ECLI:NL:RBNNE:2021:4617

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 oktober 2021
Publicatiedatum
29 oktober 2021
Zaaknummer
18/036174-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en bezit van kinderpornografisch materiaal door verdachte met online identiteit

Op 29 oktober 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel en het bezit van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, en heeft een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd. De verdachte, die zich online voordeed als een jonge vrouw, heeft een 15-jarig meisje geworven voor prostitutie en heeft haar aangemoedigd om seksuele handelingen te verrichten tegen betaling. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte de minderjarige heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting, en dat hij meermalen kinderpornografisch materiaal in bezit had en verspreidde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een kwetsbare positie van het slachtoffer heeft misbruikt en dat zijn handelen ernstige gevolgen heeft gehad voor de psychische gezondheid van het slachtoffer. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen tot een bedrag van € 5.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de inbeslaggenomen goederen, waaronder mobiele telefoons en een laptop, verbeurd verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/036174-21
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 29 oktober 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 oktober 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P. Logemann, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. M.S. Kappeyne van de Coppello.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 3 augustus 2020 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk en/of [plaats] en/of Drachten en/of elders in Nederland en/of aan boord van een schip op zee in de nationale of internationale wateren,
A) een ander, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2004),
heeft geworven, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 2°)
en/of
-een ander, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2004) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (sub 5°)
en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die ander, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2004) , met en/of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt (sub 8°)
hebbende verdachte,
-aan die [slachtoffer] (via chatberichten) gevraagd of ze wel eens een trio heeft gedaan en/of ze dat wil en/of
-tegen die [slachtoffer] gezegd, waarbij verdachte zich in chatberichten voordoet als een zekere [naam 1] , student aan de opleiding [naam opleiding] ,
dat een klant van haar wel een trio wil en/of dat zij, [naam 1] , zich voor seks laat betalen en/of
-meermalen, althans eenmaal, een seksadvertentie voor die [slachtoffer] gemaakt en/of een tekstvoorstel voor een seksadvertentie gemaakt en/of prijzen bepaald die [slachtoffer] voor haar seksuele diensten zou kunnen vragen en/of een prijslijst naar die [slachtoffer] gestuurd en/of een seksueel getinte foto door die [slachtoffer] laten maken en/of instructies gegeven hoe ze een foto zou moeten maken die bij de seksadvertentie kon worden geplaatst en/of een seksadvertentie online gezet of laten zetten op Sexjobs en/of Speurders.nl en/of
-die [slachtoffer] in haar kledingkeuze geadviseerd en/of lingerie van die [slachtoffer] aan zich laten tonen en/of
-instructies aan die [slachtoffer] gegeven als, geen klanten thuis ontvangen en vooraf laten betalen en/of (waarna) die [slachtoffer] meermalen afspraken met mannen heeft gemaakt en seks heeft gehad en/of zich hiervoor heeft laten betalen en/of
-telkens aan die [slachtoffer] gevraagd of ze al weer een afspraak heeft gemaakt en/of wat voor seksuele handelingen ze heeft uitgevoerd en/of met hoeveel mannen ze nu seks heeft gehad en/of hoe de afspraken waren verlopen en/of
-telkens aan die [slachtoffer] gevraagd een filmpje te maken terwijl ze seks heeft met een man dat verdachte vervolgens naar zijn zogenaamde klant zou sturen en/of
-meermalen naaktfoto's en/of seksueel getinte filmpjes van die [slachtoffer] en/of foto's van lingerie naar zich laten sturen en/of telkens seksueel getinte gesprekken met die [slachtoffer] gevoerd en/of de door [slachtoffer] met klanten gevoerde gesprekken naar zich laten doorsturen en/of de ervaringen die die [slachtoffer] met klanten had opgedaan telkens aan zich laten vertellen en/of
-telkens met die [slachtoffer] vertrouwelijke gesprekken gevoerd waarin verdachte vertelde dat ze ook seks tegen betaling had en/of problemen met die [slachtoffer] besproken en/of die [slachtoffer] telkens geadviseerd en/of zo een vertrouwensband met die [slachtoffer] gecreëerd en/of waardoor hij, verdachte, zijn behoeften kon bevredigen door het ontvangen van de foto(s), filmpje(s) en/of verhalen/chatberichten van die seksuele handelingen van die [slachtoffer] ,
