ECLI:NL:RBNNE:2021:4547
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Medeplichtigheid aan witwassen door verstrekking van bankpas en pincode
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan witwassen. De verdachte heeft in de periode van augustus tot september 2014 een bankpas en pincode ter beschikking gesteld aan een ander, waardoor deze persoon in staat was om geld dat afkomstig was uit misdrijf te verwerven en om te zetten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk zijn bankpas heeft afgegeven, wat heeft geleid tot het witwassen van een bedrag van ongeveer 15.314 euro. Tijdens de zittingen op 16 september en 14 oktober 2021 heeft de verdediging bepleit dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze overschrijding niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, conform de jurisprudentie van de Hoge Raad. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen beoordeeld en vastgesteld dat de bijdrage van de verdachte aan het witwassen onvoldoende was voor een kwalificatie als medeplegen, maar wel als medeplichtigheid. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten geen straf of maatregel op te leggen, onder verwijzing naar artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, omdat er geen redelijk strafdoel meer gediend was.