ECLI:NL:RBNNE:2021:4554
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Medeplichtigheid aan witwassen door verstrekking van bankpas en pincode
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan witwassen. De verdachte heeft in augustus 2014 zijn bankpas en pincode ter beschikking gesteld aan een ander, wat heeft geleid tot de verwerving van een bedrag van ongeveer 14.000 euro, dat afkomstig was uit misdrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende momenten geld heeft ontvangen op zijn bankrekening, dat door slachtoffers van oplichting was gestort. De verdachte was niet direct betrokken bij de witwashandelingen, maar zijn handelen heeft wel bijgedragen aan het faciliteren van deze criminele activiteiten. Tijdens de zittingen op 14 september en 14 oktober 2021 heeft de verdediging bepleit dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze overschrijding niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De rechtbank heeft het subsidiair ten laste gelegde bewezen verklaard, maar heeft geoordeeld dat er geen straf of maatregel opgelegd zal worden, gelet op de overschrijding van de redelijke termijn en de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen. De rechtbank heeft toepassing gegeven aan artikel 9a Sr.