ECLI:NL:RBNNE:2021:4736

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 januari 2021
Publicatiedatum
5 november 2021
Zaaknummer
C/18/203776 PR RK 21-30
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking in reeds geëindigde procedure met niet-ontvankelijkheid van verzoekster

Op 26 januari 2021 heeft de rechtbank een brief ontvangen van verzoekster, waarin zij de leden van de wrakingskamer die eerder een wrakingsverzoek van haar hebben behandeld, wraakt. De wrakingskamer, bestaande uit Th.A. Wiersma, P.J. Duinkerken en L.T. de Jonge, heeft besloten dat er op het wrakingsverzoek zonder mondelinge behandeling een beslissing kan worden genomen. De uitspraak is op 29 januari 2021 gedaan.

De wrakingskamer oordeelt dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot wraking, omdat zij dit verzoek indient nadat er al een eindbeslissing is genomen. Dit is het derde opvolgende wrakingsverzoek van verzoekster in de hoofdzaak. De wrakingskamer concludeert dat verzoekster misbruik maakt van haar bevoegdheid tot wraking en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in de hoofdzaak niet in behandeling wordt genomen.

De beslissing van de wrakingskamer houdt in dat verzoekster in haar verzoek tot wraking niet-ontvankelijk wordt verklaard en dat een volgend wrakingsverzoek niet in behandeling zal worden genomen. De griffier van de wrakingskamer is opgedragen deze beslissing toe te zenden aan verzoekster en aan de leden van de wrakingskamer.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
zaaknummer: C/18/203776 PR RK 21-30

Uitspraak van de wrakingskamer van 29 januari 2021 in de zaak van

[naam],

die woont in [woonplaats],
en die hierna “verzoekster” wordt genoemd,

Het procesverloop

Op 26 januari 2021 heeft de rechtbank een brief van verzoekster ontvangen. In die brief wraakt zij de leden van de wrakingskamer die een eerder wrakingsverzoek van haar hebben behandeld. Die wrakingskamer is samengesteld uit mrs. Th.A. Wiersma, P.J. Duinkerken en L.T. de Jonge.
De wrakingskamer die deze beslissing geeft, heeft besloten dat op het wrakingsverzoek zonder voorafgaande mondelinge behandeling een beslissing kan worden genomen.
Ten slotte is bepaald dat vandaag deze uitspraak wordt gegeven.

De beoordeling

Verzoekster wraakt de leden van de wrakingskamer, nadat die wrakingskamer al een eindbeslissing heeft genomen. Dit brengt met zich dat zij in haar verzoek tot wraking niet kan worden ontvangen.
Dit wrakingsverzoek is het derde opvolgende wrakingsverzoek dat verzoekster in de hoofdzaak heeft ingediend. De wrakingskamer vindt dat verzoekster misbruik maakt van haar bevoegdheid tot wraking en zal daarom op grond van artikel 39, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepalen dat een volgend wrakingsverzoek in de hoofdzaak niet in behandeling wordt genomen.

De beslissing

De wrakingskamer:
- verklaart verzoekster in haar verzoek tot wraking niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat een volgende wrakingsverzoek van verzoekster in de hoofdzaak niet in behandeling wordt genomen;
- draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing toe te zenden aan verzoekster en aan mrs. Th.A. Wiersma, P.J. Duinkerken en L.T. de Jonge.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.R. Tromp, voorzitter, mr. S. Dijkstra en F. Brekelmans, bijgestaan door mr. E.A. Ruiter, griffier, en door de voorzitter ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2021.