zulks terwijl die [slachtoffer] een kwetsbaar meisje is met psychische problemen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 3 augustus 2020 te Noordwijkerhout en/of [plaats] en/of Drachten en/of elders in Nederland en/of aan boord van een schip op zee in de nationale of internationale wateren, meermalen althans eenmaal,
door dwang, geweld of een andere feitelijkheid, of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, het plegen van ontucht door een persoon van wie hij weet, of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2004), met een derde opzettelijk heeft teweeggebracht en/of bevorderd, hebbende verdachte,
-zich door die [slachtoffer] laten toevoegen op facebook en/of
-zich telkens (via chatberichten) ten opzichte van die [slachtoffer] voorgedaan als een zekere [naam 1] , 21 jaar, student aan de opleiding [naam opleiding] , woonachtig op [plaats] , die met anderen seks tegen betaling heeft,
-aan die [slachtoffer] gevraagd of ze wel eens een trio heeft gedaan en/of ze dat wil en/of
-seksadvertenties voor die [slachtoffer] gemaakt en/of die [slachtoffer] tips gegeven wat ze moet dragen bij haar afspraken en/of hoe ze zich moet gedragen en/of wat voor prijzen ze moet vragen en/of
-telkens ervaringen en persoonlijke verhalen met die [slachtoffer] uitgewisseld en/of meermalen een valse foto van zichzelf gestuurd en/of
op deze wijze een vertrouwensband met die [slachtoffer] opgebouwd en/of
-telkens aan die [slachtoffer] gevraagd of ze seksfilmpjes wil maken en naar hem wil sturen en/of
-zulks terwijl die [slachtoffer] een kwetsbaar en beïnvloedbaar meisje is en/of
-waarna/waardoor die [slachtoffer] meermalen afspraken heeft gemaakt met mannen met wie ze seks tegen betaling heeft gehad en/of
waarbij die [slachtoffer] zich niet aan de door verdachte opgevoerde druk kon onttrekken en/of zich hier niet tegen kon verzetten en/of de met verdachte opgebouwde vriendschapsrelatie niet wilde opgeven;
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2020 tot en met 3 augustus 2020 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk en/of te [plaats] en/of te Drachten en/of elders in Nederland en/of aan boord van een schip op zee in de nationale of internationale wateren, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen (foto’s en/of films), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid en/of verworven en/of in bezit gehad,
(namelijk een of meer films die zijn verzonden door [slachtoffer] naar verdachte en/of een of meer foto's die zijn geplaatst bij de seksadvertentie van [slachtoffer] )
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (zie chat pv. p. 854,855 waarin filmpjes [bestandsnaam] en [bestandsnaam] ) worden verzonden) en/of
-het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(afbeeldingen in pv. p. 675 ( [bestandsnaam] ) en p. 677 ( [bestandsnaam] en [bestandsnaam] ))
3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 9 februari 2021, althans op of omstreeks 9 februari 2021 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk en/of [plaats] een/of elders in Nederland en/of aan boord van een schip op zee in de nationale of internationale wateren,
meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen te weten foto's en/of films - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een harde schijf (WD Elements) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verworven en/of in bezit gehad
(ten aanzien van de minderjarige meisjes [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] )
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de vinger en/of een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt van zichzelf;
( [bestandsnaam] .mp4, [bestandsnaam] .mp4, [bestandsnaam] .mp4, [bestandsnaam] .mp4, [bestandsnaam] .mp4 pv. p 348 e.v.) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. ( [bestandsnaam] .mp4, [bestandsnaam] .mp4, [bestandsnaam] ,_ [bestandsnaam] .jpeg, [bestandsnaam] .jpeg, [bestandsnaam] .jpeg, [bestandsnaam] .jpeg, [bestandsnaam] .jpg pv p. 348 e.v)

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feiten 1 primair, 2 en 3.
Met betrekking tot feit 1 primair heeft de officier van justitie bewezenverklaring van alle tenlastegelegde sub-onderdelen (2, 5 en 8) gevorderd. Ten aanzien van sub-onderdeel 8 - het voordeel trekken van de seksuele gedragingen door een minderjarige - heeft de officier van justitie - kort gezegd - aangevoerd dat verdachte weliswaar geen verdiensten uit de prostitutiewerkzaamheden van minderjarige [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft ontvangen, maar wel voor hem waardevolle informatie (verhalen over deze prostitutiewerkzaamheden), naaktfoto’s en een seksfilmpje van [slachtoffer] , hetgeen (in bepaalde kringen) wel economische waarde heeft. Dit kan worden aangemerkt als voordeel in de zin van sub-onderdeel 8 en er dient dan ook bewezenverklaring van dit onderdeel te volgen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1 primair. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het (niet door de verdediging betwiste) ten laste gelegde feitencomplex beter gekwalificeerd kan worden als een zedendelict, dan als mensenhandel.
