ECLI:NL:RBNNE:2021:4578
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- S. Timmersmans
- W.S. Sikkema
- J. van Bruggen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak wegens verwerving van geld afkomstig uit misdrijf
Op 16 september 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Assen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het verwerven en/of voorhanden hebben van een geldbedrag van ongeveer 885 euro, dat mogelijk afkomstig was uit een misdrijf. De tenlastelegging omvatte verschillende feiten die zich zouden hebben voorgedaan in de periode van 6 tot en met 8 oktober 2016, waarbij de verdachte samen met anderen zou hebben gehandeld. De officier van justitie en de verdediging waren van mening dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden.
Tijdens de zitting op 16 september 2021 is de verdachte verschenen, en de zaak is inhoudelijk behandeld. De rechtbank heeft, na het horen van de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging, geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet opzettelijk heeft gehandeld en dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte wist dat het geld afkomstig was uit een misdrijf.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen was, en heeft de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. S. Timmersmans, en de rechters mr. W.S. Sikkema en mr. J. van Bruggen, met ondersteuning van griffier mr. R.G. Bakker-Dees.