Uit deze emailberichten blijkt in ieder geval dat de vrouw heeft geprobeerd met de man te overleggen en begrip heeft gevraagd voor [minderjarige] beleving van de situatie en dat de man in reactie hierop niet bepaald constructief is te noemen. De opstelling van de man is naar het oordeel van de rechtbank in geen enkel opzicht te zien als een manier om in overleg te komen; sterker nog: het sluit de deur voor contact tussen ouders met gezamenlijk gezag en het gaat voorbij aan wat de situatie van het afgelopen jaar met [minderjarige] heeft gedaan en aan wat [minderjarige] nodig heeft. Hij wijst veel schuldigen aan van 'het leed, de mishandeling en het misvormen' van [minderjarige] , maar benoemt zijn eigen aandeel daarin niet. Dit vormt een belemmering voor constructieve en gelijkwaardige communicatie. De rechtbank overweegt dat het positief is dat de man ter zitting heeft aangegeven wel open te staan voor systeemtherapie, en dat de vrouw hiertoe ook bereid is. Naar het oordeel van de rechtbank kan [minderjarige] daar nu niet op wachten. Hij moet weten waar hij naar school gaat en waar hij gaat wonen.
4.Beslissing
Arnhem-Leeuwarden.