De wetgever heeft beoogd om middels artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (Sr) moderne slavernij tegen te gaan. Verdachte handelde enkel uit de bevrediging van zijn seksuele gevoelens; zijn oogmerk was niet gericht op uitbuiting.
Het voordeel dat hij kreeg, past niet bij het door de wetgever beoogde geldelijke voordeel. Sub onderdelen 2 en 8 kunnen dan ook niet worden bewezen.
Omdat het subsidiair tenlastegelegde beter past bij het feitencomplex en de bedoeling van verdachte, dient bewezenverklaring van feit 1 subsidiair te volgen en vrijspraak van de primair ten laste gelegde mensenhandel.
Ten aanzien van de feiten 2 en 3 heeft de raadsman aangevoerd dat het verwerven en bezit van het tenlastegelegde kinderpornografische materiaal bewezen kan worden, maar het onder 2 eveneens ten laste gelegde verspreiden van dit materiaal niet.
Oordeel van de rechtbank
Vaststelling van de feiten met betrekking tot de feiten 1, 2 en 3
Op grond van de inhoud van het dossier [1] en het onderzoek ter terechtzitting gaat de rechtbank met betrekking tot feit 1, 2 en 3 uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 28 juli 2020 ontvangt de politie een MMA-melding met als inhoud - kort gezegd - dat
de 15-jarige [slachtoffer] tegen betaling prostitutiewerkzaamheden verricht in Drachten en omstreken. Twee jongens rijden haar naar haar afspraken en krijgen daarvoor betaald.
Naar aanleiding van de melding grijpt de politie in en wordt een eind aan de situatie gemaakt. [2]
[slachtoffer] bleek een kwetsbaar vijftienjarig meisje met psychische problemen. Zij heeft verklaard [3] dat zij via een website inderdaad diverse betaalde seksafspraken in Noord-Nederland heeft gehad. Haar eerste advertentie - waarin zij als meerderjarige prostitué werd aangeboden - werd gemaakt door iemand die zij [naam 1] noemt. Deze [naam 1] had haar in mei 2020 een vriendschapsverzoek gestuurd op Facebook, waarna een online vriendschap ontstond. [naam 1] gaf aan dat ze een studente was aan de opleiding [naam opleiding] , dat ze op [plaats] woonde en dat ze zich voor seks liet betalen. Er ontstond een vertrouwensband tussen beide. [naam 1] stuurde foto’s van zichzelf naar [slachtoffer] . [slachtoffer] stuurde op verzoek van [naam 1] naaktfoto’s en filmpjes van zichzelf. Ze wisselden sekservaringen uit en [naam 1] vroeg onder andere of [slachtoffer] wel eens een trio had gedaan of zou willen doen, omdat een klant van haar ( [naam 1] ) dat zou willen. Uiteindelijk wil [slachtoffer] ook prostitutiewerk doen en maakt [naam 1] twee seksadvertenties voor haar aan, met daarin opgenomen naaktfoto’s van [slachtoffer] . [naam 1] instrueerde [slachtoffer] met betrekking tot het maken van die foto’s, adviseerde over de afspraken en gaf [slachtoffer] een prijslijst.
