Medische informatie betreffende
Achternaam : [slachtoffer]
Voornamen : [slachtoffer]
Geboren : [geboortedatum] 1989
Er is sprake van zwelling aan het gelaat links en aan de bovenlip. Er zitten scheuren in het tandvlees en twee tanden zitten los. Er is sprake van uitgebreide aangezichtsfracturen welke chirurgisch zijn verholpen. De geschatte duur van genezing is zes tot acht weken.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat van het “in vereniging” plegen van geweld sprake is, indien de verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die “in vereniging” geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
Uit het procesdossier volgt dat er op 12 november 2017 een ruzie heeft plaatsgevonden op het Gedempte Zuiderdiep te Groningen tussen verdachte, medeverdachte [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] aan de ene kant en aangever en [getuige 1] aan de andere kant. Ter hoogte van de coffeeshop De Vliegende Hollander ontstaat er wat onenigheid tussen beide partijen over het (niet) geven van een “boks”. Nadat het gevecht is begonnen, verplaatst het zich op een gegeven moment naar de andere kant van de straat. Daar wordt aangever op een gegeven moment tegen het lichaam en in het gezicht geschopt, waarna de groep van verdachte ervandoor gaat. Aangever blijft buiten bewustzijn op de grond liggen en wordt uiteindelijk met aanzienlijk letsel aan zijn gezicht door de ambulance naar het ziekenhuis gebracht.
De rechtbank stelt voorop dat er veel onduidelijk is gebleven over de vechtpartij. Zo is het niet duidelijk welke partij is begonnen. Alle betrokkenen verklaren hierover iets anders en er zijn voor dit deel van het gevecht geen onafhankelijke getuigenverklaringen of ander objectief bewijs. Voor het tweede deel van het gevecht aan de overkant van de straat is er wel een aantal onafhankelijke getuigenverklaringen. Hoewel deze verklaringen niet geheel overeenkomen, is de kern van deze verklaringen wel eensluidend. Meerdere getuigen verklaren dat aangever tegen zijn hoofd is geschopt en dat dit met veel kracht gebeurde. Dit blijkt overigens ook uit het bij aangever geconstateerde letsel. Daarnaast verklaren getuigen [getuige 4] en [getuige 2] dat er door twee van de drie verdachten geweldshandelingen zijn gepleegd. Dat er door de derde verdachte ook geweld is gebruikt, blijkt niet uit het bewijs. De rechtbank stelt vast dat deze derde verdachte [medeverdachte 2] betreft. Hij heeft verklaard dat hij is weggelopen van de ruzie nadat deze ontstond. Hij is onderuit gehaald en in de houdgreep gehouden. Uiteindelijk is hij losgekomen en ervandoor gegaan. Deze verklaring wordt niet weersproken door de overige verklaringen in het dossier en wordt bevestigd door de verklaring van verdachte.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de andere twee personen in de groep van verdachte, namelijk verdachte en [medeverdachte 1] , degenen zijn die door de getuigen worden geduid als de geweldplegers.
Anders dan de officier van justitie heeft bepleit, is de rechtbank van oordeel dat niet met zekerheid vastgesteld kan worden wie van de twee de schop tegen het hoofd van aangever heeft gegeven.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij denkt dat [medeverdachte 1] dat heeft gedaan. Getuigen [getuige 1] en [getuige 3] verklaren daarentegen over een buitenlandse jongen met een breed postuur en kort, donker haar. Deze omschrijving zou kunnen passen bij verdachte. De rechtbank acht het echter niet uitgesloten dat verdachte en [medeverdachte 1] door de getuigen door elkaar zijn gehaald. Gelet op de foto’s van verdachte en [medeverdachte 1] in het procesdossier zijn er veel gelijkenissen. Het zijn beiden forse, brede jongens met kort, donker haar en een baard. Daarnaast heeft de ruzie ‘s nachts plaatsgevonden en waren beide getuigen onder invloed van alcohol. Tot slot zijn de getuigen pas na drie maanden gehoord.
Het WhatsApp-bericht “iemand hoofd geschopt” welke door verdachte naar zijn toenmalige vriendin is verstuurd, lijkt te suggereren dat hij degene is geweest die tegen het hoofd van aangever heeft geschopt, maar kan ook worden geïnterpreteerd in lijn met zijn eigen verklaring, dat hij gezien heeft dat dit (al dan niet door [medeverdachte 1] ) is gebeurd.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank in het midden laten wie aangever tegen het hoofd heeft geschopt. Dit is voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde ook niet noodzakelijk om vast te stellen, aangezien zowel verdachte als [medeverdachte 1] naar het oordeel van de rechtbank ieder een voldoende significante en wezenlijke bijdrage aan het geweld hebben gehad.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde.