Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte ontkent dat hij een ontuchtig oogmerk heeft gehad en er zijn geen seksuele stoornissen bij verdachte vastgesteld. Daarom is geen sprake van een ontuchtig oogmerk.
Evenmin is sprake van seksuele handelingen. Verdachte ontkent dat hij zijn geslachtdeel in zijn hand zou hebben genomen en daar seksuele bewegingen mee zou hebben gemaakt. Het enkel laten tonen van het geslachtsdeel en het tonen van een sekspeeltje kunnen niet worden aangemerkt als seksuele handelingen.
Oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 19 oktober 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb contact gezocht met die meisjes. Ik ben ook langs die meisjes gereden met mijn gulp open, waardoor mijn geslachtsdeel zichtbaar was. Op 28 oktober 2020 ben ik langs twee meisjes gereden en heb ik hoi gezegd. Daarna heb ik met een van die meisjes een gesprek gehad, omdat zij en een ander meisje een jonge pup bij zich hadden. Toen heb ik stilgestaan en had ik mijn broek open. Ik zag dat de meisjes toen schrokken. Op 7 november 2021 heb ik een meisje aangesproken. Ik heb daar heen en weer gereden op die plek.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 15 december 2020, opgenomen op pagina 24 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2020298890 d.d. 21 januari 2021, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1]:
[slachtoffer 1], geboortedatum [geboortedatum] 2010. [slachtoffer 2] en ik hadden gespeeld en toen ging ik haar naar huis brengen tot het eind van het fietspad. Toen waren we daar even 'doei’ aan het zeggen en zei [slachtoffer 2] dat ze een man zag langsgaan en daarvan de piemel zag. Toen gingen we terug naar huis en toen kwam ik hem later ook weer tegen op het fietspad. Toen had ik het ook gezien. Toen weer ongeveer een week later was ik samen met [slachtoffer 4] de hond van [slachtoffer 4], uit aan het laten. Toen gingen we op het schelpenpaadje lopen samen. Toen kwamen we ‘m weer tegen en toen zagen we weer z’n piemel en die man heeft toen de hond geaaid. Hij had niet z’n broek helemaal naar beneden, maar hij had gewoon z’n gulp open, en ook z’n knoopje, en dan de piemel d’r uit.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 14 december 2020, opgenomen op pagina 60 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2]:
[slachtoffer 2], geboortedatum [geboortedatum] 2010. Ik was met [slachtoffer 1], die was mij thuis aan het brengen. Die zou mij tot het eind van het fietspad brengen. Toen waren we d'r bijna, toen kwam er een man met een scooter langs ons en die had z’n piemel uit z’n broek. En die ging best wel lang naast [slachtoffer 1] met de motor. Toen gingen we naar het eind van het fietspad en gingen we afscheid nemen. En toen fietste ik weer naar huis en toen kwam die man weer uit een steegje, die ging weer het fietspad op, achter [slachtoffer 1] aan. Ik keek eerst hoe die d’r een beetje uit zag, en toen bekeek ik de scooter even en toen zag ik dat die met z’n handen helemaal naar beneden zat, dus toen keek ik waar die was met z’n handen en toen zag ik dat die aan z’n piemel zat. Hij had ‘m zo vast en toen ging die ‘m zo heen en weer doen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 16 december 2020, opgenomen op pagina 91 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3]:
[slachtoffer 3], geboortedatum [geboortedatum] 2011. We gingen naar de Drachtster Boys en daar voor het laatste bruggetje stond die man. Die meneer reed voorbij, maar hij reed de hele tijd heen en weer. Toen kwam hij uiteindelijk naast mij staan en ging-ie de hele tijd aan z’n lul zitten friemelen, want zijn broek was opengescheurd en z’n piemel stak gewoon naar buiten.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 5 januari 2021, opgenomen op pagina 140 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4]:
[slachtoffer 4], geboortedatum [geboortedatum] 2009 te Smallingerland. Laatst was ik met [slachtoffer 1], met [hond] uit. Bij de Drachtstervaart en bij het schelpenpad. Ik had de hond vast. Hij heeft hem wel geaaid. Dan heeft hij de piemel uit z’n broek. En dan gaat de heel langzaam langs ons.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 november 2020, opgenomen op pagina 211 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Weetje hoe oud deze kinderen zijn?
A: Een jaar of 15.
Bewijsoverweging
Verdachte ontkent dat hij ontuchtig oogmerk heeft gehad en seksuele handelingen heeft verricht. Hij erkent wel dat hij in de ten laste gelegde periode in Drachten de slachtoffers heeft opgezocht en contact met hen heeft gezocht terwijl zijn geslachtsdeel ontbloot was.
De rechtbank komt op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen tot een bewezenverklaring en overweegt daartoe als volgt. Van een strafbare gedraging als bedoeld in artikel 248d Wetboek van Strafrecht is sprake wanneer een minderjarige beneden de leeftijd van zestien jaar, met ontuchtig oogmerk, ertoe wordt bewogen daadwerkelijk door de dader uitgevoerde seksuele handelingen te aanschouwen. De slachtoffers hebben verklaard dat verdachte met hen contact heeft gezocht terwijl zijn geslachtsdeel ontbloot was. Verdachte is langzaam met zijn scooter langs de slachtoffers gereden en heeft de slachtoffers aangesproken. Daarnaast heeft [slachtoffer 2] verklaard dat verdachte met zijn hand aan zijn piemel zat en heen en weer bewoog en heeft [slachtoffer 3] verklaard dat verdachte aan zijn piemel zat te friemelen. Naar het oordeel van de rechtbank is de verklaring van verdachte over het ontbreken van seksuele handelingen en zijn oogmerk niet geloofwaardig. Verdachte heeft de slachtoffers uitdrukkelijk opgezocht. Uit de verklaringen van de slachtoffers volgt dat verdachte niet enkel zijn geslachtsdeel en een seksspeeltje heeft getoond, maar ook seksuele handelingen heeft gepleegd ten overstaan van minderjarigen beneden de zestien jaar. Gelet op het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien kan het niet anders dan dat verdachte een seksuele intentie, en daarmee een ontuchtig oogmerk, heeft gehad. De rechtbank verwerpt dan ook dit verweer van de verdediging en verklaart bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het seksueel corrumperen van minderjarige meisjes die de leeftijd van zestien jaar nog niet hadden bereikt.