[slachtoffer] had diverse betaalde seksafspraken en bracht na elke afspraak verslag uit aan [naam 1] . Op verzoek van [naam 1] laat [slachtoffer] haar eerste klant - met wie ze later ook onbetaalde seks heeft en die haar tegen betaling gaat vervoeren naar haar seksafspraken - een filmpje maken waarop te zien is dat [slachtoffer] hem pijpt. Dit filmpje heeft [slachtoffer] vervolgens naar [naam 1] gestuurd. [4]
Na onderzoek naar de door het Facebook-account [naam 1] gebruikte ip-adres komt de politie uit op het adres van verdachte. Verdachte wordt aangehouden en erkent dat hij zich jarenlang op Facebook heeft voorgedaan als [naam 1] . In die hoedanigheid voegde hij jonge meiden toe en ging hij gesprekken met hen aan. De gesprekken gingen al gauw over seks en sommige meisjes stuurden (uiteindelijk) naaktfoto’s van zichzelf aan hem, terwijl zij nog steeds dachten ze te maken hadden met de studerende en in de prostitutie werkende [naam 1] . [5]
Op de gegevensdragers van verdachte worden zowel naaktfoto’s en -filmpjes van [slachtoffer] als naaktfoto’s van diverse andere meisjes aangetroffen. Vijf van deze meisjes ( [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] ) bleken op moment van contact met verdachte minderjarig te zijn. [6] De door hen en door [slachtoffer] gestuurde naaktfoto’s en-filmpjes zijn (gelet op de omschrijvingen) aan te merken als kinderpornografisch materiaal. [7] [8]
Beoordeling van feit 1: het juridische kader van artikel 273f Sr
Het primair ten laste gelegde artikel 273f, eerste lid, sub-onderdelen 2, 5 en 8, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) ziet op de bescherming van minderjarigen tegen (seksuele) uitbuiting door anderen en op het profiteren daarvan. In tegenstelling tot bij uitbuiting van volwassenen (sub-onderdelen 1, 4, 6, 7 en 9) is geen gebruik van dwangmiddelen vereist. Blijkens de wetsgeschiedenis wordt misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht gezien als inherent aan de exploitatie van prostitutie door minderjarigen. [9] Door het tewerkstellen van minderjarigen in de prostitutie is er in het algemeen sprake van een grote inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de minderjarige.
Met betrekking tot sub-onderdeel 2 overweegt de rechtbank dat dit onderdeel gaat om activiteiten die iemand in een positie brengen waarin deze bewogen kan worden zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten. De handelingen omschreven in sub-onderdeel 2 zijn slechts strafbaar indien deze zijn begaan met het oogmerk van uitbuiting. Uitbuiting is door de wetgever niet gedefinieerd maar omvat volgens lid 2 van artikel 273f Sr in ieder geval uitbuiting van een ander in de prostitutie en andere vormen van seksuele uitbuiting. Volgens vaste jurisprudentie is reeds sprake van uitbuiting indien een minderjarige gebracht is in een situatie waarin zij (of hij) tegen betaling seks heeft met anderen; ook indien verdachte geen gebruik heeft gemaakt van dwangmiddelen of geen economisch voordeel heeft gehad. [10] [11]
In sub-onderdeel 5 is de situatie strafbaar gesteld waarin een minderjarige ertoe wordt gebracht zich beschikbaar te stellen voor prostitutie of de situatie waarbij enige handeling wordt ondernomen waarvan men weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die minderjarige zich daartoe beschikbaar stelt.
In sub-onderdeel 8 is strafbaar gesteld de situatie waarbij voordeel wordt getrokken uit het prostitutiewerk van een minderjarige. Het bestandsdeel uitbuiting maakt geen deel uit van dit sub-onderdeel.
Beoordeling van feit 1: bespreking van de standpunten en conclusies ten aanzien van de tenlastelegging
Omtrent sub-onderdeel 2 van artikel 273f Sr heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte [slachtoffer] niet heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting. De rechtbank verwerpt dit verweer. Volgens vaste jurisprudentie is reeds sprake van uitbuiting indien een minderjarige gebracht is in een situatie waarin zij (of hij) tegen betaling seks heeft met anderen.
Uit de vele chats tussen verdachte en [slachtoffer] destilleert de rechtbank een handelswijze waarbij verdachte [slachtoffer] lokt in de wereld van prostitutie, een seksadvertentie voor haar maakt en haar voortdurend stimuleert om verder te gaan, met als gevolg dat zij in een situatie terechtkwam waarin ze seksueel is uitgebuit. Gelet op de sturende rol van verdachte tot het ontstaan van die situatie van seksuele uitbuiting staat voor de rechtbank vast dat verdachte [slachtoffer] heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting. De rechtbank zal sub-onderdeel 2 dan ook bewezen verklaren.
Ten aanzien van sub-onderdeel 5, het tot prostitutie brengen van een minderjarige, heeft de raadsman geen ander verweer gevoerd dan in het algemeen te stellen dat het subsidiair tenlastegelegde beter past bij het feitencomplex.
De rechtbank is van oordeel dat sub-onderdeel 5 bewezen kan worden gelet op de feitelijkheden en het toepasselijke juridische kader van mensenhandel. Dit sub-onderdeel ziet specifiek op het voorkomen dat minderjarigen in de prostitutie raken en is dan ook bij uitstek van toepassing in deze zaak.
