Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan witwassen. De verdachte heeft in september 2014 een bankpas en pincode ter beschikking gesteld aan een ander, wat heeft geleid tot het verwerven van een bedrag van ongeveer 19.422 euro, dat afkomstig was uit misdrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk zijn bankpas heeft afgegeven, waardoor hij het witwassen van de geldbedragen op zijn rekening heeft gefaciliteerd. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar het subsidiair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bijdrage van de verdachte niet van voldoende materieel of intellectueel gewicht was om te kwalificeren als medeplegen, maar wel als medeplichtigheid aan witwassen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, in overeenstemming met artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.