ECLI:NL:RBNNE:2021:4736
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking in reeds geëindigde procedure met niet-ontvankelijkheid van verzoekster
Op 26 januari 2021 heeft de rechtbank een brief ontvangen van verzoekster, waarin zij de leden van de wrakingskamer die eerder een wrakingsverzoek van haar hebben behandeld, wraakt. De wrakingskamer, bestaande uit Th.A. Wiersma, P.J. Duinkerken en L.T. de Jonge, heeft besloten dat er op het wrakingsverzoek zonder mondelinge behandeling een beslissing kan worden genomen. De uitspraak is op 29 januari 2021 gedaan.
De wrakingskamer oordeelt dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot wraking, omdat zij dit verzoek indient nadat er al een eindbeslissing is genomen. Dit is het derde opvolgende wrakingsverzoek van verzoekster in de hoofdzaak. De wrakingskamer concludeert dat verzoekster misbruik maakt van haar bevoegdheid tot wraking en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in de hoofdzaak niet in behandeling wordt genomen.
De beslissing van de wrakingskamer houdt in dat verzoekster in haar verzoek tot wraking niet-ontvankelijk wordt verklaard en dat een volgend wrakingsverzoek niet in behandeling zal worden genomen. De griffier van de wrakingskamer is opgedragen deze beslissing toe te zenden aan verzoekster en aan de leden van de wrakingskamer.