Nu de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde, is niet relevant dat een subsidiair ten laste gelegd feit ook of wellicht zelfs beter past bij het feitencomplex; aan de bespreking van het subsidiair ten laste gelegde wordt immers niet toegekomen. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman dan ook.
Ten aanzien van sub-onderdeel 8 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen voordeel (zoals bedoeld door de wetgever) bij de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer] heeft gehad. De rechtbank volgt de raadsman op dit punt. Noch uit de wetsgeschiedenis, noch uit de jurisprudentie volgt dat met ‘voordeeltrekken’ in de zin van sub-onderdeel 8 iets anders wordt bedoeld dan voordeel in economische zin. Dat de door verdachte van [slachtoffer] gekregen seksuele afbeeldingen en filmpjes (in bepaalde kringen) geld kunnen opleveren, is weliswaar juist, maar er is geenszins gebleken dat verdachte daadwerkelijk geld hiervoor heeft ontvangen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken op dit onderdeel.
Beoordeling van feiten 2 en 3
Uit de vaststelling van de feiten volgt dat verdachte kinderpornografisch materiaal van [slachtoffer] en vijf andere minderjarige meisjes (zoals genoemd op de tenlastelegging onder feit 2) heeft verworven en in bezit heeft gehad. De raadsman heeft met betrekking tot feit 2 aangevoerd dat (enkel) het verspreiden van de bedoelde bestanden niet bewezen kan worden.
De rechtbank verwerpt dit verweer nu vaststaat dat verdachte - zo heeft hij zelf ook verklaard - seksadvertenties van [slachtoffer] heeft aangemaakt en dat hij daarin foto’s van haar heeft opgenomen die als kinderpornografisch zijn aangemerkt. Hiermee heeft hij zich naar het oordeel van de rechtbank tevens schuldig gemaakt aan het verspreiden van kinderpornografisch materiaal van [slachtoffer] .
De rechtbank zal feit 2 en 3 dan ook op alle onderdelen (verwerven, bezit en met betrekking tot feit 2 tevens verspreiden) bewezen verklaren.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1 primair, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 1 mei 2020 tot en met 3 augustus 2020 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk en [plaats] en Drachten en aan boord van een schip op zee in de nationale of internationale wateren,
A) een ander, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2004,
heeft geworven, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (sub 2°)
en
-een ander, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2004, ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling (sub 5°)
hebbende verdachte,
-aan die [slachtoffer] via chatberichten gevraagd of ze wel eens een trio heeft gedaan en ze dat wil en
-tegen die [slachtoffer] gezegd, waarbij verdachte zich in chatberichten voordoet als een zekere [naam 1] , student aan de opleiding [naam opleiding] , dat een klant van haar wel een trio wil en dat zij, [naam 1] , zich voor seks laat betalen en
-meermalen een seksadvertentie, voor die [slachtoffer] gemaakt en een tekstvoorstel voor een seksadvertentie gemaakt en prijzen bepaald die [slachtoffer] voor haar seksuele diensten zou kunnen vragen en een prijslijst naar die [slachtoffer] gestuurd en een seksueel getinte foto door die [slachtoffer] laten maken en instructies gegeven hoe ze een foto zou moeten maken die bij de seksadvertentie kon worden geplaatst en een seksadvertentie online gezet op Sexjobs en Speurders.nl en
-die [slachtoffer] in haar kledingkeuze geadviseerd en lingerie van die [slachtoffer] aan zich laten tonen en
-instructies aan die [slachtoffer] gegeven als geen klanten thuis ontvangen en vooraf laten betalen waarna die [slachtoffer] meermalen afspraken met mannen heeft gemaakt en seks heeft gehad en zich hiervoor heeft laten betalen en
-telkens aan die [slachtoffer] gevraagd of ze al weer een afspraak heeft gemaakt en wat voor seksuele handelingen ze heeft uitgevoerd en met hoeveel mannen ze nu seks heeft gehad en hoe de afspraken waren verlopen en
-telkens aan die [slachtoffer] gevraagd een filmpje te maken terwijl ze seks heeft met een man dat verdachte vervolgens naar zijn zogenaamde klant zou sturen en
-meermalen naaktfoto's en seksueel getinte filmpjes van die [slachtoffer] naar zich laten sturen en telkens seksueel getinte gesprekken met die [slachtoffer] gevoerd en de door [slachtoffer] met klanten gevoerde gesprekken naar zich laten doorsturen en de ervaringen die die [slachtoffer] met klanten had opgedaan telkens aan zich laten vertellen en
-telkens met die [slachtoffer] vertrouwelijke gesprekken gevoerd waarin verdachte vertelde dat ze ook seks tegen betaling had en problemen met die [slachtoffer] besproken en die [slachtoffer] telkens geadviseerd en zo een vertrouwensband met die [slachtoffer] gecreëerd en waardoor hij, verdachte, zijn behoeften kon bevredigen door het ontvangen van de foto’s, filmpjes en verhalen van die seksuele handelingen van die [slachtoffer] ,
