Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beslissing
5.Beslissing
dinsdag 9 november 2021in tegenwoordigheid van de griffier.
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
Op 9 november 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak betreffende een minderjarige. De kinderrechter heeft de verzoeken van de minderjarige, die op 17 juni 2021 een brief naar de rechtbank heeft gestuurd, beoordeeld. De minderjarige heeft verzocht om de ondertoezichtstelling op te heffen, de omgangsregeling met haar vader stop te zetten en haar moeder met het eenhoofdig gezag te belasten. Tijdens een gesprek met de kinderrechter heeft de minderjarige aangegeven dat ze niet meer naar de omgang met haar vader wil gaan en dat ze het moeilijk vindt om hem te zien. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de brief niet door de minderjarige zelf is geschreven, maar door een volwassene, en dat de minderjarige niet goed op de hoogte was van de juridische termen die in haar verzoeken werden gebruikt.
De kinderrechter heeft besloten dat de omgangsregeling met de vader tijdelijk wordt stopgezet voor een periode van zes maanden, waarin hulp voor de minderjarige moet worden ingeschakeld. De gezinsvoogd zal in overleg met de ouders bepalen hoe het contact tussen de minderjarige en haar vader kan worden hersteld. De kinderrechter benadrukt het belang van contact met beide ouders voor de ontwikkeling van de minderjarige, maar erkent ook de noodzaak van ondersteuning voor de minderjarige in deze situatie. De beschikking wijzigt de eerdere omgangsregeling en legt de regie over de uitvoering van de omgang bij de gecertificeerde instelling (GI).
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de verzoeken die verder zijn gedaan, zijn afgewezen. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.