Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Benadeelde partijen
1.
[benadeelde partij 1], tot een bedrag van € 16.387,79 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 3], tot een bedrag van € 84.431,13 ter vergoeding van materiële schade, inclusief rente, en € 1.529,80 ter vergoeding proceskosten, inclusief rente;
3.
[benadeelde partij 5], tot een bedrag van € 149.178,00 ter vergoeding van materiële schade, inclusief rente;
[benadeelde partij 7], tot een bedrag van € 21.039,93 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 9], tot een bedrag van € 11.326,52 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 11], tot een bedrag van € 114.557,46 ter zake van materiële schade, inclusief rente, en € 12.924,59 ter vergoeding van proceskosten, inclusief rente;
[benadeelde partij 13], tot een bedrag van € 14.688,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 15], tot een bedrag van € 72.990,39 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, en
Curator S.H. Broeseliske namens de gezamenlijke crediteuren in het faillissement van [bedrijf 1], tot een bedrag van € 267.678,32 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, en € 6.000,00 ter vergoeding van proceskosten.
Uitspraak
De rechtbank
- [benadeelde partij 1] ;
- [benadeelde partij 3] ;
- [benadeelde partij 5] ;
- [benadeelde partij 7] ;
- [benadeelde partij 9] ;
- [benadeelde partij 11] ;
- [benadeelde partij 13] en
- [benadeelde partij 15]