zulks terwijl die [slachtoffer] een kwetsbaar meisje is met psychische problemen;
2
hij in de periode van 1 mei 2020 tot en met 3 augustus 2020 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk en te [plaats] en aan boord van een schip op zee in de nationale of internationale wateren, meermalen, afbeeldingen, foto’s en films, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken
heeft verspreid en verworven en in bezit gehad, namelijk films die zijn verzonden door [slachtoffer] naar verdachte en foto's die zijn geplaatst bij de seksadvertentie van [slachtoffer]
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam] en [bestandsnaam] ) en
-het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam] en [bestandsnaam] );
3
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 9 februari 2021 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk en [plaats] en aan boord van een schip op zee in de nationale of internationale wateren, meermalen, afbeeldingen, te weten foto's en films, en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een harde schijf (WD Elements) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verworven en in bezit gehad ten aanzien van de minderjarige meisjes [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6]
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de vinger en/of een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt van zichzelf;
( [bestandsnaam] .mp4, [bestandsnaam] .mp4, [bestandsnaam] .mp4, [bestandsnaam] .mp4) en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding en/of waarbij door de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel van deze persoon in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. ( [bestandsnaam] , _ [bestandsnaam] .jpeg, [bestandsnaam] .jpeg, [bestandsnaam] .jpeg)
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair Mensenhandel, meermalen gepleegd.
2. Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, meermalen gepleegd, en
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
3. Een gewoonte maken van het in bezit hebben van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair, 2 en 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Hieraan dient een proeftijd van drie jaren te worden verbonden, alsmede de door de rapporteurs geadviseerde voorwaarden. Tevens heeft de officier van justitie oplegging van de Gedragsbeïnvloedende en Vrijheidsbeperkende Maatregel (hierna: GVM) gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden waarvan acht voorwaardelijk aan verdachte op te leggen en daarmee aan te sluiten bij de straf zoals opgelegd in de zaak van de eerste klant, tevens de latere chauffeur van [slachtoffer] .
De raadsman heeft erop gewezen dat verdachte zelf geen fysiek contact met [slachtoffer] heeft gehad. Het is van groot belang dat verdachte weer bij zijn (jonge) kinderen kan zijn en in de over verdachte opgemaakte rapportages wordt het belang van een spoedige behandeling benoemd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de Pro Justitia rapportages van 1 juni 2021 en 9 oktober 2021, de reclasseringsrapporten van 11 februari 2021, 17 juni 2021 en 4 oktober 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 27 augustus 2021, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in de prostitutie brengen van de 15-jarige [slachtoffer] . Verdachte heeft met een nep Facebookaccount contact gelegd met [slachtoffer] .
Hij deed zich voor als een 21-jarige jonge vrouw die in de prostitutie werkzaam was. Verdachte wist het vertrouwen van [slachtoffer] te winnen gedurende talloze chatgesprekken en bracht haar er uiteindelijk toe om - net als het fictieve online karakter waarvan verdachte zich bediende - in de prostitutie te gaan werken. Verdachte heeft voor haar een eerste seksadvertentie aangemaakt en [slachtoffer] had vervolgens verschillende seksafspraken tegen betaling waarvan zij naderhand verslag uitbracht aan verdachte. In opdracht van verdachte maakte zij met een van haar klanten een seksfilmpje.
Verdachte had - als zijn online alter ego - naast de gesprekken met [slachtoffer] nog talloze andere seksueel getinte chatgesprekken met jonge vrouwen, waarvan vijf minderjarig. Ook tegenover hen deed hij zich telkens voor als een studente die bijverdiende in de prostitutie. Ook de vijf andere minderjarige slachtoffers deelden (daartoe aangezet door verdachte) hun seksuele ervaringen met hem en stuurden hem naaktfoto’s die als kinderpornografisch zijn aangemerkt. Verdachte hield per meisje een logboek van de ervaringen en gesprekken bij.
