ECLI:NL:RBNNE:2021:4666
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeende diefstal en geweldpleging
In de zaak met parketnummer 18/209617-21 heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 oktober 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1987. De verdachte was beschuldigd van diefstal en geweldpleging in vereniging, gepleegd op of omstreeks 30 mei 2021. De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van een rijbewijs van de aangever, vergezeld van geweld en bedreiging. Tijdens de zitting op 7 oktober 2021 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd, stellende dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte en zijn medeverdachten met het voornemen naar de woning van de aangever waren gegaan om te stelen. De verdediging heeft zich bij deze eis aangesloten en gepleit voor integrale vrijspraak.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de verdachte samen met zijn medeverdachten de woning van de aangever was binnengekomen, er geen bewijs was dat zij dit deden met de intentie om te stelen of dat de verdachte een rol had gespeeld in het geweld tegen de aangever. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet was gebleken dat hij enige betrokkenheid had bij de gepleegde misdrijven. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.