De rechtbank acht het handelen van verdachte ernstig en kwalijk. De wetgever heeft minderjarigen maximaal willen beschermen tegen dergelijk grensoverschrijdend gedrag waarvan bekend is dat slachtoffers daarvan op latere leeftijd nog de nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden. Verdachte is aan de belangen van zijn slachtoffers voorbij gegaan en handelde enkel ter bevrediging van zijn eigen lustgevoelens.
In plaats van als volwassene de minderjarige slachtoffers te beschermen, maakte hij schaamteloos misbruik van het vertrouwen dat zij hem schonken, door zich doelbewust tegenover hen voor te doen als jonge studente.
Ten aanzien van [slachtoffer] is in ieder geval helder dat zij door het handelen van verdachte beschadigd is. Door zijn toedoen is ze in de wereld van de illegale prostitutie gestapt; een stap waarvan zij als minderjarige de gevolgen niet kon overzien. Ze heeft vervelende ervaringen met klanten gehad en is door een van hen zelfs afgeperst. Dit alles rekent de rechtbank verdachte aan.
Gelet op de ernst van de feiten is een gevangenisstraf van aanzienlijke duur het uitgangspunt bij de strafoplegging. Alvorens hier nader op in te gaan, zal de rechtbank stilstaan bij de toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Toerekeningsvatbaarheid en behandeling van verdachte
De rechtbank slaat acht op de psychiatrische en psychologische onderzoeksrapportages die over verdachte zijn opgemaakt. De conclusie van deze rapporten luidt, kort gezegd, dat verdachte lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een autisme spectrum stoornis en een ongespecificeerde parafiele stoornis. Verdachte heeft jarenlang een dubbelleven geleid waarin hij zijn parafiele (voyeuristische) impulsen en de andere spanningen die hij opdoet in het dagelijks leven met zijn gemankeerde sociale competenties kanaliseert middels zijn online alter ego.
De onderzoekers adviseren om de feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Zij schatten het recidiverisico matig tot hoog in. Verdachte heeft zelf ook aangegeven dat hij controle - een stok achter de deur - nodig heeft om te voorkomen dat hij in herhaling zal vallen. Beide stoornissen (autismespectrumstoornis en parafiele stoornis) zijn niet te genezen maar vereisen het aanleren van gedragsalternatieven en een aanpassing van de omgeving. Hiertoe adviseren de onderzoekers een ambulante behandeling waarbij zowel ruimte is voor delictanalyse en delictscenario, maar ook voor een groepsbehandeling.
Een dergelijke behandeling wordt aangeboden door de AFPN te Leeuwarden en daar is ook plek voor verdachte. Een klinische behandeling achten de onderzoekers niet nodig en zelfs ongewenst, omdat verdachte dan geen inkomsten kan genereren en daardoor beschermende factoren zal kwijtraken zoals een inkomen (om een hypotheek te betalen) en zijn woning.
De onderzoekers adviseren wel om een GVM op te leggen. Met deze maatregel kan verdachte na ommekomst van de gevangenisstraf in een forensisch kader langdurig worden ondersteund, begeleid en gemonitord door de reclassering.
De rechtbank neemt het advies van de onderzoekers over en zal voornoemde behandeling aan verdachte opleggen, in combinatie met de door de reclassering geadviseerde meldplicht, een contactverbod met [slachtoffer] , een gedragsaanwijzing (het vermijden van seksueel getinte gesprekken met minderjarigen en van digitale omgevingen waarin met kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en over seks met minderjarigen kan worden gecommuniceerd) en het meewerken aan de controle van gegevensdragers.
Op te leggen straf en maatregel
Bij het bepalen van de (hoogte van de) straf slaat de rechtbank acht op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Gelet hierop is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur het uitgangspunt.
De rechtbank acht de door de officier van justitie gevorderde deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Naar het oordeel van de rechtbank wordt hiermee voldoende rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte. De rechtbank ziet geen ruimte voor een lagere gevangenisstraf zoals bepleit door de raadsman. De aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde zouden - mede in het licht van het aantal slachtoffers dat verdachte in de loop der jaren heeft gemaakt - door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend worden. De rechtbank is het met de verdediging eens dat een spoedige behandeling van belang is, maar nu de behandeling reeds kan aanvangen vanuit de gevangenis, is dit geen aanleiding om het onvoorwaardelijke deel van de straf te matigen.
Alles overwegend zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met daaraan gekoppeld de genoemde door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Daarnaast acht de rechtbank conform het advies van de onderzoekers de oplegging van de GVM aangewezen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een mobiele telefoon (merk: Nokia), een laptop (merk: Acer) en een mobiele telefoon (merk: Sony) vatbaar voor verbeurdverklaring nu de bewezenverklaarde feiten met behulp hiervan zijn begaan en deze voorwerpen toebehoren aan verdachte.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 12.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft primair toewijzing van de vordering gevorderd en subsidiair toewijzing tot een hoogte van € 6.000,00 (waarvan € 1.000,00 voor de schending van de privacy en € 5.000,00 overige immateriële schade), telkens vermeerderd met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de niet-ontvankelijk verklaring van de benadeeldepartij gevorderd. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld welke schade precies is geleden en wanneer dat is ontstaan. Een onderzoek naar de precieze hoogte van de door verdachte toegebrachte schade zou een onevenredige belasting van het strafrecht betekenen.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder van 1 en 2 bewezen verklaarde. Het is een feit van algemene bekendheid dat het werken in de prostitutie door een minderjarige een ernstige schending van de lichamelijke integriteit en eerbaarheid met zich meebrengt en de rechtbank acht het aannemelijk dan ook dat [slachtoffer] hierdoor schade heeft geleden. De rechtbank stelt de hoogte van deze schade vast op in ieder geval
€ 5.000,00.
Ten aanzien van het meer gevorderde overweegt de rechtbank dat weliswaar buiten kijf staat dat [slachtoffer] psychische problemen heeft en dat deze mede door de bewezenverklaarde feiten zijn veroorzaakt dan wel toegenomen, maar dat uit het dossier een gecompliceerd beeld naar voren komt met betrekking tot het ontstaan van die psychische problemen. Gelet hierop kan de rechtbank de hoogte van de door verdachte veroorzaakte schade niet eenvoudig vaststellen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering daarom voor het overige niet ontvankelijk verklaren.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat tot een bedrag van € 5.000,00 zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 57, 240b en 273f van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 10 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarde(n):
1. dat de veroordeelde zich uiterlijk twee weken na het onherroepelijk worden van deze uitspraak meldt bij Reclassering Nederland, [straatnaam] te Leeuwarden.
2. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd van drie jaren onder behandeling zal stellen van de AFPN te Leeuwarden op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven.
3. dat de veroordeelde gedurende de proeftijd van drie jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] ;
4. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd van drie jaren, zal onthouden van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan
worden verkregen en gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele
handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
5. dat de veroordeelde zal meewerken aan het controleren van zijn gegevensdragers als de
reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Legt veroordeelde tevens op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking (artikel 38z Sr).
Verklaart verbeurdde in beslag genomen mobiele telefoon (merk: Nokia), laptop (merk: Acer) en mobiele telefoon (merk: Sony).
Ten aanzien van 18/036174-21, feit 1 en 2:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2020.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , te betalen een bedrag van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), te verhogen met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2020. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 60 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. S.T. Kooistra en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 oktober 2021.
Mrs. Kooistra en Van der Woude zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het proces-verbaal met nummer NNRCC20017-FRL-BETA, gesloten op 28 juni 2021. De hierna in de voetnoten opgenomen bewijsmiddelen komen uit dit dossier.
2.Het proces-verbaal van bevindingen AH-06-01 d.d. 13 augustus 2020, p.270 e.v.
3.De verklaring van [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2004, d.d. 13 augustus 2020, p.368 e.v.
4.Het proces-verbaal van bevindingen DAH-01-01-02 d.d. 31 augustus 2020, p.611 e.v.
5.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 15 oktober 2021.
6.Het proces-verbaal van bevindingen DAH-02-15-02 d.d. 12 april 2021, p.1951 e.v.
7.Het proces-verbaal van bevindingen AH-22-01 d.d. 3 juni 2021, p.348 e.v.
8.Het proces-verbaal van bevindingen DAH-01-01-02 d.d. 31 augustus 2020, p.611 e.v.
9.Kamerstukken II, 1990/91, 21027, 8, p.2.
10.Hoge Raad 28 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:122.
11.Hoge Raad 1 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1452.